Week 8 - 2HM

Welkom
Afspraken in de klas
  • telefoon in de telefoontas
  • zitten volgens plattegrond
  •  device opgeladen bij je
  • boeken en ruitjesschrift bij je
  • spullen liggen klaar voor het begin van de les (boek, device, pen potlood, activiteitenboek B, ruitjesschrift, rekenmachine, geo-driehoek)
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Afspraken in de klas
  • telefoon in de telefoontas
  • zitten volgens plattegrond
  •  device opgeladen bij je
  • boeken en ruitjesschrift bij je
  • spullen liggen klaar voor het begin van de les (boek, device, pen potlood, activiteitenboek B, ruitjesschrift, rekenmachine, geo-driehoek)

Slide 1 - Tekstslide

Schoolregels
  • Als de docent praat ben je stil
  • Als de docent praat is je device gesloten
  • In de klas praat je in een taal die iedereen verstaat
  • Op een vraag probeer je altijd antwoord te geven
  • Gesprekken buiten de lesstof om na de les
  • Geen kauwgom, oortjes in, tassen op tafel

Slide 2 - Tekstslide

Studieplanning
Week 8, nog 5 weken tot toetsweek 3 (nog 4 lessen)
  

Periodeplanning
Hoofdstuk 6: Elektriciteit - p 123
2 cijfers
- PO: Praktische opdracht (tweede week na de voorjaarsvakantie)
- Toets over H6 (in de toetsweek) (paragraaf 6.1 tot 6.5)
Zorg dat je alles begrijpt. Iets niet helemaal duidelijk? Vragen!

Slide 3 - Tekstslide

Start van de les
Energizer / Demo / Klassikale oefening
  • Terugblik - vorige week
  • De digitale methode - hebben jullie toegang?
  • Classroom - kan iedereen daarin - onder Schoolwerk
  • Hebben jullie nog plannen voor de vakantie

Slide 4 - Tekstslide

Terugblik
  • Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen stroom en spanning
  • Je kunt vertellen wat een serieschakeling is
  • Je kunt een parallelschakeling tekenen op het bord
  • Je kunt de formule van Vermogen op het bord zetten
  • Je kunt nog een formule van Vermogen op het bord zetten
  • Je kunt mbv de stroomsterkte uitrekenen wat het vermogen is
  • Je kunt in eigen woorden uitleggen wat kortsluiting is
  • Je weet waarom er zekeringen in de meterkast zitten
  • Je weet hoe je zorgt voor elektrische veiligheid

Slide 5 - Tekstslide

Terugblik
  • Je kent de eenheden van U, I, P, E en t
  • Je kent de namen van de grootheden die hier bij horen
  • Je kent de afkortingen van deze eenheden
  • Je kunt uitleggen wanneer er stroom loopt door een lampje
  • Je kunt een een stroomkring tekenen met de juiste symbolen
  • Je kunt uitleggen wat een geleider is en wat een isolator is
  • Je kunt hier voorbeelden van geven
  • Je weet hoe je lampjes moet aansluiten

Slide 6 - Tekstslide

Terugblik
  • Zijn er nog vragen over het HW van paragraaf 6.3

  • Huiswerk par 6.4 opgaven 2-19 p76?
  • (Classroom bevat antwoorden) 
  • Niet iedereen heeft deze misschien gemaakt
  • Daarom gaan we klassikaal op de device hiermee aan de slag

Slide 7 - Tekstslide

Vraag 2 - 3 modellen: schrijf overeenkomst en verschil: a. de hersenen voorstelt als een computer; b het oog voorstelt als een camera

Slide 8 - Open vraag

Vraag 3: hoe zou je bij een cv-installatie de 'stroomsterkte' willen omschrijven?

