4.5 Vermogen en energie

4.5 Vermogen en energie


Waar komt dit water vandaan?   3.1 soorten water
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NaskMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4.5 Vermogen en energie


Waar komt dit water vandaan?   3.1 soorten water

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
Herhalen les 4.3 De stroomkring

Leerdoelen van deze les;  

Introductie, instructie en controle vragen over de les;

Vragen maken die horen bij de les.
Eerder klaar => test jezelf

Slide 2 - Tekstslide

Je hebt een materiaal waar elektrische stroom gemakkelijk doorheen kan.

Dit materiaal is een...
A
Geleider
B
Isolator

Slide 3 - Quizvraag

Je hebt een materiaal waar elektrische stroom NIET doorheen kan.

Dit materiaal is een...
A
Geleider
B
Isolator

Slide 4 - Quizvraag

Noem een die elektriciteit wel geleidt

Slide 5 - Open vraag

Noem een die elektriciteit NIET geleidt

Slide 6 - Open vraag

leerdoelen:
4.4.1 Je kunt uitleggen hoe je lampen en andere apparaten in serie schakelt.
4.4.2 Je kunt uitleggen waarom in een serieschakeling van lampen de stroomkring onderbroken is als er één lamp kapot is.
4.4.3 Je kunt uitleggen waarom in een parallelschakeling apparaten apart aan- en uitgezet kunnen worden.
4.4.4 Je kunt beschrijven waarom een parallelschakeling twee of meer stroomkringen heeft.

Introductie
Als er één lamp kapotgaat in je kamer, dan blijven de andere lampen aan. Dat is maar goed ook. Het zou heel onhandig zijn als je dan meteen in het donker zit.

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen
4.4.1 Je kunt uitleggen hoe je lampen en andere apparaten in serie schakelt.
4.4.2 Je kunt uitleggen waarom in een serieschakeling van lampen de stroomkring onderbroken is als er één lamp kapot is.
Serieschakeling
Je weet al: batterijen kun je in serie schakelen. Je legt de batterijen met de plus en de min tegen elkaar. Lampen en andere apparaten kun je ook in serie schakelen. Je legt ze niet tegen elkaar, maar verbindt ze met draden. Je maakt dan een schakeling.

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoelen
4.4.1 Je kunt uitleggen hoe je lampen en andere apparaten in serie schakelt.
4.4.2 Je kunt uitleggen waarom in een serieschakeling van lampen de stroomkring onderbroken is als er één lamp kapot is.
Serieschakeling in een stroomkring
In een serieschakeling zitten alle lampen in één stroomkring. De stroom gaat van de spanningsbron (+) eerst door lamp 1, daarna door lamp 2 en dan terug naar de spanningsbron (−).
Als één lamp kapotgaat, is de stroomkring onderbroken. 
Want de stroom kan niet door de kapotte lamp. 
De andere lamp gaat dan ook uit, 
want in een onderbroken stroomkring kan 
geen stroom lopen.

Slide 9 - Tekstslide

Leerdoelen
4.4.1 Je kunt uitleggen hoe je lampen en andere apparaten in serie schakelt.
4.4.2 Je kunt uitleggen waarom in een serieschakeling van lampen de stroomkring onderbroken is als er één lamp kapot is.
Opdracht 1 t/m 3 en P1.

Slide 10 - Tekstslide

Quiz
In een oude kerstboomverlichting zijn 24 lampjes in serie geschakeld. Eén van de lampjes gaat stuk.

Wat gebeurt er met de andere lampjes?
A
Alle lampjes blijven branden
B
De andere lampjes branden niet meer

Slide 11 - Quizvraag

leerdoelen:
4.4.3 Je kunt uitleggen waarom in een parallelschakeling apparaten apart aan- en uitgezet kunnen worden.
4.4.4 Je kunt beschrijven waarom een parallelschakeling twee of meer stroomkringen heeft.
Parallelschakeling
Je kunt de apparaten thuis in serie schakelen (afbeelding 4). Maar dan moet de wasmachine aanstaan als je de mixer wilt gebruiken! Dat is niet handig. Daarom zijn de apparaten in huis apart van elkaar geschakeld. Elk apparaat is met een eigen stekker aangesloten op het stopcontact. Dat noem je: parallel schakelen. Apparaten die parallel geschakeld zijn, kun je apart aan- en uitzetten.
In een parallelschakeling heeft ieder apparaat een eigen stroomkring. In afbeelding 5 zie je een parallelschakeling met twee stroomkringen. Als één lampje kapotgaat, blijft het andere lampje branden. Een parallelschakeling heeft twee of meer stroomkringen. Als één apparaat kapotgaat, dan kunnen de andere apparaten gewoon werken.

Slide 12 - Tekstslide

Een parallelschakeling
Opdracht 4 t/m 10 +P2

Slide 13 - Tekstslide

Er branden vier lampen in een kamer. Een lamp in de kamer gaat kapot. De rest van de lampen in de kamer blijft branden.

In deze kamer zijn de lampen....
A
In serie geschakeld
B
Parallel geschakeld

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Aan het werk! NOVA
Wat? 4.3 De stroomkring
Opdracht 1 t/m 16
Niet de P-opdrachten!
Waar? In Magister naar leermiddelen Nova Nask. 
Hoe? Als het bord op rood staat werk je alleen en in stilte.
Als het bord op groen staat mag je fluisterend overleggen met je buurman. 
Heb je vragen? Steek je hand op en ik kom bij je. 
Klaar? Maak test jezelf!

timer
1:00

Slide 16 - Tekstslide


Schrijf drie dingen op die je deze les hebt geleerd.
Dit is een open vraag.

Slide 17 - Open vraag


Stel een vraag over iets wat je 
nog niet zo goed hebt begrepen.
Dit is een open vraag.

Slide 18 - Open vraag