H3.4 Banken doen meer (deel 2)

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

3.4 Nog meer bankzaken? (deel 1)
Leerdoelen van de vorige les:
  • Je kunt uitleggen wat de rol van banken is in ons geldverkeer
  • Je kunt de voor- en nadelen noemen van beleggen vergeleken met sparen 

Slide 2 - Tekstslide

3.4 Nog meer bankzaken? (deel 1)
Banken bemiddelen tussen het aanbod en de vraag naar geld

Slide 3 - Tekstslide

Blz 82 opgave 2

Slide 4 - Tekstslide

3.4 Nog meer bankzaken? (deel 1)
Als je je geld niet uitgeeft, kun je:
  • sparen
  • weinig risico, lage rente
  • beleggen
  • hoger risico, meer kans op hoger rendement

Slide 5 - Tekstslide

3.4 Nog meer bankzaken? (deel 1)
Beleggen

  • je steekt je geld in iets waarvan je verwacht dat het geld opbrengt
  • je wordt eigenaar van een deel van het bedrijf
  • je loopt het risico dat je belegging minder waard wordt
  • beter om te beleggen met geld waarvan het niet erg is als je het zou verliezen

Slide 6 - Tekstslide

3.4 Nog meer bankzaken? (deel 1)
Beleggen, hoe verdien je ermee?


  • als je aandelen van een bedrijf koopt, wordt je een voor een deel eigenaar van het bedrijf
  • gaat het goed met het bedrijf -> waarde van je aandelen stijgt
  • gaat het minder goed met het bedrijf -> waarde van je aandelen daalt
  • een bank kan je adviseren, hiervoor betaal je de bank een vergoeding

Slide 7 - Tekstslide

Blz 83 opgave 4

Slide 8 - Tekstslide

Blz 83 opgave 5

Slide 9 - Tekstslide

Blz 92 opgave 1

Slide 10 - Tekstslide

Blz 92 opgave 9

Slide 11 - Tekstslide

Blz 93 opgave 13

Slide 12 - Tekstslide

Leerdoelen van deze les:
  • Je kunt uitleggen dat je met de wisselkoers vreemde valuta kunt kopen
  • Je kunt berekenen hoeveel vreemd geld je voor een bedrag in euro's krijgt
  • Je kunt een bedrag in vreemd geld omrekenen naar euro's
3.4 De bank en jouw geld (deel 2)

Slide 13 - Tekstslide

3.4 De bank en jouw geld (deel 2)
  • Vreemde valuta
  • -> vreemd geld
  • Wisselkoers
  • -> Geeft de verhouding tussen de euro en vreemde valuta aan
  • Provisie
  • -> Een vergoeding voor de diensten van de bank

Slide 14 - Tekstslide

3.4 De bank en jouw geld (deel 2)
  • Je koopt Zwitserse Franken
  • Volgens wisselkoers:            1,00 € = 1,15 CHF  
  • Hoeveel € is 1,00 CHF
  • Je wisselt €350 voor Zwitserse Franken. Hoeveel Zwitserse Franken krijg je?

Slide 15 - Tekstslide

Aan het werk!!
Maken t/m 8
Rekenopgaven t/m 4
Blauw:

Blz 84/85
opgaven 6 t/m 10
Blz 89 opgave 25 
Blz 93 opgave 15, 16
Geel:

Blz 84/85
opgaven 6 t/m 10
Blz 89 opgave 25
Blz 93 opgave 15, 16
Oranje:

Blz 84/85 opgaven 7 t/m 10
Blz 89 opgave 25
Blz 91 opgave 14
Blz 93 opgave 15, 16
Vergeet de samenvatting niet!!

Slide 16 - Tekstslide