Slide 9 - Open vraag

6. Zie figuur in het activiteitenboek.
a. Hoe groot is de stroomsterkte als je een kriebelig gevoel krijgt
b. Vanaf welke stroomsterkte is de stroom direct dodelijk

Slide 10 - Open vraag

6. Wat is de eenheid van stroomsterkte?

Slide 11 - Open vraag

7. Een lampje van 3 Watt wordt aangesloten op een batterij van 6 Volt.
a. Hoeveel energie zet de lamp elke seconde om in licht en warmte;
b. Hoe groot is de stroomsterkte door de lamp

Slide 12 - Open vraag

8. Op een typeplaatje van een boormachine staat 230V/600W
a. op welke spanning moet deze boormachine worden aangesloten
b. hoeveel energie gebruikt deze boormachine elke seconde
c. bereken de stroomsterkte door de boormachine

Slide 13 - Open vraag

9. Twee lampjes zijn parallel geschakeld op een batterij
a. Teken in je boek/schrift het schakelschema
b. Hoeveel energieverbruikers komt de stroom tegen van de pluspool naar de minpool?
c. Als door elk lampje 1 A stroomt, hoe groot is dan de stroomsterkte die van de plus vertrekt?

Slide 14 - Open vraag

10. Twee lampjes zijn in serie geschakeld
a. Teken hiernaast het schakelschema;
b. Hoeveel energiebronnen komt de stroom tegen van de plus naar de minpool;
c. Als door elk lampje 1 A stroom gaat, hoe groot is dan de stroomsterkte die van de plus vertrekt?

Slide 15 - Open vraag

11. a. Lampje P en Q in de tekening in het boek zijn hetzelfde / verschillend, want:
b. Wat wijst stroommeter 1 aan?
c. Hoe groot is daar de stroomsterkte op de plaatsen 4, 5, en 6?
Stroomsterkte4 = ........ Stroomsterkte5 ........ Stroomsterkte6 ........

Slide 16 - Open vraag

12. Leg uit waardoor bij kortsluiting de stroomsterkte zo groot kan worden

Slide 17 - Open vraag

13. Bij welke van de drie schakelingen in het werkboek ontstaat kortsluiting?

Slide 18 - Open vraag

14. In de meterkast zitten zekeringen van 16A. Wat betekent dit?

Slide 19 - Open vraag

15. Hoeveel apparaten van 100W mogen tegelijkertijd parallel worden aangesloten op het lichtnet zodat de zekering van 16A nog net niet alles uitschakelt? Geef de berekening.

Slide 20 - Open vraag

16. Een wasmachine van 2500 W en de magnetron van 1000 W worden tegelijkertijd op het stopcontact aangesloten
a. Bereken de stroomsterkte die door de zekering gaat
b. Leg uit of deze doorbrandt

Slide 21 - Open vraag

17. Schrijf drie veiligheidsvoorschriften voor het lichtnet op

Slide 22 - Open vraag

19. Hoogspanningskabels zijn levensgevaarlijk. Waarom geldt dit niet voor de hoge spanning van een Teslabol?

Slide 23 - Open vraag

Practicum 6.4 p80 en 81
Wat: Oefenen met het aansluiten van meerdere lampjes en het aansluiten van de stroommeter
Hoe: Werken in tweetallen
Hulp: Werk rustig samen met je buurman/buurvrouw. Als dat niks oplevert steek je je vinger op en komt de docent langs.
Tijd: 25 minuten
Uitkomst: Je weet nu hoe je een stroommeter moet aansluiten
Klaar: Ruim alles heel netjes op en ga aan de slag met het huiswerk: lezen paragraaf 6.5 en maak opgaven 2 t/m 11 p82
timer
25:00

Slide 24 - Tekstslide

Deze les: 6.4 Stroomsterkte
Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat een model is voor stroom
  • Je kunt met behulp van de stroomsterkte uitrekenen wat het vermogen is
  • Je kunt in eigen woorden uitleggen wat kortsluiting is
  • Je weet waarom er zekeringen in de meterkast zitten
  • Je weet hoe je zorgt voor elektrische veiligheid

Slide 25 - Tekstslide

Afronding en huiswerk
Deze les:
  • leerdoelen: Je kunt uitleggen wat een model is voor stroom; Je kunt met behulp van de stroomsterkte uitrekenen wat het vermogen is; Je kunt in eigen woorden uitleggen wat kortsluiting is; Je weet waarom er zekeringen in de meterkast zitten; Je weet hoe je zorgt voor elektrische veiligheid.
  • begrippen: stroommodel, stroommeter, stroomstrerkte (I), Ampère (A), Vermogen (P), kortsluiting, zekering, randaarde, aardlekschakelaar
  • Huiswerk: Lees paragraaf 6.5: Weerstand. Maak opgaven 2 t/m 11 - p82
  • Verder werken in het opgavenboekje - deze moet afgerond zijn aan het einde van dit blok
  • Volgende week: 6.5 Weerstand.

