L8 H4 TZ verkleinwoorden 2KM

Welkom! 
Ga naar je plek, pak je spullen en maak de startopdracht 
  • Lesboek en leesboek, schrift, pen
  • Lees in stilte in je leesboek (10 minuten)
timer
10:00
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom! 
Ga naar je plek, pak je spullen en maak de startopdracht 
  • Lesboek en leesboek, schrift, pen
  • Lees in stilte in je leesboek (10 minuten)
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Welkom! 
Ga naar je plek, pak je spullen en maak de startopdracht 
  • Lesboek en leesboek, schrift, pen
  • Lees in stilte in je leesboek (10 minuten)
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Welkom! 
Ga naar je plek, pak je spullen en maak de startopdracht
Leesboek en lesboek, schrift, pen
Lees in stilte in je leesboek (10 minuten)
timer
5:00

Slide 3 - Tekstslide

Welkom! 
Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint.
  • leesboek
  • lesboek
  • pen
  • schrift
timer
2:00

Slide 4 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Lesdoelen
  • Mededelingen
  • Lezen
  • Theorie
  • Zelfstandig werken
  • Samenwerken
  • Huiswerk
  • Evaluatie les

Slide 5 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Ik kan verwijswoorden op de goede manier gebruiken.
  • Ik kan verkleinwoorden goed spellen.

Slide 6 - Tekstslide

Mededelingen
Wat moet ik weten?

Slide 7 - Tekstslide

SO taalverzorging en woordenschat H3 t/m 5
maandag 27 maart

Slide 8 - Tekstslide

Lezen in stilte
timer
10:00

Slide 9 - Tekstslide

Nakijken
opdracht 1 t/m 4 op blz. 133

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Kind

Slide 13 - Tekstslide

Kindje

Slide 14 - Tekstslide

Lied

Slide 15 - Tekstslide

Liedje

Slide 16 - Tekstslide

Gitaar

Slide 17 - Tekstslide

Gitaartje

Slide 18 - Tekstslide

Gehaktbal

Slide 19 - Tekstslide

Gehaktballetje

Slide 20 - Tekstslide

Kauwgom

Slide 21 - Tekstslide

Kauwgompje

Slide 22 - Tekstslide

Verkleinwoorden
Je kunt een zelfstandig naamwoord verkleinen. Een verkleinwoord maak je meestal door het achtervoegsel -je achter een zelfstandig naamwoord te plakken:

huis – huisje
stok – stokje.

Slide 23 - Tekstslide

Verkleinwoorden
Soms moet je ook nog iets anders veranderen. Bijvoorbeeld:

• stoel – stoeltje; schoen – schoentje
• boom – boompje; scherm – schermpje
• ketting – kettinkje; koning – koninkje
• auto – autootje; café – cafeetje
• stem – stemmetje; man – mannetje
• ring – ringetje; tekening – tekeningetje
Als je twijfelt hoe je een verkleinwoord schrijft, kun je het verkleinwoord opzoeken op woordenlijst.org .

Slide 24 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Maak: 
Opdracht 1 t/m 5 op blz. 108 (nakijken blz. 64)
Opdracht 1 t/m 6 op blz. 110 (nakijken blz. 66)
Oefen in Numo aan de zaak zinsontleding 2
Heb je een vraag?
Steek je vinger op!
Ben je klaar?
Werk verder aan numo taak: zinsontleding 1  en voltooid deelwoord



timer
5:00

Slide 25 - Tekstslide

Rustig samenwerken

Maak:
Opdracht 1 t/m 5 op blz. 108 (nakijken blz. 64)
Opdracht 1 t/m 6 op blz. 110 (nakijken blz. 66)
Oefen in Numo aan de zaak zinsontleding 2
Heb je een vraag?
Steek je vinger op!
Ben je klaar?
Werk verder aan numo taak: zinsontleding 1 en 2 en voltooid deelwoord























timer
5:00

Slide 26 - Tekstslide

Huiswerk
Datum:
maandag 20 maart

Maken:
Opdracht 1 t/m 5 op blz. 108
Opdracht 1 t/m 6 op blz. 110


Slide 27 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Ik kan verkleinwoorden goed spellen.

Slide 28 - Tekstslide

Evaluatie
  • Wat heb je geleerd deze les?
  • Wat ging er goed?
  • Wat kan beter?

Slide 29 - Tekstslide

Tot de volgende les!

Slide 30 - Tekstslide

Nakijken
Opdracht 1 t/m 5 vanaf blz. 106

Slide 31 - Tekstslide