6.1 De invloed van de Golfstroom

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo, mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1-6

Startklaar

H1b

H1a                   BORD

Valeriy	Huzaifa		Halil	Samyar		Omar	Zohra
Luana	Jannat		Chaima	Maroua		Nabil	Kees
Rayan	Yaasir		Berna	Yusuf		Sakine	Kuzey
Dima	Soekayna		Hajar	Khadija		Malia	Dana

Vul de tabel in

Klimaatfactoren

1. Breedteligging

2. Hoogteligging

3. Land/zee

4. Aanlandige/aflandige wind

5. Zeestromen

Vorige les

Terugblik

Vorige les

Terugblik

A                B                B                D        

      Topografie

Deze periode leer je het onderstaande:

De continenten en de oceanen 

Europese landen en hoofdsteden

Het lesdoel (2 min) 

Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen

world-geography-games.com

      Lesdoel

Vandaag gaan we samenvatten en herhalenkenmerken van klimaten op aarde. We zullen schrijven welke factoren deze klimaten beïnvloeden.
Voor klimaten in Europa kijken we kijken naar breedteligging en zeestromingen om te begrijpen hoe dit de temperatuur en neerslag op ons continent beïnvloedt.

Het lesdoel (2 min) 

Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen

Voorkennis

1. De leerlingen kennen waar Europa ligt . 

2. De leerlingen kennen verschil tussen klimaat en weer . 

3. De leerlingen kennen luchtstreken en lage/hoge breede . 

Welke voorkennis is nodig voor het doel.
Controleer of de leerlingen deze voorkennis beheersten door het stellen van Controle van Begrip vragen

Lezen, blz.98-99

pak je schrift

Klimaatfactor 1:

breedteligging

Europa ligt grotendeels in de luchtstreek van de gematigde zone.    

=> geen extreme temperaturen door breedteligging    

•   Zuid-Europa ligt in de subtropen.     
•   Deel Noord-Europa ligt in de poolstreken.    

    Klimaatfactor 2: zeestromen

Golfstroom: warm zeewater uit de tropen naar de polen brengen en warmt Europa op

Klimaatfactor 3:

aanlandige en aflandige wind

Aanlandige wind brengt lucht van de zee naar het land

Aflandige wind brengt lucht van het land naar
de zee

Westenwinden in Europa

 
Westenwind

blaast warme lucht richting Europa

Richting van wind kan veranderen

Wat heeft de aflandige wind voor 

invloed op het weer in Nederland?

In de winter:
droog & zeer koud
In de zomer:
droog & heet

www.ventusky.com

Klimaatfactor 4:

afstand van de zee

Hoe verder landinwaarts, hoe kleiner de invloed van de zee.

Poolnacht en Pooldag

Poolnacht - de zon komt 6 maanden niet op

Pooldag - de zon gaat 6 maanden niet onder

Terugblik 

Tropisch

Aride (droog)

Gematigd

Continentale

     Kleine afsluiting

klimaatfactoren

breedteligging

Golfstroom

aanlandige wind

aflandige wind

afstand van de zee

poolnacht

pooldag

Kleine lesafsluiting (5 min) 

Docent controleert begrip door opdrachten of vragen die de begrippen en vaardigheden van het lesdoel toetsen.

Leerlingen werken zelfstandig of in een groepje aan opdrachten, kunnen vragen stellen aan de docent maar werken grotendeels zelfstandig.

Controle van begrip vragen

Steppe
Woestijn
Loofbos
Landijs

Landschappen

Terugblik 

Klimaatzone	Landschapzone
Tropisch klimaat
Aride klimaat
Zeeklimaat
Landklimaat
Poolklimaat

Savanne

Woestijn

Loofbos

Taiga

Toendra

Zelf aan de slag

lees paragraaf 6.1

maak de opdrachten 1 t/m 6 op blz. 107-108

     Grote afsluiting

Vandaag gaan we samenvatten en herhalenkenmerken van klimaten op aarde. We zullen schrijven welke factoren deze klimaten beïnvloeden.
Voor klimaten in Europa kijken we kijken naar breedteligging en zeestromingen om te begrijpen hoe dit de temperatuur en neerslag op ons continent beïnvloedt.

Het lesdoel (2 min) 

Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen

retrieval practice

Retrieval practice (10 min)

Docent geeft de leerlingen de tijd om zelf te oefenen met de lesstof en biedt ondersteuning indien nodig.

Leerlingen oefenen zelf met de lesstof door begrippen te oefenen met Quizlet, flashcards te maken en zichzelf te overhoren of topografie spellen online te doen.

Quizlet, flashcards maken, zichzelf overhoren, topografie spellen online

quizlet.com