Steden en Staten 4ab

Steden en Staten 4ab
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Steden en Staten 4ab

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud les
Uitleg
Opdrachten

Slide 2 - Tekstslide

Boeren dorpen
Vroege middeleeuwen

Slide 3 - Woordweb

Hofstelsel

Slide 4 - Woordweb

Standenmaatschappij

Slide 5 - Woordweb

Stad en land
Een middeleeuwse stad was niet erg groot - paar duizend inwoners.
Er waren nog steeds dorpen van een paar honderd inwoners.
Om een stad heen was een muur gebouwd met gracht, ter verdediging.
De stadsmuur was ook de grens tussen het platteland en de stad. Binnen de poorten was je in een hele andere wereld.
In de stad werd geen voedsel geproduceerd. Dit werd gedaan op het land erbuiten. 

Slide 6 - Tekstslide

Ambachten
Op het platteland waren veel uitvindingen gedaan om het leven makkelijker te maken. Er was een beter ploeg, voor meer opbrengsten. 
De opbrengsten bleven stijgen, waardoor er altijd genoeg voedsel was. Minder mensen stierven van de honger en mensen werden ouder. De bevolking groeide snel. 
Niet iedereen hoefde meer op het land te werken en gingen iets maken met hun handen: ambachtslieden. Zij gingen bij elkaar wonen om hun producten goed en veilig te kunnen verkopen. Vaak langs een kruispunt van wegen, langs een rivier, kasteel of klooster. 

Slide 7 - Tekstslide

Ambachten

Slide 8 - Woordweb

Gilden
Langs smalle straten werden huizen dichtbij elkaar gebouwd. De meeste van hout en gedroogde klei. Voor de huizen waren de ambachtslieden aan het werk. 
Ambachtslieden die hetzelfde werk deden, waren lid van een gilde. Het gilde regelde prijzen en zorgde voor alle leden en familieleden. 
Gilden hadden een economisch doel (prijzen en producten) en een sociaal doel (elkaar helpen), maar ook een educatief doel: een gilde gaf opleidingen. 

Slide 9 - Tekstslide

Opleiden
Als je een vak wilde leren werd je een leerling  bij een meester. Na een paar jaar werd je een gezel: iemand die het vak aardig kon, maar nog geen eigen bedrijfje mocht hebben. 
Een gezel die een meester wilde worden moest een meesterstuk maken. Was deze geslaagd dan mocht je je eigen bedrijfje startten. 

Slide 10 - Tekstslide

Huiswerk
Wb. blz. 52-60
Opdracht 5, 6, 9, 10, 11 en 12

Klaar?
Maak een eigen gilde wapen - getekend/online
- Bedenk een ambacht 
- Maak je wapen
Je ambacht moet duidelijk zichtbaar zijn in je wapen

Slide 11 - Tekstslide