In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog
Les 2
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we vandaag doen?
Checks vorige doelen/les
Doelen
Lezing
Checks
Workshoptijd
Slide 2 - Tekstslide
Welk jaartal hoort bij het begrip Von Schlieffenplan
A
1914
B
1917
C
1923
D
1924
Slide 3 - Quizvraag
Wie kwamen na de Russische Revolutie van 1917 in Rusland aan de macht?
A
kapitalisten
B
communisten
C
fascisten
D
nationaalsocialisten
Slide 4 - Quizvraag
Amerika doet mee met de Eerste Wereldoorlog in het jaar:
A
1912
B
1914
C
1917
D
1918
Slide 5 - Quizvraag
Welk verdrag moest Duitsland na de Eerste Wereldoorlog tekenen?
A
Verdrag van München
B
Verdrag van Parijs
C
Verdrag van Versailles
D
Verdrag van Münster
Slide 6 - Quizvraag
Wat betekend het begrip mobilisatie?
A
Het leger gaat meevechten
B
Het leger kan zich snel bewegen
C
Het leger communiceert veel met elkaar
D
Het leger staat paraat, maar vecht niet mee.
Slide 7 - Quizvraag
Wie is de schuldige van de oorlog, volgens het Verdrag van Versailles?
A
Oostenrijk-Hongarije
B
Rusland
C
Frankrijk
D
Duitsland
Slide 8 - Quizvraag
Vooraf controleren van het nieuws/pers door de overheid:
A
Communisme
B
Indoctrinatie
C
propaganda
D
censuur
Slide 9 - Quizvraag
Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen welke gevolgen de Eerste Wereldoorlog voor Nederland heeft gehad.
Jullie kunnen de "Vergissing van Troelstra"uitleggen.
Slide 10 - Tekstslide
2.4 Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog
Doel: weten welke gevolgen WOI had voor Nederland
begrippen: mobilisatie,dodendraad,distributie, neutraal, vergissing van Troelstra
Slide 11 - Tekstslide
Neutraal
Nederland was tijdens de Eerste Wereldoorlog, neutraal
Neutraal betekent dat je geen partij kiest
Voor een handelsland als Nederland is dat lastig: je handelt immers met beide partijen.
Slide 12 - Tekstslide
Mobilisatie
1914
Hoewel Nederland neutraal was, mobiliseerde het leger toch:
ook België had zich immers neutraal verklaard,
maar was toch aangevallen!
Slide 13 - Tekstslide
Gevolgen van
de Eerste Wereldoorlog
voor Nederland
Slide 14 - Tekstslide
Vluchtelingen:
1.000.000. vluchtelingen.
Vooral Belgische burgers.
Maar ook Engelse, Duitse en Belgische soldaten die aan de oorlog wilden ontsnappen.
Slide 15 - Tekstslide
Dodendraad
Ook wel: De Draad, genoemd
De Dodendraad was door de Duitsers aangelegd tussen België en Nederland
Zo wilden ze voorkomen dat geallieerde soldaten, Duitse deserteurs, spionnen of oorlogsvrijwilligers naar of van België konden reizen
Op de draad stond 2000 volt
Vermoedelijk zijn rond de 1000 mensen om het leven gekomen
Let op:
nieuwe naam/nieuw begrip voor dit schooljaar!
Dit betekent vrijwel zeker dat hierover een vraag komt in het eindexamen!
!
Slide 16 - Tekstslide
Contact met de Dodenraad, waarop 2000 volt stond, betekende dood door elektrocutie...
...daarom bedachten smokkelaars allerlei manieren om de draden niet aan te raken.
Slide 17 - Tekstslide
Onbeperkte duikbootoorlog van Duitse leger maakt handel drijven van Nederland steeds moeilijker
Slide 18 - Tekstslide
Distributie
Om de producten eerlijk te verdelen werden er distributiebonnen verdeeld.
Slide 19 - Tekstslide
Aardappeloproer Amsterdam 1917
Vrouwen plunderden een schip vol aardappelen. Zij deden dit omdat zij en hun familie honger leden.
GOED / FOUT
Slide 20 - Tekstslide
De vergissing van Troelstra
Slide 21 - Tekstslide
Gevolg voor Nederland:
de vergissing van Troelstra
9 november 1918: leider SDAP, Pieter Jelles Troelstra, roept de revolutie uit
Kreeg nauwelijks steun dus alles bleef bij het oude
Slide 22 - Tekstslide
Gevolgen neutraliteit
De Keizer vlucht net na de oorlog uit Duitsland.
Hij krijgt asiel in Nederland en woont daar tot zijn dood in 1941
Slide 23 - Tekstslide
Nederland tijdens WO1. Welke is NIET juist?
A
mobilisatie
vluchtelingen
neutraal
B
dodendraad
smokkelen
geen partij kiezen
C
Neutraal
Tegen Duitsland
Dodendraad
D
vluchtelingen
Het leger sterk maken
geen partij kiezen
Slide 24 - Quizvraag
Wie legde het dodendraad aan?
A
Belgen
B
Duitsers
C
Engelsen
D
Nederlanders
Slide 25 - Quizvraag
Wat is het distributiesysteem?
A
Bonnetjes sparen
B
Manier van oorlogvoeren
C
Eerlijke verdeling voedsel door bonnen
D
Duitsers die torpedo's schieten op iedereen
Slide 26 - Quizvraag
WO1: De Duitsers wilden eerst door Nederland naar Frankrijk trekken
A
Waar
B
Niet waar
Slide 27 - Quizvraag
Hoeveel Belgische vluchtelingen kwamen er naar Nederland?
A
10.000
B
100.000
C
1.000.000
D
10.000.000
Slide 28 - Quizvraag
Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd in Nederland het distributiestelsel ingevoerd. Waarom was het distributiestelsel nodig? En voor welke groep was dit stelsel bedoeld?
A
Het was nodig vanwege de Dodendraad, en het was alleen bedoeld voor Belgische vluchtelingen.
B
Het was nodig vanwege de Dodendraad, en het was bedoeld voor alle burgers.
C
Het was nodig vanwege de handelsbelemmeringen, en het was alleen bedoeld voor Belgische vluchtelingen.
D
Het was nodig vanwege de handelsbelemmeringen, en het was bedoeld voor alle burgers.
Slide 29 - Quizvraag
Wie denkt dat Nederland toe is aan een revolutie
A
Kuyper
B
Schaepman
C
Troelstra
D
Gavrilo Princip
Slide 30 - Quizvraag
In de bron is te zien dat de Dodendraad wordt aangelegd onder toezicht van soldaten.
Bij welk land horen deze soldaten?
A
België
B
Duitsland
C
Nederland
D
Frankrijk
Slide 31 - Quizvraag
Jaartallen uit deze les
1914: Mobilisatie
1915/1917: Onbeperkte Duikbotenoorlog van Duitsland
1917: Aardappeloproer
Slide 32 - Tekstslide
Begrippen uit deze les
Onbeperkte Duikbotenoorlog
mobilisatie
neutraal
Dodendraad
Aardappeloproer
Slide 33 - Tekstslide
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd
Slide 34 - Open vraag
Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen
Slide 35 - Open vraag
DOEN (Huiswerk)
Lezen par 2.4
-Opdrachten
Maken 1 tm 8
-Beantwoorden lesdoelen voor jezelf in je schrift
LESDOELEN
Je kan herkennen en uitleggen welke gevolgen de Eerste Wereldoorlog voor Nederland heeft gehad.
Jullie weten wat de vergissing van Troelstra inhield