M4 Hoofdstuk 1 Krachten les 2
1 / 16
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Sleep de juiste kracht die het meest overeenkomt naar de juiste afbeeldingen.
spierkracht
veerkracht
zwaartekracht
Slide 2 - Sleepvraag
PLASTISCH
ELASTISCH
Een stuiterbal stuitert op de grond, de stuiterbal vervormt ...
Je trapt een leeg blikje drinken plat, het blikje vervormt ....
Een auto botst tegen een boom, de auto vervormt ...
Je maakt een beeld van klei, het klei vervormt ...
Je schiet een elastiekje weg, het elastiekje vervormt ...
Een drinkglas valt op de grond kapot, het glas vervormt ...
Slide 3 - Sleepvraag
1
2
3
Sleep het blokje 'grootste kracht' naar de juiste vector.
Let op dat je blokje 1 in blok 1 zet etc.
1: grootste kracht.
2: grootste kracht.
3: grootste kracht.
Slide 4 - Sleepvraag
Motorkracht
Wrijvingskracht
Zwaartekracht
Slide 5 - Sleepvraag
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Rekenen met de formule: Fz = m x g
Bereken de zwaartekracht van iemand van 65 kilo op aarde.
Gegevens:
Formule:
Berekening
Gevraagd:
Check:
Fz = 65 x 10
Fz = m x g
g = 10
Fz = 650 N
m = 65 kg
Fz in Newton
g = 2,6
Fz = 65 kg
Slide 9 - Sleepvraag
De kat hiernaast heeft een massa van 8 kg. Hoe groot is de zwaartekracht?
Slide 10 - Open vraag
Op welke plaats grijpt de zwaartekracht aan?
A
Precies in het midden
B
Onderaan het voorwerp
C
Waar de krachten elkaar raken
D
In het massamiddelpunt
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Waar grijpt de normaalkracht aan?
A
In het massamiddelpunt
B
Onderaan het voorwerp
C
Waar de kracht terugduwt
D
Waar de krachten elkaar raken
Slide 13 - Quizvraag
Welke kracht zorgt er voor dat voorwerpen niet door het oppervlak zakken?
A
Zwaartekracht
B
Nettokracht
C
Tegenwerkende kracht
D
Normaalkracht
Slide 14 - Quizvraag
De massa van het meisje is 52 kg, wat is de normaalkracht?
