Sprookjes en Vertellingen

Aan het einde van de les kun je...

• De thema's en personages in traditionele sprookjes herkennen.
• De bijdrage van de gebroeders Grimm aan het genre van de sprookjes benoemen.
• De invloed van cultuur en geschiedenis op verhalen en muziek beschrijven.
• De ontwikkeling van rockmuziek en de impact van iconische artiesten zoals Bruce Springsteen op de Amerikaanse cultuur verklaren.
• De verschillen tussen mythen, dromen en muziek als vertelvormen benoemen.
• De relatie tussen literatuur en persoonlijke ontwikkeling herkennen.

Sprookjes en Vertellingen

2

Wat weet je al over traditionele sprookjes en vertellingen?

Traditionele sprookjes en hun kenmerken

• Korte fictieve verhalen met magische wezens en een moraal.

De bijdrage van de gebroeders Grimm aan sprookjes

• Duitse verzamelaars van volksverhalen en sprookjes in de 19e eeuw.

Cultuur, geschiedenis en hun invloed op verhalen en muziek

• Bespreking van de invloed van cultuur en geschiedenis op verhalen en muziek.

Rockmuziek en de culturele impact van Bruce Springsteen

• Uitleg over de ontwikkeling van rockmuziek en de impact van iconische artiesten zoals Bruce Springsteen op de Amerikaanse cultuur.

Vergelijking van mythen, dromen en muziek als vertelvormen

• Verschillen tussen mythen, dromen en muziek als vertelvormen.

Literatuur als middel voor persoonlijke ontwikkeling

• De relatie tussen literatuur en persoonlijke ontwikkeling.

Definitielijst

• Sprookjes: korte fictieve verhalen die vaak magische wezens en een moraal bevatten.
• Gebroeders Grimm: Duitse verzamelaars van volksverhalen en sprookjes in de 19e eeuw.
• Bruce Springsteen: Amerikaanse rockmuzikant bekend om zijn poëtische teksten en zijn representatie van de Amerikaanse arbeidersklasse.
• Mythen: traditionele verhalen die vaak goden en helden bevatten en een verklaring geven voor natuurverschijnselen, gebruiken of de oorsprong van de mens.
• Dromen: ervaringen en beelden die mensen hebben terwijl ze slapen, vaak gebruikt als metafoor voor ambities of verlangens.
• Literatuur: geschreven werken, vooral die met blijvende artistieke waarde.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.