4C - Les 2 - De maatschappij en Socialisatie

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 4

Waarom zijn er regels nodig om samen te leven?

1. Waarom zijn er regels nodig om samen te leven?
2. Om ervoor te zorgen dat mensen met elkaar kunnen samenleven.
3. Er zijn helemaal geen regels nodig.
4. Om ervoor te zorgen dat mensen elkaar niet kunnen lastig vallen.

Welke waarde past het best bij iemand die nooit zal liegen?

1. Als ik tegen mijn ouders lieg krijg ik straf.
2. Mensen moeten mij kunnen vertrouwen.
3. Eerlijkheid
4. Vrijheid

Wat is een VOORBEELD van een belang?

1. Een belang is ander woord voor een waarde.
2. Een belang is iets wat je belangrijk vindt.
3. Bijvoorbeeld: je werkt veel uren extra, om meer geld te verdienen.
4. Bijvoorbeeld: dat mensen in je omgeving eerlijk zijn.

De maatschappij en Socialisatie

Lesplanning

Wat:	Tijd:
Welkom + huiswerkcontrole + strarttaak	8 min.
Leerdoel * Je kunt uitleggen wat aangeboren een aangeleerde eigenschappen zijn	2 min.
Instructie + aan de slag * Bespreken huiswerk vorige les * Aangeboren en aangeleerde eigenschappen	5 min. 15 min.
	5 min.
Afsluiting * Check lesdoel(en) * Huiswerk	5 min.

Verdiept

* Opdracht 2 en Test Jezelf (Basis)

* Opdracht 2 (Kader)

*

*

*

Basis

* Opdracht 2 en Test Jezelf (Basis)

* Opdracht 2 (Kader)

*

*

*

Intensief

* Opdracht 2 en Test Jezelf (Basis)

* Opdracht 2 (Kader)

*

*

*

nos.nl

Welke waarde staat centraal in dit interview?

Welke norm past bij deze waarde?

Welke belangentegenstelling zie je hier?

Wolfskind Peter

In 1724 werd een wild kind ontdekt in Duitsland, dat zonder kleren rondliep in de bossen. Men schatte hem op ongeveer twaalf jaar en noemde hem Wilde Peter. Hij bewoog zich voort als een viervoetig dier en ving vogeltjes die hij uit elkaar haalde en opat. Peter werd opgenomen aan het koninklijk hof van koning George I in Engeland, waar hij werd opgevangen door dr. Arbuthnot. Dr. Arbuthnot wilde de jongen graag leren spreken maar Peter kon enkel een soort gebrabbel voortbrengen. De enige woorden die hij uit kon spreken waren ‘ki scho’ (king George) en ‘qui ca’ (queen Caroline). Verder heeft hij nooit leren praten. Hij stierf in 1785.

Bron: NEMO Kennislink

Wat zou de reden kunnen zijn dat wolfskind Peter nooit meer heeft leren praten?

Is het talent voor Formule 1 van Max Verstappen aangeboren of aangeleerd?

1. Aangeboren
2. Aangeleerd

Begrippen

• Aangeboren eigenschappen = heb je vanaf je geboorte, bijv. kleur ogen, zien, snel boos zijn, ADHD, seksuele voorkeur
• Aangeleerde eigenschappen = dit kun je leren, bijv. een taal, iemand groeten, zingen.

Video

https://vimeo.com/112819941/702d08f617

Wat zijn voorbeelden van aangeboren eigenschappen die je zag in dit filmpje?

Wat zijn voorbeelden van aangeleerde eigenschappen die je zag in dit filmpje?

Lesplanning

Wat:	Tijd:
Welkom + huiswerkcontrole + strarttaak	8 min.
Leerdoel * Je kunt uitleggen wat aangeboren een aangeleerde eigenschappen zijn	2 min.
Instructie + aan de slag * Bespreken huiswerk vorige les * Aangeboren en aangeleerde eigenschappen	5 min. 15 min.
	5 min.
Afsluiting * Check lesdoel(en) * Huiswerk	5 min.

Verdiept

* Opdracht 2 en Test Jezelf (Basis)

* Opdracht 2 (Kader)

*

*

*

Basis

* Opdracht 2 en Test Jezelf (Basis)

* Opdracht 2 (Kader)

*

*

*

Intensief

* Opdracht 2 en Test Jezelf (Basis)

* Opdracht 2 (Kader)

*

*

*

Welke rijtje van aangeleerde eigenschappen klopt?

1. Een taal spreken, tekenen en tandenpoetsen.
2. Dansen, huilen en springen.
3. Verlegen zijn, voetballen en tekenen.
4. Een taal spreken, slapen en eten.

Huiswerk

Maken:

Opdracht 2 en Test Jezelf (Basis)

Opdracht 2 (Kader)

Leren: Hoofdstuk Samenleving, paragraaf 1. De Maatschappij

Begrippen

• Aangeboren eigenschappen = heb je vanaf je geboorte, bijv. kleur ogen, zien, snel boos zijn, ADHD, seksuele voorkeur
• Aangeleerde eigenschappen = dit kun je leren, bijv. een taal, iemand groeten, zingen.
• Socialisatie =  leren omgaan met anderen en daarmee de cultuur van een samenleving eigen maken (opvoeding)
• Socialiserende instituties = mensen die van invloed zijn op de socialisatie, bijv.: familie, vrienden, verenigingen, media en de overheid.