Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
โน
Terug naar zoeken
Klas 3 wk 35 les 2 schooljaar 2021/22
Hallo Klasse 3 Aa!!
1 / 44
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
In deze les zitten
44 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Hallo Klasse 3 Aa!!
Slide 1 - Tekstslide
Was machen wir heute?
Wiederholung
Sprechen
Personalpronomen
Verben Haben und Sein
Lesen
Hausaufgaben
Slide 2 - Tekstslide
Personalpronomen
Slide 3 - Tekstslide
Uitgangen werkwoorden
ESTENTEN
ich komm
e
du komm
st
er/sie/es Komm
t
wir komm
en
ihr komm
t
Sie/sie komm
en
Slide 4 - Tekstslide
Welke uitgang hoort bij ich?
A
e
B
st
C
t
D
en
Slide 5 - Quizvraag
Kies de juiste uitgang:
er spiel....
A
e
B
t
C
st
D
en
Slide 6 - Quizvraag
Lern... du Deutsch?
A
st
B
t
C
e
D
en
Slide 7 - Quizvraag
Welke uitgang hoort bij wir?
A
e
B
st
C
t
D
en
Slide 8 - Quizvraag
Welke uitgang hoort bij du?
A
e
B
st
C
t
D
en
Slide 9 - Quizvraag
Er wohn... in der Stadt.
A
e
B
st
C
t
D
en
Slide 10 - Quizvraag
Kies de juiste uitgang:
wir lieb........
A
e
B
t
C
en
D
st
Slide 11 - Quizvraag
De e/st/t/en/t/en regel gebruik je bij de vervoeging van:
A
zwakke werkwoorden/ regelmatige werkwoorden
B
sterke werkwoorden/ onregelmatige werkwoorden
Slide 12 - Quizvraag
Ik weet hoe ik de uitgangen van een werkwoord in het Duits moet toepassen
๐
๐
๐
๐
๐
Slide 13 - Poll
estentten
bij stam op s-klank
esttenten kun je gewoon gebruiken, alleen bij de
du-vorm
komt er dan geen -st achter maar alleen de -t
du reist i.p.v. reisst
du reiรt i.p.v. reiรst
du reizt i.p.v. reizst
Slide 14 - Tekstslide
ik
mijn
jij
jouw
hij
zijn
zij
haar
het
zijn
wij
ons/onze
jullie
jullie
zij
hun
u
uw
ich
mein-
du
dein-
er
sein-
sie
ihr-
es
sein-
wir
unser-
ihr
euer-
sie
ihr-
Sie
Ihr-
Bez
i
ttel
ijk
voornaamwoord
Slide 15 - Tekstslide
Wat zijn bezittelijke voornaamwoorden in het Duits?
A
der, dem, das, ....
B
du, er, wir, ihr, sie, ...
C
ihr, euer, Ihr, ...
D
dir, mir, ihn, ihm, ....
Slide 16 - Quizvraag
Bezittelijk voornaamwoord:
vertaal: zijn
A
dein-
B
ihr-
C
sein-
D
unser-
Slide 17 - Quizvraag
Bezittelijk voornaamwoord:
Wat is de betekenis van 'jouw'?
A
mein / meine
B
dein / deine
C
sein / seine
D
ihr / ihre
Slide 18 - Quizvraag
Bezittelijk voornaamwoord:
vertaal: zijn
A
sein(e)
B
ihr(e)
C
mein(e)
D
dein(e)
Slide 19 - Quizvraag
Bezittelijk voornaamwoord:
vertaal: haar
A
unser
B
euer
C
ihr
D
sie
Slide 20 - Quizvraag
Bezittelijk voornaamwoord:
vertaal: mijn
A
sein
B
ihr
C
mein
D
dein
Slide 21 - Quizvraag
Bezittelijk voornaamwoord:
vertaal: uw
A
Ihr-
B
ihr-
C
dein
D
euer
Slide 22 - Quizvraag
Ik kan de bezittelijke voornaamwoorden toepassen
A
heel goed
B
goed
C
niet echt goed
D
slecht
Slide 23 - Quizvraag
Bezittelijke voornaamwoorden.
Wat bepaalt ook alweer de 'uitgang' van een bezittelijk voornaamwoord?
A
Wat mooier klinkt.
B
Het geslacht van het onderwerp van de zin.
C
Het geslacht van het woord waarop het bezittelijk vnmw betrekking heeft?
D
Geen idee.
Slide 24 - Quizvraag
geslachten
4 geslachten:
mannelijk, vrouwelijk, onzijdig en meervoud
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
der
Mann
die
Frau
das
Kind
die
Kinder
der
Berg
die
Rose
das
Haus
die
Hรคuser
Slide 25 - Tekstslide
der, die oder das?
Kinder
A
der
B
die
C
das
D
die (pl)
Slide 26 - Quizvraag
der, die oder das?
Schuhe
A
der
B
die
C
das
D
die (pl)
Slide 27 - Quizvraag
der, die oder das?
Katze
A
der
B
die
C
das
D
die (pl)
Slide 28 - Quizvraag
der, die oder das?
Computer
A
der
B
die
C
das
D
die (pl)
Slide 29 - Quizvraag
der, die oder das?
Geld
A
der
B
die
C
das
D
die (pl)
Slide 30 - Quizvraag
der, die oder das?
Hund
A
der
B
die
C
das
D
die (pl)
Slide 31 - Quizvraag
Notizen: bezittelijk voornaamwoord
mein(e)
mijn
dein(e)
jouw
sein(e)
zijn
ihr(e)
haar
unser(e)
onze
euer(e)
(van) jullie
ihr(e)/Ihr(e)
hun/uw
de extra
(e) gebruik je bij vrouwelijke en meervouds-woorden.
Slide 32 - Tekstslide
M
V
O
MV
x
e
x
e
Slide 33 - Tekstslide
Het werkwoord sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind
Slide 34 - Sleepvraag
Het werkwoord haben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben
Slide 35 - Sleepvraag
Slide 36 - Tekstslide
Das Neinhorn
Slide 37 - Tekstslide
Slide 38 - Tekstslide
Slide 39 - Tekstslide
Slide 40 - Tekstslide
Slide 41 - Tekstslide
Hoe gaat het met de beheersing van de leerdoelen van deze les?
๐
๐
๐
๐
๐
Slide 42 - Poll
Hausaufgaben
Brรผckenschlag op Magister> Bronnen> Neue Kontakte> planning wk 35 & 36
Herhaling van de belangrijkste onderwerpen uit lj 2!
Slide 43 - Tekstslide
Slide 44 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
voor de toets
Januari 2022
- Les met
33 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, mavo, havo
Leerjaar 2
Oefentoets H3
November 2021
- Les met
42 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
3 KT Verben (K1)
Oktober 2022
- Les met
29 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
VWO 2 herhalingsles grammatica Kapitel 1
Oktober 2023
- Les met
48 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
afsluiting 1mh
Mei 2023
- Les met
51 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1,2
Grammatica A1.1 hfdt 1-3
November 2019
- Les met
45 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
B2C les 12: 26 september
Oktober 2021
- Les met
30 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
K1 persoonlijk voornaamwoord & werkwood sein
September 2019
- Les met
14 slides
Duits
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1