TL3: woordenschat: hyperbool en understatement

Hyperbool en understatement
Stijlfiguren
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hyperbool en understatement
Stijlfiguren

Slide 1 - Tekstslide

Stijlfiguren: understatement

Als je iets afzwakt, gebruik je een  understatement. Je zegt dat iets minder mooi, groot of belangrijk is dan in werkelijkheid.


Je zegt: 'Zij heeft wel een paar centen';

Je bedoelt: 'Zij is rijk'.

Slide 2 - Tekstslide

Stijlfiguren: Overdrijving
(hyperbool)
Bij een overdrijving wordt iets op een overdreven manier uitgedrukt.
Een overdrijving wordt ook wel een hyperbool genoemd.

Je zegt: 'Hij heeft dat al 10.000 keer gezegd';
Je bedoelt dat hij dat al meerdere malen heeft gezegd.

Slide 3 - Tekstslide

Goed opgelet?
Geef in de volgende quizvragen van de woorden in HOOFDLETTERS aan welk stijlfiguur erbij hoort.

Slide 4 - Tekstslide

Ik sta hier al eeuwen op te wachten
A
Overdrijving
B
Understatement

Slide 5 - Quizvraag

Moet ik het nu VOOR DE DUIZENDSTE KEER zeggen? Deur achter je dicht!
A
hyperbool
B
understatement

Slide 6 - Quizvraag

'Ik heb EEN MAZZELTJE gehad', zei de winnaar van de jackpot.
A
hyperbool
B
understatement

Slide 7 - Quizvraag

De verdediger schoot de strafschop HUIZENHOOG over.
A
hyperbool
B
understatement

Slide 8 - Quizvraag

Die poolreizigers zullen het wel FRISJES hebben.
A
hyperbool
B
understatement

Slide 9 - Quizvraag

Ik WORD KNETTERGEK van je gezeur.
A
hyperbool
B
understatement

Slide 10 - Quizvraag

De bewoners waren ONAANGENAAM VERRAST door de rellen in de wijk.
A
hyperbool
B
understatement

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een understatement?

Slide 12 - Open vraag

Wat is een hyperbool (overdrijving)?

Slide 13 - Open vraag