In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Toets
GELOVEN
Slide 1 - Tekstslide
Leg in eigen woorden uit wat 'monotheïsme' betekent.
Slide 2 - Open vraag
Wat betekent "polytheïsme"?
Slide 3 - Open vraag
Bij welke religie geloven de gelovigen in "monotheïsme"?
A
Hindoeïsme
B
Boeddhisme
C
Jodendom
D
Grieken en Romeinen
Slide 4 - Quizvraag
Welke zin klopt NIET over het Joodse geloof
A
alle pasgeboren Joodse jongetjes moesten worden gedood, zei de farao
B
met Pesach herdenken ze dat Christus aan het kruis gestorven is
C
de Joden werden in Egypte als slaven gebruikt
D
Moses riep 10 plagen over de Egyptenaren af
Slide 5 - Quizvraag
Welk begrip heeft NIET met het Jodendom te maken?
A
exodus
B
diaspora
C
holocaust
D
Mekka
Slide 6 - Quizvraag
Het moderne Israël werd na de Tweede Wereldoorlog gesticht.
A
ja
B
nee
Slide 7 - Quizvraag
Het Joodse volk leeft verspreid over de hele wereld
A
ja
B
nee, alleen in Europa
C
nee
D
nee, alleen in Israël
Slide 8 - Quizvraag
In welke godsdienst speelt het woord 'Pesach' een rol?
A
Islam
B
Christendom
C
Jodendom
D
Boeddhisme
Slide 9 - Quizvraag
Mohammed is de profeet van de islam. Wat is een profeet?
A
Iemand die zijn voordeel wil halen
B
een leider die zijn volk aanvoert in oorlogstijd
C
een boodschapper van God
D
een soort god
Slide 10 - Quizvraag
Wat was de rol van Mohammed?
A
Hij was een profeet en moest de toekomst voorspellen
B
Hij was de burgemeester van Mekka, een belangrijke religieuze stad
C
Hij moest de Arabische legers verenigen tot één groot leger
D
Hij was profeet en moest de islam verspreiden
Slide 11 - Quizvraag
Met welk boek kun je de Koran vergelijken?
A
Encyclopedie
B
de Bijbel
C
Woordenboek
D
Roman
Slide 12 - Quizvraag
Als je moslim bent, dan moet je bidden richting...
A
het Oosten
B
Medina
C
Mekka
D
dat maakt niet uit, als je maar bidt
Slide 13 - Quizvraag
Waar of niet waar? Het hindoeïsme heeft één boek waarin alle regels van het hindoeïsme beschreven staan.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quizvraag
Waar of niet waar? De hindoes geloven in één god die in de hemel leeft.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 15 - Quizvraag
Waar of niet waar? Alle moskeeën of kerken of synagoges zien er ongeveer hetzelfde uit.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 16 - Quizvraag
Moskeeën zijn de enige plekken waar afbeeldingen van Mohammed mogen hangen
A
waar
B
niet waar
C
alleen in de moskeeën van heilige steden
Slide 17 - Quizvraag
"De kern van de islam is de geloofsbelijdenis."
A
waar
B
niet waar
Slide 18 - Quizvraag
Noem de 5 zuilen/regels van de Islam en nummer ze van 1 tot 5
Slide 19 - Open vraag
Hoeveel keer per dag bidden Joden?
A
5x
B
3x
C
7x
D
2x
Slide 20 - Quizvraag
De Sabbat is afgelopen op...
A
donderdag
B
vrijdag
C
zaterdag
D
zondag
Slide 21 - Quizvraag
Welke volgorde is juist? Oudste gebeurtenis eerst..
A
holocaust-diaspora-Israël
B
holocaust-exodus-diaspora
C
exodus-holocaust-Israël
D
diaspora-Israël-exodus
Slide 22 - Quizvraag
Waar vind je de Ka'aba?
A
in Jeruzalem
B
in Medina
C
in Mekka
D
in Istanbul
Slide 23 - Quizvraag
Mohammed schreef als profeet de boodschap op die hij van God had ontvangen. Het boek dat daaruit ontstaan is heet de Koran. In de koran staan regels waaraan mensen zich moeten houden. Hoe heten die regels?
A
Sharia
B
Jihad
C
Oemma
D
Soemma
Slide 24 - Quizvraag
Wanneer begint Mohammed met het verspreiden van de Islam?
A
Het jaar 0
B
Het jaar 570
C
Het jaar 622
D
Het jaar 932
Slide 25 - Quizvraag
Waar ligt Mekka?
A
in Turkije
B
in Marokko
C
in Saoedi Arabië
D
in Afrika
Slide 26 - Quizvraag
Heilige steden voor de Islam zijn...
A
Khartoum, Istanbul en Cairo
B
Jeruzalem, Damascus en Baghdad
C
Medina, Jeruzalem en Mekka
D
Rome, Athene en Ankara
Slide 27 - Quizvraag
de Imam hoort in de synagoge zoals de priester in de kerk
A
waar
B
niet waar
Slide 28 - Quizvraag
Bij welke religie hoort deze afbeelding?
A
Jodendom
B
Christendom
C
Romeinse godenrijk
D
Islam
Slide 29 - Quizvraag
Wat is het symbool? 1. Jodendom 2. Christendom 3. Islam
Slide 30 - Open vraag
Hoe heet het gebouw waar men samenkomt? 1. Jodendom 2. Christendom 3. Islam
Slide 31 - Open vraag
Hoe heet het heilige boek? 1. Jodendom 2. Christendom 3. Islam
Slide 32 - Open vraag
Hoe heet de voorganger (degene die de dienst leidt)? 1. Jodendom 2. Christendom 3. Islam
Slide 33 - Open vraag
Wie was de stichter van het: 1. Jodendom 2. Christendom 3. Islam?