Havo 4 voorkennis havo 3

Havo 4 voorkennis havo 3
We gaan even herhalen wat je allemaal zou moeten kennen en kunnen van havo 3.

1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 43 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Havo 4 voorkennis havo 3
We gaan even herhalen wat je allemaal zou moeten kennen en kunnen van havo 3.

Slide 1 - Tekstslide

Onderdelen:
  • Scheidingsmethoden
  • Molecuulformules
  • Reactievergelijkingen kloppend maken
  • Chemisch rekenen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Indeling van stoffen

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Basis scheidingsmethoden

Slide 6 - Tekstslide

Bezinken en afschenken/centrifugeren
Bezinken en afschenken (centrifugeren is een versnelde manier) zijn scheidingsmethoden die berusten op een verschil in dichtheid tussen de verschillende stoffen van een mengsel.

Bezinken is een geschikte methode om een suspentie te scheiden in een vaste stof en een vloeistof.

Als de dichtheden bij elkaar liggen zal het bezinken lang duren.

Slide 7 - Tekstslide

Bezinken en centrifugeren

Slide 8 - Tekstslide

Filtreren
Filtreren is een scheidingsmethode die berust op een verschil in deeltjesgrootte tussen de stoffen van een mengsel.

Filtreren is een geschikte methode om een suspensie te scheiden in een vaste stof en een vloeistof.

De vaste stof blijft hierbij op het filter liggen; dat is het residu.
De vloeistof gaat door het filter heen; dit noemt men het filtraat.


Slide 9 - Tekstslide

Filtreren                           

Slide 10 - Tekstslide

Indampen
Indampen is een scheidingsmethode die berust op een verschil in kookpunt.


Indampen is een geschikte methode op oplossingen van vaste stoffen te scheiden.

Het oplosmiddel (laag kookpunt) verdampt, de vaste stof blijft over.


Slide 11 - Tekstslide

Indampen

Slide 12 - Tekstslide

Destileren
Destilleren is een scheidingsmethode die berust op verschillen in kookpunt tussen de stoffen van een vloeistofmengsel.

Als een dergelijk mengsel wordt verhit, dan verdampt de stof met het laagste kookpunt eerst.
De damp wordt opgevangen en afgekoeld, waardoor condensatie optreedt.
De opgevangen vloeistof heet het destillaat. De stof die na het destilleren achterblijft noemt men het residu.



Slide 13 - Tekstslide

Destileren

Slide 14 - Tekstslide

Adsorberen
Adsorberen is een scheidingsmethode die berust op een verschil in aanhechtingsvermogen van de componenten aan het oppervlak van een vaste stof.

Opgeloste kleurstoffen, smaakstoffen e.d. adsorberen sterker aan het oppervlak van bv. koolstofpoeder (norit) dan hun oplosmiddel.

Ook sommige gassen kunnen zich sterk hechten aan Norit.

Slide 15 - Tekstslide

Adsorberen

Slide 16 - Tekstslide

Extraheren
Extraheren is een scheidingsmethode die berust op een verschil in oplosbaarheid van de componenten in een bepaald oplosmiddel.


Het oplosmiddel dat bij een extractie wordt gebruikt, heet het extractiemiddel.

Extraheren is een geschikte methode voor het scheiden van mengsels van vaste stoffen.


Slide 17 - Tekstslide

Extraheren

Slide 18 - Tekstslide

Ik heb een vloeibaar mengsel van
water, zout, ethanol en peper.
Maak een stappenplan om deze 4 stoffen van elkaar te scheiden met de scheidingsmethoden die je kent.

Slide 19 - Tekstslide

Ik heb een
fel oranje gekleurde vloeistof met suiker.
Maak een stappenplan om deze 3 stoffen van elkaar te scheiden met de scheidingsmethoden die je kent.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Reactieschema (in woorden dus)

Slide 22 - Tekstslide

Wet van atoombehoud.
De wet van atoombehoud
Atomen verdwijnen nooit, ook niet na een chemische reactie
De atoomsoorten vóór en ná de reactie gelijk.
Het aantal atomen vóór en ná de reactie gelijk.


Slide 23 - Tekstslide

En nu met molecuulformules

Slide 24 - Tekstslide

En nu met molecuulformules

Slide 25 - Tekstslide

En nu met molecuulformules

Slide 26 - Tekstslide

De regels:
  • Begin met het kloppend maken van reactievergelijkingen altijd met het atoom dat in het minste aantal moleculen voorkomt. 
  • Begin met het molecuul dat uit het grootste aantal atomen bestaat 
  • Eindig bij het kloppend maken van reactievergelijkingen met een molecuul dat uit één atoomsoort bestaat (dus: O2, Cl2, Fe, Cu). 
  • Je mag NOOIT iets veranderen aan de moleculen zelf, WEL aan de aantallen
  • Geen breuken in je finale reactievergelijking, alleen hele getallen.


Slide 27 - Tekstslide

Reactievergelijking kloppend maken

Slide 28 - Tekstslide

Reactievergelijking kloppend maken

Slide 29 - Tekstslide

Even oefenen

Slide 30 - Tekstslide

Even oefenen

Slide 31 - Tekstslide

Even oefenen

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Gehaltes

Slide 34 - Tekstslide

Bouwe van een atoom

Slide 35 - Tekstslide

Periodiek systeem in detail

Slide 36 - Tekstslide

Atoombouw en -massa

Slide 37 - Tekstslide

De bouw van het atoom, stap voor stap

Slide 38 - Tekstslide

Welk element is dit?

Slide 39 - Tekstslide

Vaste massaverhoudingen

Slide 40 - Tekstslide

Rekenen met vast massaverhoudingen

Slide 41 - Tekstslide

Overmaat en ondermaat

Slide 42 - Tekstslide

Rekenen met vaste massaverhoudingen

Slide 43 - Tekstslide