les 5: Verbindingsmanieren

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze les

Korte terugblik vorige les
theorie verschillende leesstrategieën


Slide 2 - Tekstslide

Vorige lessen
Les 1: hoofdgedachte - onderwerpen - tekstsoorten en doelen.
Les 2: tekststructuren - hoofd en bijzaken.
Les 3: Leesstrategieën.

Slide 3 - Tekstslide

Op welk leesmanier vind je het onderwerp van de tekst?
A
Globaal lezen
B
Oriënterend lezen
C
Precies lezen
D
Zoekend lezen

Slide 4 - Quizvraag

In welk deel van de tekst vind je de kern (het belangrijkste)?
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot
D
inleiding en slot

Slide 5 - Quizvraag

Wat doe je als je in een folder de openingstijden van een dierentuin zoekt?
A
De hele tekst precies lezen
B
zoekend lezen
C
oriënterend lezen
D
globaal lezen

Slide 6 - Quizvraag

Verbindingsmanieren

  • Alinea's kunnen op verschillende manieren met elkaar verbonden worden.
1. Een signaalwoord of een signaalwoordgroep
:
Verder zijn hoge kosten van cartridges en printers ook een groot probleem. Soms kosten twee van zulke inktpatronen evenveel als de hele printer. (= opsomming)


Slide 7 - Tekstslide

Verbindingsmanieren

  • Aan het begin van de alinea worden worden of een groep woorden uit de vorige alinea herhaald. Dit kan in andere woorden:
  • 2. Een herhaling van een woord of woordgroep
  • Voetballen en andere sportartikelen worden in derdewereldlanden vaak door kinderen gemaakt. De arbeidsomstandigheden zijn nogal eens slecht.  
  • De voetbalbond FIFA vindt dat kinderarbeid niet kan en dat sportartikelen onder goede omstandigheden geproduceerd moeten worden.


Slide 8 - Tekstslide

Verbindingsmanieren
3. Een overgangszin met een verwijzend woord :
  • In de laatste ijstijd was de Noordzee nog land. Je kon helemaal van Nederland naar Engeland lopen. Op die vlakte leefden allerlei dieren die nu zijn uitgestorven, zoals de wolharige mammoet, het reuzehert en de sabeltandtijger.

  • De botten hiervan komen nog steeds regelmatig naar boven in de netten van vissers. Hun sleepnetten schuren immers over de Noordzeebodem waar de overblijfselen van de prehistorische dieren liggen.

Slide 9 - Tekstslide

Verbindingsmanieren
4. Door aankondigende zinnen
  • Een aankondigende zin staat meestal aan het eind van een alinea en vertelt wat je verderop in de tekst kunt verwachten :
  • Laten we eens stuk voor stuk gaan bekijken wat de argumenten van de clubleiding nu echt waard zijn. Ten eerste het gebrek aan geld om nieuwe spelers te kunnen kopen. Als je naar de begroting kijkt, is er voldoende geld. Het wordt echter aan allerlei andere zaken uitgegeven.

  • Laten we eens stuk voor stuk gaan bekijken wat de argumenten van de clubleiding nu echt waard zijn. Ten eerste het gebrek aan geld om nieuwe spelers te kunnen kopen. Als je naar de begroting kijkt, is er voldoende geld. 

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht
Open les 5 in LessonUp en maak slide 13 t/m 29.


Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 13 - Open vraag

Wat is de hoofdgedachte van de tekst?

Slide 14 - Open vraag

In de tekst staat een top vijf. Schrijf van elke top de kernzin op.

Slide 15 - Open vraag

Zet de kernzinnen in je eigen woorden:
1. De zomer blijkt voor jongeren het perfecte moment om vaardigheden te trainen waar ze later in hun loopbaan profijt van hebben.
2. 25 procent van de ondervraagden werkt deze zomer om lekker te cashen.
3. De zomer is ook het ideale moment om een vaste bijbaan te vinden én er te blijven hangen.
4. Als alle klasgenoten op vakantie zijn, blijkt een zomerbaan voor sommige jongeren de ideale manier om nieuwe leeftijdsgenoten en vrienden te ontmoeten.
5. Geweldige herinneringen opdoen motiveert bij aanvang van de zomer slechts een klein deel van Generatie Z om aan het werk te gaan.

Slide 16 - Open vraag

Vat de tekst samen in minimaal 75 en maximaal 120 woorden.

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

De door jou gelezen tekst is niet compleet. Het zijn de eerste vier alinea's ervan.
1. Bepaal tot en met welke alinea de inleiding loopt
2. Geef aan waarom jij denkt dat dat zo is

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

De door jou gelezen tekst is niet compleet. Het zijn de eerste drie alinea's ervan.
1. Bepaal tot en met welke alinea de inleiding loopt
2. Geef aan waarom jij denkt dat dat zo is

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

De door jou gelezen tekst is niet compleet. Het zijn de eerste vijf alinea's ervan.
1. Bepaal tot en met welke alinea de inleiding loopt
2. Geef aan waarom jij denkt dat dat zo is

Slide 23 - Open vraag

Dit is het slot van de tekst: " 's Ochtends koeien melken, 's middags op het ijs."
Dit is het slot van de tekst: "Pak de tabakslobby keihard aan."
Tekst 1

Tekst 2

Slide 24 - Tekstslide

Het slot van tekst 1 (koeien/schaatsen)
is een:
A
herhaling van het standpunt
B
samenvatting
C
aanbeveling/advies
D
toekomstverwachting

Slide 25 - Quizvraag

Het slot van tekst 2 (tabakslobby)
is een:
A
herhaling van het standpunt
B
samenvatting
C
aanbeveling/advies
D
toekomstverwachting

Slide 26 - Quizvraag

Welk onderdeel vind jij nog lastig?

Slide 27 - Open vraag