Les 5, deel 1/3: Het weer voorspellen

Les 5: Het weer voorspellen
DEEL 1
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
WoordenschatWereldoriëntatie+1BasisschoolGroep 6

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Les 5: Het weer voorspellen
DEEL 1

Slide 1 - Tekstslide

NB:
Dit lesmateriaal is tot stand gekomen in de periode 2021 - 2024 in het project UGO (Utrecht Gelijke Onderwijskansen) op basis van het curriculum van de voormalig Brede School Academie (BSA) Utrecht en in samenwerking met de gemeente Utrecht en de Utrechtse schoolbesturen PCOU Willibrord, SPO Utrecht en KSU. Het project UGO eindigt op 1 oktober 2024.
 
       kun je vertellen welke gegevens
       worden gebruikt om een
       weerbericht te maken;

       heb je kennisgemaakt met tien
       nieuwe woorden.
     Aan het eind van dit deel van de les:

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de introductie op de tekst
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het weer voorspellen
Wanneer je naar buiten gaat, is het fijn om te weten wat voor weer het wordt. Meestal kijk je dan van tevoren even op Buienradar of Weeronline zodat je bijvoorbeeld niet zonder regenjas de deur uitgaat als er regen voorspeld is.

de introductie
de woordenschat
Het weerbericht wordt iedere dag opnieuw gemaakt. Maar hoe doen ze dat eigenlijk? Wat weet jij over het weerbericht? Vul in op de volgende slide.
terugblikken en vooruitkijken

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vul in waar jij aan denkt bij dit onderwerp.
het weerbericht
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

het introductiefilmpje
Vóórdat je in deel 2 van de les de tekst gaat lezen, ga je dit filmpje bekijken.
In het filmpje zie je hoe het weerbericht gemaakt wordt. Kijk in ieder geval tot 5:00 minuut. Verder mag natuurlijk ook!

Klik op de link onder de afbeelding om het filmpje te starten.
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen beantwoorden
In deze lessen ga je vaak vragen beantwoorden:
     Van sommige vragen staat het antwoord in de tekst of hoor of zie je het 
     antwoord in het introductiefilmpje. Dit zijn de lees- en kijkvragen.
     Bij andere vragen is dat niet zo. Daarop vind je je antwoord door goed na te
     denken over de informatie uit de tekst of het introductiefilmpje. Die vragen 
     noemen we denkvragen.

de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken
Bij deze lessen hoort een hand-out met uitleg over hoe je op een goede manier antwoord geeft op de denkvragen. Vraag ernaar bij je leerkracht en maak steeds gebruik van de tips. Die gelden natuurlijk ook voor andere vragen!

Slide 7 - Tekstslide

Print de hand-out 'Denkvragen beantwoorden' voor je leerlingen uit en besteed er deze 1e les van het blok veel aandacht aan.

Het is de bedoeling dat de leerlingen steeds gebruik maken van de tips en handvaten die in de hand-out geboden worden en zich deze manier van antwoord geven eigen gaan maken.

Benoem dit regelmatig bij de open vragen.

Waarom is het ook belangrijk te weten hoe het weer in de landen om ons heen is?
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 8 - Open vraag

Het is ook belangrijk te weten hoe het weer is in de landen om ons heen, omdat dat is waar het weer bij ons vandaan komt.

Welke gegevens worden gebruikt bij het maken van een weerbericht?
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 9 - Open vraag

Voor het maken van een weerbericht wordt gebruik gemaakt van meetgegevens van de grond (temperatuur, luchtdruk, neerslag, luchtvochtigheid) en van satellieten.

Vind jij het belangrijk om te weten of het over een week zonnig is of regent? 
Leg uit waarom wel of niet.
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

woordenschat
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

stijgen
de oorzaak
de maatregel
reageren
dergelijke
In de tekst die je in deel 2 van deze les gaat lezen, leer je tien nieuwe woorden.
Hier zie je alvast de eerste vijf:
Woord: de oorzaak
Betekenis: de rede waarom iets gebeurt
Voorbeeldzin: De oorzaak van mijn vermoeidheid is, dat ik veel te laat ga slapen. 
4
Woord: reageren
Betekenis: iets doen of zeggen als antwoord op iets anders
Voorbeeldzin: De dokter wil weten of de patiënt goed reageert op de meegegeven medicijnen. 
1
Woord: dergelijke
Betekenis: zulke
Voorbeeldzin: Je weet dat ik op dergelijke vragen geen antwoord geef; ze gaan te veel over de persoon zelf.
2
Woord: de maatregel
Betekenis: de actie om iets te vernderen of te organiseren 
Voorbeeldzin: De school nam maatregelen tegen het pesten in de pauzes na schooltijd.
3
Woord: stijgen
Betekenis: omhooggaan
Voorbeeldzin: Het water in de rivier stijgt, nadat er heel veel regen is gevallen. 
5
Klik op het nummer bij het woord om
de betekenis van het woord en een
voorbeeldzin te laten verschijnen.
Klik op het geluidsfragment om het woord te beluisteren.
de woordenschat
de introductie
terugblikken en vooruitkijken

Slide 12 - Tekstslide

Kernbegrippen uit de tekst:
•   de maatregel
•   omslaan

(zie ook 4.2.1 van de 'Algemene handleiding PO')

aanvoeren
de spreuk
zich verdiepen in
omslaan
afnemen
En hier de tweede helft van de nieuwe woorden:
Woord: afnemen
Betekenis: minder worden
Voorbeeldzin: Na enige tijd nam de drukte op de snelweg af en kon het verkeer weer op een normale manier doorrijden.
6
Woord: omslaan
Betekenis: plotseling slecht worden 
Voorbeeldzin: In de bergen kan het weer snel omslaan. Je kunt dat meestal zien aan de lucht en de wolken.

7
Woord: aanvoeren
Betekenis: ergens naar toe brengen 
Voorbeeldzin: De benzine werd door een grote tankwagen aangevoerd. 
8
Woord: de spreuk
Betekenis: eem zin met wijsheid over het leven
Voorbeeldzin: Aan de wand hing een bord met een spreuk over het weer: 'Een zwaluw maakt nog geen zomer'.
9
Woord: zich verdiepen
Betekenis: iets uitgebreid bestuderen
Voorbeeldzin: Pieter had zich niet in de woorden verdiept, daardoor wist hij op veel vragen geen antwoord.
10
Klik ook hier op het nummer bij het woord om de betekenis van het woord 
en een voorbeeldzin te laten verschijnen. Klik op het geluidsfragment om het woord te horen.
de woordenschat
de introductie
terugblikken en vooruitkijken

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spelen met de woorden: domino!
Leg de dominostenen op de juiste plek zodat elk woord naast de juiste betekenis staat. Het eerste steentje ligt er al! 
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van deze woorden kende je al? Sleep ze naar het juiste vak.
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken
Ja, dit woord ken ik al.
Nee, dit woord ken ik nog niet.
aanvoeren
zich verdiepen in 
stijgen
dergelijke
de maatregel
de spreuk
omslaan
de oorzaak
gebruikmaken van
reageren

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

terugblikken & vooruitkijken
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je geleerd over het weerbericht?
het weerbericht
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 17 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

De tekst die je in deel
2 gaat lezen, gaat over
hoe je zelf het weer 
kan voorspellen.
In de volgende slide 
kun je invullen wat je 
daar al over weet.
het onderwerp van de tekst
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over zelf het weer voorspellen?
zelf het weer voorspellen
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 19 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Je bent nu klaar met deel 1 van deze les.
Veel plezier met deel 2!
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies