ecosystemen

• Biologie / Verzorging
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 4

Van individu tot ecosysteem

Individu = enkel organisme

Populatie = groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied

ecosysteem =  geheel van alle organismen in een bepaald gebied, hun onderlinge wisselwerkingen en hun leefomgeving. 

Leefgemeenschap = Alle populaties in een bepaald gebied

Vormen alle levende organismen in de sloot een ecosysteem, een levensgemeenschap of een populatie?

1. ecosysteem
2. levensgemeenschap
3. populatie

Wat is een voorbeeld van een ecosysteem?

1. Een dorp zoals Waarland.
2. Een eiland zoals Vlieland
3. Een werelddeel zoals Europa.
4. Een planeet zoals de aarde.

Van klein naar groot:
Individu - populatie - ecosysteem - levensgemeenschap

1. Juist
2. Onjuist

Alle levende wezens in de sloot vormen samen een...

1. ecosysteem
2. levensgemeenschap
3. populatie

Uitleg voedsekringloop

Producenten = organismen die zelf voedsel maken. Planten zijn producenten.

Consumenten = organismen die andere organismen eten. Dieren zijn consumenten.

Reducenten = organismen die het afval eten. Denk aan bacteriën en schimmels.

Voedselkringloop

1. Producenten

Met behulp van de mineralen maken de planten uit glucose weer andere voedingsstoffen. Planten zijn dus de makers ofwel producenten van voedingsstoffen.

2. Consumenten

Dieren en mensen eten de voedingsstoffen, die de planten maken. Dieren en mensen zijn dus de gebruikers van de voedingsstoffen in de voedselkringloop. Gebruikers noem je daarom ook wel consumenten.

reducenten  = afvaleters

Bodemdieren eten het afval van de producenten en de consumenten. Bodemdieren zijn dus afvaleters. 

Hoe worden de organismen met bladgroen in een voedselweb genoemd?

1. consumenten
2. reducenten
3. producenten

13 Welke organismen in de afbeelding zijn consumenten?

1. De paardenbloem en de wezel
2. De wezel en de paardenbloem.
3. Het konijn en de wezel.

Een paddenstoel is een...

1. Producent
2. Consument
3. Reducent

Reducenten zijn......

1. Organismen die anderen opeten
2. Organismen die afval opeten
3. Organismen die hun eigen voedsel maken

4 Komen stoffen van producenten via consumenten en reducenten weer bij producenten terecht?

1. Ja
2. Nee

Welke organismen horen bij de reducenten?

1. alleen bacteriën
2. bacteriën en schimmels
3. bacteriën en afvaleters
4. schimmels en afvaleters

aanpassing van organisme aan de omgeving

Bestuiving

Het overbrengen van stuifmeel van de meeldraden van de ene bloem naar de stamper van de andere bloem. 

Bestuiving

Het gaat er om dat het stuifmeel van een plant op dezelfde soort plant terecht komt. 

Een brandnetel kan een roos niet bestuiven. 

 Bestuiving

Soorten bestuiving:

- insectenbestuiving 

Bij de insectenbloemen trekt 

geur/kleur/vorm van kroonbladeren de insect aan. 

 Bestuiving

soorten bestuiving:

- windbestuiving 

Bij de windbloemen zijn de meeldraden lang en steken uit de bloem. ook de stijl of stempel is lang en steekt uit

Bij bestuiving komt stuifmeel op ....
van een bloem

1. het vruchtbeginsel
2. de kroonbladeren
3. de stempel
4. de stijl

Vindt er hier bestuiving plaats?

Het stuifmeel van een klaproos komt terecht op de stempel van een andere klaproos.

1. wel bestuiving
2. geen bestuiving

Welke bloem heeft bestuiving door middel van de wind?

1. 
2. 
3. 
4. 

Wanneer stuifmeelkorrels van een roos op de stempel komen van een tulp, noem je dat bestuiving.

1. waar
2. niet waar

Bekijk de afbeelding.

Welke pijl of welke pijlen geven bestuiving aan?

1. Alleen pijl 1
2. Alleen pijl 2
3. De pijlen 1 en 2