inversie 1

Woordvolgorde in een zin
Toets 
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2MBOStudiejaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Woordvolgorde in een zin
Toets 

Slide 1 - Tekstslide

De woordvolgorde in een zin
1. Persoon
2. Werkwoord
3. Rest
Jan
fietst
naar school.

Slide 2 - Tekstslide

De woordvolgorde in een zin met inversie
1. Tijd
2. Werkwoord
3. onderwerp
4. rest
Vandaag
fietst
Jan
naar school
In de tuin
speelt
Anne
met haar bal
Omdat
het 
vandaag
regent

Slide 3 - Tekstslide

Hoofdzin met inversie
Tijd:
morgen, om één uur, om tien uur, dinsdag, sinds een week, dan, vandaag, sinds een uur en nog veel meer woorden van tijd.
Plaats:
hier, daar, waar, op school, in de winkel en nog veel meer plaatsen.
Reden:
omdat, daarom, hoewel

Slide 4 - Tekstslide

Maak goede zinnen met de woorden
Sleep de woorden in de goede volgorde.
Begin met het rode woord.

Slide 5 - Tekstslide

regent
het
vandaag
Waarom

Slide 6 - Sleepvraag

niet
we
Vanavond
thuis
zijn

Slide 7 - Sleepvraag

aan de kapstok
de jassen
In de gang
hangen

Slide 8 - Sleepvraag

is
warm
Hoewel
heb ik een trui aan
het

Slide 9 - Sleepvraag

mijn ouders
Volgende week
op bezoek
komen

Slide 10 - Sleepvraag

de leerlingen
Op school
in de klas
zitten

Slide 11 - Sleepvraag

hebben
de kinderen
geen les
Op woensdag-middag

Slide 12 - Sleepvraag

televisie
Na het eten
altijd
kijken
wij 

Slide 13 - Sleepvraag

3 oktober
In Leiden
altijd
vieren
ze

Slide 14 - Sleepvraag

een afspraak
Om half drie
heb
ik

Slide 15 - Sleepvraag

hij
slaapt 
Soms
in de trein

Slide 16 - Sleepvraag

wij
kopen 
In de winkel
sokken

Slide 17 - Sleepvraag

moeten we leren
Omdat
we
een toets hebben

Slide 18 - Sleepvraag

ik
wil
een grote reis
maken
Volgend jaar

Slide 19 - Sleepvraag

Vanmiddag
blijven
wij
op school

Slide 20 - Sleepvraag

wij
naar mijn familie
Zondag
gaan

Slide 21 - Sleepvraag

Vanmiddag
gaat
solliciteren
Ali 

Slide 22 - Sleepvraag

Op zaterdag
niet 
werk
ik 

Slide 23 - Sleepvraag

mis
mijn land
ik 
Elke dag

Slide 24 - Sleepvraag

het regent
mijn paraplu bij me
heb ik 
Omdat

Slide 25 - Sleepvraag