3H: Paragraaf 6.2 Producentengedrag

Planning
Pincode Hoofdstuk 6
   1. Consumentengedrag
   2. Producentengedrag
   3. Vraag en aanbod in evenwicht





1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Planning
Pincode Hoofdstuk 6
   1. Consumentengedrag
   2. Producentengedrag
   3. Vraag en aanbod in evenwicht





Slide 1 - Tekstslide

Als de prijs van een product stijgt, dan ... de vraag naar dat product.
Wat gebeurt er met het aanbod van een product als de prijs van dat product stijgt?
het aanbod daalt
het aanbod blijft gelijk
het aanbod stijgt

Slide 2 - Poll

Het aanbod
Hoeveelheid producten die producenten wil verkopen



Producenten = De aanbieders

Slide 3 - Tekstslide

Verkoopbereidheid
Producenten reageren ook op veranderingen in de prijs, alleen dan tegenovergesteld

Deverkoopbereidheid is wat verkoper 
minimaal willen krijgen.

  • als de prijs stijgt, stijgt het aanbod
  • als de prijs daalt, daalt  het aanbod

Slide 4 - Tekstslide

Aanbodlijn
Een aanbodlijn geeft de verkoopbereidheid  weer.




Let op!
  • y-as = oorzaak = veranderende prijs (p)
  • x-as = gevolg = gevraagde hoeveelheid (q)


Slide 5 - Tekstslide

Aanbodfunctie





Voorbeeld
Het aanbod van smartphones is qa = 0,3p - 25. 
Wat is de aangeboden hoeveelheid qa als de prijs € 350 is?, en wat als de prijs € 150 is?
  • bij een prijs van is € 350 de aangeboden hoeveelheid qa = 0,3 × € 350 - 25 = 80 stuks
  • bij een prijs van is € 150 de aangeboden hoeveelheid qa = 0,3 × € 150 - 25 = 20 stuks

Slide 6 - Tekstslide

Tekenen aanbodlijn
Stappenplan (van bijvoorbeeld de vraaglijn qa = 0,3p - 24):
1. bereken de prijs als qa = 0
  • 0 = 0,3p - 24 ⇒ -0,3p = -24 ⇒ p = -254÷ -0,3 ⇒ p = 80



2. Bereken bij een hogere prijs dan stap 1 hoeveel er wordt aangeboden (bijv. p = 100)
  • qa = 0,3 x 100 - 24 ⇒ qa = 6                                                    

3. teken de berekende punten in de grafiek en trek daartussen een rechte lijn



Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Aanbodfactoren
De aanbodfactoren beïnvloeden het aanbod:
  
1. de prijs (verschuiving op de aanbodlijn, zie figuur 7)
2. andere aanbodfactoren (verschuiving van de aanbodlijn, zie figuur 8)
  • de kosten veranderen
  • de technologie verbetert

Slide 9 - Tekstslide

Wat gebeurt er met het aanbod van een product als de prijs ervan stijgt?
A
die daalt
B
die blijft gelijk
C
die stijgt

Slide 10 - Quizvraag

Wat geeft een aanbodlijn weer?
A
de kortingsbereidheid
B
de betalingsbereidheid
C
de koopbereidheid
D
de verkoopbereidheid

Slide 11 - Quizvraag

Wat staat er op de horizontale as (x-as) van de aanbodlijn (en ook van de vraaglijn)
A
de prijs
B
de hoeveelheid
C
de kosten
D
de omzet

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de oorzaak in een aanbodfunctie (en ook in een vraagfunctie)
A
de prijs
B
de hoeveelheid
C
de kosten
D
de omzet

Slide 13 - Quizvraag

De aanbodfunctie van appels is q = 900p - 100. Wat wordt het aanbod bij een prijs per appel van € 0,50.
A
150
B
250
C
350
D
450

Slide 14 - Quizvraag

Wat gebeurt er met de aanbodlijn van elektrische fietsen als de kosten van accu's stijgen?
A
verschuift naar links
B
verschuift naar rechts
C
daalt
D
niets

Slide 15 - Quizvraag

Wat gebeurt er met de aanbodlijn van chromebooks als de prijs ervan daalt?
A
verschuift naar links
B
verschuift naar rechts
C
daalt
D
niets

Slide 16 - Quizvraag

Marktevenwicht
Het snijpunt van de vraag- en aanbodlijn is het marktevenwicht
Hierbij is de vraag gelijk aan het aanbod (qv = qa).

Bij dit marktevenwicht hoort:
- de evenwichtsprijs
- de evenwichtshoeveelheid.

Slide 17 - Tekstslide

Opgave 23 (marktevenwicht)

Bereken de evenwichtsprijs en -hoeveelheid van de vraaglijn qv = –1p + 10 en de aanbodlijn qa = 4p – 20. 
  • dus -1p + 10 = 4p -20    =>    -5p = -30     =>    p = 6    =>             evenwichtsprijs = € 6
  • p = 6 invullen in qv = -1p + 10    =>    q= -1 x 6 + 10    =>    qv = 4    => evenwichtshoeveelheid = 4 stuks



Slide 18 - Tekstslide

Vraag- of aanbodoverschot
Er kan tijdelijk een vraagoverschot of aanbodoverschot ontstaan. 
Uiteindelijk keert de markt weer terug naar een evenwichtsprijs.

Slide 19 - Tekstslide

Welke situatie doet zich voor in het marktevenwicht?
A
Qa < Qv
B
Qa = Qv
C
Qa > Qv
D
Qa ≠ Qc

Slide 20 - Quizvraag

De vraagfunctie van appels is Qv = -100p + 950 en
de aanbodfunctie van appels is Qa = 900p - 50.
Wat wordt de evenwichtsprijs?
A
€ 0,50
B
€ 1,00
C
€ 1,50
D
€ 1,75

Slide 21 - Quizvraag

De vraagfunctie van appels is Qv = -100p + 950 en
de aanbodfunctie van appels is Qa = 900p - 50.
Wat wordt de evenwichtshoeveelheid?
A
500 appels
B
750 appels
C
850 appels
D
900 appels

Slide 22 - Quizvraag

Er is sprake van een vraagoverschot als ...
A
de prijs onder de evenwichtsprijs ligt
B
de prijs boven de evenwichtsprijs ligt
C
als de vraag kleiner is dan het aanbod
D
als de vraag groter is dan het aanbod

Slide 23 - Quizvraag