1f Rekenen H11.2 vervolg en 11.3

Goedemorgen
Wat gaan we doen vandaag? 

1. Uitleg
2. Nakijken
3. Zelfstandig maken H11.2 & 11.3


1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Goedemorgen
Wat gaan we doen vandaag? 

1. Uitleg
2. Nakijken
3. Zelfstandig maken H11.2 & 11.3


Slide 1 - Tekstslide

Nakijken H10

Slide 2 - Tekstslide

Waar hebben we het vorige les over gehad?

Slide 3 - Woordweb

Hoeveel procent is het totaal altijd?

Slide 4 - Open vraag

In een pot zitten 12 rode knikkers, 3 witte knikkers en 5 blauwe knikkers. Hoeveel procent van de knikkers is rood?
A
100%
B
25%
C
15%
D
60%

Slide 5 - Quizvraag

Uitleg bij vraag
Stap 1: Schrijf de verhouding als breuk. 



Stap 2: Reken noemer om naar honderdsten.




Stap 3: percentage uitrekenen. 
60 % 
knikkers
12
Totaal
20
Knikkers
12
60
Totaal
20
100
Kan dit sneller? JA!

Gebruik de formule: 

deel / geheel x 100 %

12/20 x 100% = 60%

Slide 6 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Aan het einde van de les kunnen jullie rekenen met toe of afnamen van procenten
  • Aan het einde van de les kunnen jullie met behulp van procenten een totaal uitrekenen. 

Slide 7 - Tekstslide

Met procenten een totaal uitrekenen. 

Met een percentage en het getal wat daarbij hoort kun je het totaal uitrekenen. Je rekent uit wat 100 % is.

Voorbeeld: In een boekenkast staan 18 kinderboeken. Dit is 30 % van het totaal aantal boeken in de kast. 

Stap 1. Reken uit wat 1 %: 
18 = 30%
18/ 30 = 0,6         
1% is dus 0,6 boeken


Stap 2. Reken het totaal uit
100 % = 100 x 1%
100 x 0,6 = 60
Het totaal aantal boeken is dus 60

Slide 8 - Tekstslide

Er staan 20 rode auto's in een parkeergarage. Dit is 4% van alle auto's in de parkeergarage. Hoeveel auto's staan er in het totaal in de garage?
A
20
B
500
C
200
D
400

Slide 9 - Quizvraag

In een klas zitten 8 meisjes. Dit is 40 % van het totaal aantal kinderen in de klas. Hoeveel kinderen zitten er in totaal in de klas?
A
20
B
16
C
18
D
19

Slide 10 - Quizvraag

Afname en toename

Procenten worden gebruikt voor een toename of afname. Maar hoe reken je het uit? 

Stap 1. Reken uit hoeveel er af gaat of bijkomt. 
Stap 2. Haal dit ervan of of tel het er bij op. 
Voorbeeld 1: Een fiets kost normaal € 300. Je krijgt 15 % korting. Hoeveel moet je nu betalen? 
Stap 1: 15% van € 300 = 
15% /100 x 300 = € 45
Stap 2: € 300 - € 45 = € 255

In een pak zitten normaal 20 koekjes. Je krijgt tijdelijk 20% extra. Hoeveel koekjes zitten er nu in het pak? 
Stap 1: 20% van 20 
20%/100 x 20 = 4 
Stap 2: 20+4 =24 koekjes

Slide 11 - Tekstslide

Een kilo kaas kost normaal €9. Je krijgt nu 10% korting. Wat kost de kaas nu?
A
€ 8
B
€ 8,10
C
€ 9,90
D
€ 9

Slide 12 - Quizvraag

Zelfstandig werken
Jullie maken van H11: Opgave 9 tm 18. (Blz 233 tm 240) 

Jullie maken dit in stilte!

Vragen kan je stellen via de chat in teams! 

timer
15:00

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link