Slide 26 - Tekstslide

Deze les: 6.5 Weerstand
Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen waarom stroom niet overal doorheen gaat
  • Je kunt in eigen woorden uitleggen wat elekrtische weerstand is
  • Je kent de eenheid van weerstand
  • Je kent de formule van weerstand
  • Je weet waarvoor je weerstanden gebruikt
  • Je weet hoe je in een serieschakeling de weerstand kunt berekenen

Slide 27 - Tekstslide

Om te onthouden

Slide 28 - Tekstslide

Phed Simulatie
Circuit constructiedoos: gelijkstroom

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Link

Lees paragraaf 6.4 en noteer 10 begrippen die volgens jou de paragraaf samenvatten
Noteer in je schrift wat deze betekenen
timer
10:00

Slide 31 - Open vraag

Wat is het verschil tussen
stroom en spanning?
timer
1:00

Slide 32 - Open vraag

Wat is het verschil tussen stroom en spanning?

Slide 33 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen stroom en spanning?

Slide 34 - Tekstslide

You-Tube
  • Vermogen: P = U * I

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video

You-Tube
  • Het kaboutermodel van elektriciteit

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video

Werkboek theorie / practica
  • praktijk en theorie is naast het werkboek B huiswerk en moet worden afgetekend aan het einde van het blok
  • Iedere les gaan we hier ca. 15 minuten mee aan de slag (indien we daar tijd voor hebben)

Slide 39 - Tekstslide

Een kantoor is voorzien van 26 TL buizen van 80 W. De verlichting staat iedere werkdag 9 uur aan. Het kantoor is 2 van de 52 weken per jaar dicht. Hoeveel energie wordt er in een jaar door de verlichting gebruikt uitgedrukt in kWh?
(Gebruik GGFBA)

Slide 40 - Open vraag

Practicum geleiding 6.3 p72
Wat: LOefenen met het aansluiten van
Hoe: Werken in tweetallen
Hulp: Werk rustig samen met je buurman/buurvrouw. Als dat niks oplevert steek je je vinger op en komt de docent langs.
Tijd: 25 minuten
Uitkomst: Je weet nu hoe je een spanningsbron moet aansluiten op een lampje en hoe je een stroomkring moet bouwen. Je weet hoe je moet bepalen oef iets een geleider of isolator is.
Klaar: Ruim alles heel netjes op en ga aan de slag met het huiswerk
timer
25:00

Slide 41 - Tekstslide

6.4 Stroomsterkte
Wat: Lees paragraaf 6.4 Stroomkring - en maak opgaven 2 t/m 19 uit activeiteinboek B
Hoe: Zelfstandig werkend
Hulp: Eerst overleggen met je buurman/buurvrouw. Als dat niks oplevert steek je je vinger op en komt de docent langs.
Tijd: 25 minuten
Uitkomst: Je kunt nu weet nu hoe je het energieverbruik kunt berekenen
Klaar: dBedenk een mop die met stroom heeft te maken en mail deze aan de docent en ga verder met de opgaven uit het boekje elekctronica
timer
10:00

Slide 42 - Tekstslide

Afronding en huiswerk
Deze les:
  • leerdoelen: Je kunt uitleggen wat een model is voor stroom; Je kunt met behulp van de stroomsterkte uitrekenen wat het vermogen is; Je kunt in eigen woorden uitleggen wat kortsluiting is; Je weet waarom er zekeringen in de meterkast zitten; Je weet hoe je zorgt voor elektrische veiligheid.
  • begrippen: stroommodel, stroommeter, stroomstrerkte (I), Ampère (A), Vermogen (P), kortsluiting, zekering, randaarde, aardlekschakelaar
  • Huiswerk: maken opgaven 6.4: 2 t/m 18 uit activiteitenboek B
  • Start met het opgavenboekje - deze moet afgerond zijn aan het einde van dit blok
  • Volgende week: 6.5 Weerstand.

Slide 43 - Tekstslide

Url
Aristotle

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Link