5.3 Versneld-eenparig-vertraagd

H5- BEWEGEN
Paragraaf 3
Versneld
Eenparig
Vertraagd
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

H5- BEWEGEN
Paragraaf 3
Versneld
Eenparig
Vertraagd

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen par. 5.3
  • Je kunt uitleggen wat er gebeurt met de snelheid bij een eenparige, versnelde en vetraagde beweging.
  • Je kunt de snelheid op elk moment van de beweging berekenen bij een eenparige beweging.
  • Je kunt het (x,t)-diagram en het (v,t)-diagram van een eenparige, vesnelde en vertraagde beweging herkennen en aflezen.
  • Je kunt op een stroboscopische foto herkennen of een beweging eenparig, versneld of vertraagd is.
  • Je kunt met een (x,t)-diagram aangeven wanneer twee weggebruikers elkaar passeren

Slide 2 - Tekstslide

Programma
  • Herhaling paragraaf 5.2
  • Uitleg paragraaf 5.3
  • Zelfstandig aan de slag

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling par. 5.2 met vragen

Slide 4 - Tekstslide

Jeanette legt op de fiets een afstand van 10.000 meter af in een half uur. Bereken de gemiddelde snelheid van Jeanette.

Haar gemiddelde snelheid is:
A
20 m/s
B
5,6 m/s
C
10 km/h
D
5,6 km/h

Slide 5 - Quizvraag

Allard fietst weg bij een stoplicht. Na een tijdje bereikt hij zijn topsnelheid van 32 km/h. Wat is zijn gemiddelde snelheid?
A
32 km/h
B
4,4 m/s
C
64 km/h
D
8,9 m/s

Slide 6 - Quizvraag

Sleep de juiste vakken bij elkaar.
60 km/h
0,94 m/s
22,2 s
170 km
13,3 min
45 km
45 min
4,5 km
80 min
200 m
9 m/s
2 uur
85 km/h
20 km
90 km/h

Slide 7 - Sleepvraag

Hiernaast zie je een zogenaamd (x,t)- diagram. Wat zie je in dit diagram?
A
De snelheid op de y-as en de afstand op de x-as
B
De afstand op de y-as en de snelheid op x-as
C
De afstand op de y-as en de tijd op de x-as
D
De tijd op de y-as en de afstand op de x-as

Slide 8 - Quizvraag

Hiernaast zie je een (v,t)-diagram.
Wat zie je in dit diagram?
A
De tijd op de y-as en de snelheid op de x-as
B
De snelheid op de y-as en de tijd op de x-as
C
De afstand op de x-as en de tijd op de y-as
D
De tijd op de x-as en de afstand op de y-as

Slide 9 - Quizvraag

Je ziet herinaast het (v,t)-diagram van een afremmende auto. De oppervlakte onder de grafiek is aangegeven met een blauwe driehoek en een groene rechthoek. Welke bewering is waar?
A
Om de afgelegde afstand te weten moet je de oppervlakte van de blauwe driehoek berekenen
B
Om de afgelegde afstand te weten moet je de oppervlakte van de groene rechthoek berekenen
C
Om de afgelegde afstand te weten moet je de totale oppervlakte onder grafiek bereken, dus van driehoek en rechthoek samen
D
De totale oppervlakte onder de grafiek is niet de afgelegde afstand, maar de gemiddelde snelheid

Slide 10 - Quizvraag

Uitleg par. 5.3

Slide 11 - Tekstslide

We kennen drie soorten bewegingen:
 Een eenparige beweging
De snelheid blijft voortdurend gelijk.
Dus in elke seconde wordt er steeds dezelfde afstand afgelegd.

Slide 12 - Tekstslide

We kennen drie soorten bewegingen:
2 Een versnelde beweging
De snelheid neemt steeds verder toe.
Dus in elke seconde wordt er meer afstand afgelegd..

Slide 13 - Tekstslide

We kennen drie soorten bewegingen:
3 Een vertraagde beweging
De snelheid neemt steeds verder af.
Dus in elke seconde wordt er minder afstand afgelegd.

Slide 14 - Tekstslide

Elke seconde
wordt er evenveel afstand afgelegd.
(x,t)-diagram
(v,t)-diagram
Eenparige beweging.

Slide 15 - Tekstslide

Elke seconde
wordt er meer afstand afgelegd.
(x,t)-diagram
(v,t)-diagram
Versnelde beweging.

Slide 16 - Tekstslide

Elke seconde
wordt er minder afstand afgelegd.
(x,t)-diagram
(v,t)-diagram
Vertraagde beweging. 

Slide 17 - Tekstslide

Tegenkomen en inhalen.
Hiernaast zie je een (X,t)-diagram van twee personen.
Persoon A is 20 m voorbij het startpunt en gaat dan (hoe??) bewegen. Persoon B is 30 m voorbij het startpunt en beweegt (hoe??).
Op het moment dat de grafieken elkaar kruisen passeren A en B elkaar. Dat is dus :
Op welk tijdstip .................?
Op welke afstand ....................?

Slide 18 - Tekstslide

Ga na of je de leerdoelen hebt gehaald.
  • Je kunt uitleggen wat er gebeurt met de snelheid bij een eenparige, versnelde en vetraagde beweging.
  • Je kunt de snelheid op elk moment van de beweging berekenen bij een eenparige beweging.
  • Je kunt het (x,t)-diagram en het (v,t)-diagram van een eenparige, vesnelde en vertraagde beweging herkennen en aflezen.
  • Je kunt op een stroboscopische foto herkennen of een beweging eenparig, versneld of vertraagd is.
  • Je kunt met een (x,t)-diagram aangeven wanneer twee weggebruikers elkaar passeren

Slide 19 - Tekstslide

Extra uitleg?
Gebruik de video's hierna voor extra uitleg.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Reflectievragen
Heb je de leerdoelen gehaald?

Slide 22 - Tekstslide

Welk soort beweging hoort bij elk getal?
1:
2:
3:
4:
5:
6:
7: 

Slide 23 - Tekstslide

Nu zelf aan de slag
Maak de vragen 1 t/m 10 van par. 5.3 op de site.

Slide 24 - Tekstslide