LJ1 2.1 Getallen deel 2 / LJ2 2.1 Oplossen met grafieken deel 2

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

	Vak: Wiskunde Hoofdstuk: LJ1 - 2.1 deel 2. LJ2 2.1 deel 2
1.	Lesopening
2.	Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
3.	Arrangementen + mini-check
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

LJ1: Pak je spullen van wiskunde voor je: boek, schrift en werkboek en open je boek op blz 61.

LJ2: Open je boek op blz 63. Lees de theorie goed door!! Probeer daarna de opdrachten alvast te maken. Opdracht 9 t/m 13.

Huiswerkcontrole

2. Lesdoel & Leergebiedoverstijgende doelen

Aan het eind van deze les:

- weet je wat delers zijn

- weet je wat veelvouden zijn

- ken je het verschil tussen even en oneven getallen

- weet je wat decimale getallen zijn

Leergebiedoverstijgende doelen:

Denkvermogen

- Weegt oplossingen tegen elkaar af

- Kiest beargumenteerd een oplossing

3. Arrangementen + mini-check

Verdiept arrangement (8 gemiddeld of hoger): niemand

Iedereen doet mee met de mini-check. 

Schrijf alle delers van 18 op.

Wat zijn de 1e vier veelvouden van 5?

Welk getal is groter?
0,85 of 0,58?

1. 0,85
2. 0,58

Welk getal is groter?
6,4 of 6,38?

1. 6,4
2. 6,38

Wie maakt wat? 

Had je 3 of 4 vragen van de mini-check goed? Dan mag je zelfstandig aan het werk. 
Je maakt opdracht 13 t/m 25 op blz. 62 t/m 65

De rest doet mee met de instructie. 

Delers

24 pennen kan ik eerlijk verdelen over 6 leerlingen

6 is een deler van 24

Wat zijn nog meer delers van 24?

Veelvouden

1 x 7 = 7

2 x 7 = 14

3 x 7 = 21

4 x 7 = 28

7, 14, 21 en 28 zijn veelvouden van 7

even of oneven

Getallen die deelbaar zijn door 2, noemen we EVEN

Getallen die niet deelbaar zijn door 2, noemen we ONEVEN

is 2 een even getal? en 343?

Decimale getallen

een getal met cijfers achter de komma, 

bijvoorbeeld:1,85

Dit is een getal met twee decimalen

20,478 heeft drie cijfers achter de komma. 

Daarom is dit een getal met drie decimalen

5. Begeleid inoefenen

Had je geen of maar 1 vraag goed bij de mini-check -->

Dan maken we samen opdracht 13, 15 en 23

6. Zelfstandig werken

Je maakt zelfstandig paragraaf 2.1 opdracht 13 t/m 25 op blz. 62 t/m 65.

Ben je klaar?

Dan kijk je de opdrachten na. 

Daarna pak je een wiskundespel uit de kast. 

1. Lesopening LJ2

Pak je boek van wiskunde, je schrift en je werkboek. 

Open je boek op blz 63.

Huiswerkcontrole.

2. Lesdoel & Leergebiedoverstijgende doelen

Aan het eind van deze les:

- Kun je oplossen met twee grafieken.

- Kun je twee formules met elkaar vergelijken.

Leergebiedoverstijgende doelen:

Denkvermogen

- Weegt oplossingen tegen elkaar af

- Kiest beargumenteerd een oplossing

3. Arrangementen + mini-check

Verdiept arrangement (8 gemiddeld of hoger): Bregje

Je maakt zelfstandig opdracht 9 t/m 13 op blz. 62 t/m 65

De rest doet mee met de mini-check. 

Wat is een snijpunt?

1. Het punt waar de grafiek de x-as snijdt
2. Het punt waar de grafiek de y-as snijdt
3. Het punt waar de grafiek door de oorsprong gaat (0,0)
4. Het punt waar twee grafieken elkaar snijden

Twee formules:
A hoogte = 7,75 + 1,4 × tijd
B hoogte = 2,5 × tijd
Welke grafiek loopt het steilst?

1. Formule A
2. Formule B
3. Beide even stijl
4. Geen idee

Wat betekent het snijpunt van deze twee grafieken?

1. Na 2 uur branden zijn de kaarsen beide 20 cm
2. De kaarsen zijn bij 10 cm even duur
3. De kaarsen zijn na 3 uur branden op
4. Na 3 uur branden zijn de kaarsen beide 10 cm

Wie maakt wat? 

Had je de vragen van de mini-check goed? Dan mag je zelfstandig aan het werk. 
Je maakt opdracht 9 t/m 13 op blz. 62 t/m 65

De rest doet mee met de instructie. 

4. Instructie

Pak de theorie erbij op blz 63. 
Bespreek deze samen en kijk hierna de video op de volgende slide. 

Oplossen met twee grafieken

Je kunt twee formules met elkaar vergelijken. Je gaat bijvoorbeeld uitzoeken na hoeveel uur branden twee kaarsen even lang zijn. Je tekent dan eerst de grafieken bij de formules. De coördinaten van het snijpunt gebruik je bij het beantwoorden van de vragen. Zo kun je oplossen met twee grafieken.

5. Begeleid inoefenen

Doorloop samen de voorbeeldopgave 'Oplossen met twee grafieken'.

Had je geen of maar 1 vraag goed bij de mini-check -->

Dan maken we samen opdracht 10

6. Zelfstandig werken

LJ 1 - Je maakt zelfstandig paragraaf 2.1 opdracht 13 t/m 25 op blz. 62 t/m 65

LJ 2 - Je maakt zelfstandig opdracht 9 t/m 13 op blz. 62 t/m 65

Ben je klaar?

Dan kijk je de opdrachten na en verbeter je.

Daarna pak je een wiskundespel uit de kast. 

7. Evaluatie LJ1

Hoe ging de les?

Zijn er nog opdrachten waar je moeite mee hebt?

- weet je wat delers zijn?

- weet je wat veelvouden zijn?

- ken je het verschil tussen even en oneven getallen?

- weet je wat decimale getallen zijn?

7. Evaluatie LJ2

Hoe ging de les?

Heb je nog vragen of vind je nog iets lastig? 

Lesdoel:

- Kun je oplossen met twee grafieken?

- Kun je twee formules met elkaar vergelijken?

Huiswerk & Toetsen

Huiswerk LJ1: 

Donderdag 20 oktober

2.1 opdracht 13 t/m 25

Huiswerk LJ2: 

Donderdag 20 oktober

2.1 opdracht 9 t/m 13

Toetsen LJ1: 

Toetsen LJ2: