Criminaliteit H1 KGT les 3

les 3
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

les 3

Slide 1 - Tekstslide

criminaliteit H1.2
Welke soorten criminaliteit zijn er?
  • Wat is het  verschil tussen een overtreding en een misdrijf?
  • Welke straffen gelden daarvoor maximaal en waar?
  • Wat is een strafblad?
  • Wat is zware criminaliteit?
  • Wat is veelvoorkomende criminaliteit en wie plegen dat?

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Overtreding 

  • maximaal 1 jaar hechtenis in huis van bewaring 
  • meestal geen strafblad 
  • medeplichtigheid niet strafbaar 


Misdrijf 

  • maximaal levenslang in gevangenis
  • altijd een strafblad 
  • medeplichtigheid wel strafbaar

Slide 4 - Tekstslide

Voor een overtreding is de maximumstraf:
A
één jaar gevangenisstraf
B
twee jaar gevangenisstraf
C
één jaar hechtenis
D
twee jaar hechtenis

Slide 5 - Quizvraag

Overtreding
Misdrijf
Je rijdt 50 km/h op een opgevoerde brommer.
Je rijdt dronken op een fiets en veroorzaakt een ongeluk.
Je vergiftigt iemands thee.

Slide 6 - Sleepvraag

Diefstal / zakkenrollen
A
overtreding
B
misdrijf

Slide 7 - Quizvraag

te hard rijden
A
overtreding
B
misdrijf

Slide 8 - Quizvraag

voor ..... krijg je een strafblad
A
misdrijf
B
overtreding

Slide 9 - Quizvraag

Een ontvoering is een voorbeeld van:
A
Een overtreding
B
Een misdrijf

Slide 10 - Quizvraag

Strafblad
Bij justitie sta je geregistreerd als je een delict hebt gepleegd.
Overtredingen komen soms op je strafblad, misdrijven altijd.
Jongeren krijgen ook een strafblad, behalve als ze een HALT straf hebben gekregen.

Een strafblad heeft gevolgen:
  • Sommige beroepen mag je niet meer doen, zoals advocaat, docent of deurwaarder.
  • Voor sommige beroepen heb je een VOG (Verklaring omtrent gedrag) nodig. Een strafblad kan betekenen dat je geen VOG krijgt.
  • Soms kan een visum worden geweigerd. En soms kan een verblijfsvergunning ook worden geweigerd.
  • Als een verzekeraar vraagt of u een strafblad heeft, bent u verplicht de waarheid te vertellen. Hierdoor krijgt u soms geen autoverzekering

Slide 11 - Tekstslide

VOG
Voor sommige banen moet je  een VOG (Verklaring Omtrent Gedrag) kunnen laten zien.
Er wordt gecheckt of je delicten hebt gepleegd die relevant zijn voor je beroep.
Een taxichauffeur mag bijvoorbeeld geen veroordeling voor rijden onder invloed op zijn naam hebben..
En een docent mag bijvoorbeeld geen zedenverleden hebben.


Slide 12 - Tekstslide

Wat is een VOG
A
Verklaring onnozel gedrag
B
Verklaring onder gedetineerden
C
Verklaring omtrent gedrag
D
Een strafblad

Slide 13 - Quizvraag

Waarom kan een uittreksel justitiële documentatie (strafblad), gevolgen hebben voor later?

Slide 14 - Open vraag

Stel je gaat stagelopen in de kinderopvang. Wat zou een reden zijn om geen VOG te krijgen?

Slide 15 - Open vraag

zware criminaliteit
Zijn ernstige vormen van criminaliteit:
Moord/ verkrachting/ gewapende overvallen
Maar ook georganiseerde misdaad:
Dit zijn bendes die zich bezig houden met drugshandel, mensenhandel en prostitutie. Ze werken vaak internationaal, hebben een uitgebreid netwerk en er gaat veel geld in om. Het zijn professionals.

Slide 16 - Tekstslide

Veelvoorkomende criminaliteit
criminaliteit die vaak (veel) voorkomt zoals winkeldiefstal, vandalise, fietsendiefstal, zakkenrollerij.
Kenmerken:
  • Erg hindelijk voor de samenleving, juist omdat het zo vaak voorkomt.
  • Het kost de samenleving veel geld (reparatie, vervangen goederen, inzet politie)
  • Vooral gepleegd door jongeren tussen de 16 en 23 jaar.

Slide 17 - Tekstslide


''Joni haalt een container met drugs op in de Rotterdamse haven''

Dit is een vorm van
A
veelvoorkomende criminaliteit
B
Zware criminaliteit
C
jeugdcriminaliteit
D
Witteboorden criminalieit

Slide 18 - Quizvraag

Fietsendiefstal:
A
veelvoorkomende criminaliteit
B
zware criminaliteit
C
georganiseerde misdaad

Slide 19 - Quizvraag

Journalist infiltreert in kinderporno netwerk:
Voorbeeld van:
A
veelvoorkomende criminaliteit
B
zware criminaliteit
C
Georganiseerde misdaad

Slide 20 - Quizvraag

Waarom het verschil tussen een misdrijf en een overtreding belangrijk als je verdachte bent?

Slide 21 - Open vraag

a: Welk strafbaar feit is dit?
b: In welk wetboek staat dit?
c: Is dit een voorbeeld van veelvoorkomende criminaliteit of zware criminaliteit?

Slide 22 - Open vraag

a. Welk strafbaar feit herken je?
b. In welk wetboek staat dit?
c. Veelvoorkomende of zware criminaliteit?

Slide 23 - Open vraag

Waar zou je nog graag extra uitleg over willen?

Slide 24 - Open vraag