H4/A4 Alquin Vocabulary Per. C
1 / 42
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
1. Text 7: "Widower"
A
Molenaar
B
Weduwenaar
C
Tovenaar
D
Verzekeraar
Slide 2 - Quizvraag
2. Text 7: "Coronary Arteries"
A
Hartaanval
B
Haarvaten
C
Kransslagaderen
D
Hersenbloeding
Slide 3 - Quizvraag
3. Text 7: "Benevolent"
A
Goedaardig
B
Kwaadaardig
C
Vreselijk
D
Vrijwillig
Slide 4 - Quizvraag
4. Text 7: "Fairly"
A
Tamelijk / Nogal
B
Fee-achtig
C
Magisch
D
Oneerlijk
Slide 5 - Quizvraag
5. Text 7: "Condition"
A
Verantwoordelijk
B
Levendig
C
Situatie
D
Ziekte / Aandoening
Slide 6 - Quizvraag
6. Text 7: "Verdriet/Leed"
A
Satisfaction
B
Disappointment
C
Grief
D
Anger
Slide 7 - Quizvraag
7. Text 7: "Liefdadigheidsinstelling"
A
Tendency
B
Charity
C
Destiny
D
Credibly
Slide 8 - Quizvraag
8. Text 7: "Opluchting"
A
Despite
B
Relief
C
Advance
D
Influence
Slide 9 - Quizvraag
9. Text 8: "Beroerte/Hersenbloeding"
A
Stroke
B
Strake
C
Struke
D
Strike
Slide 10 - Quizvraag
10. Text 8: "Onderzoek"
A
Reasearch
B
Resaerch
C
Research
D
Reasaerch
Slide 11 - Quizvraag
11. Text 9: "Cardboard"
A
Karton
B
Hout
C
Schuurpapier
D
Piepschuim
Slide 12 - Quizvraag
12. Text 9: "Qualities"
A
Eigenschappen
B
Ledematen
C
Diversen
D
Schoonheden
Slide 13 - Quizvraag
13. Text 9: "Admire"
A
Adviseren
B
Afweren
C
Overgeven
D
Bewonderen
Slide 14 - Quizvraag
14. Text 9: "Independent"
A
Gezamelijk
B
Onafhankelijk
C
Waarschijnlijk
D
Afschuwelijk
Slide 15 - Quizvraag
15. Text 9: "Founder"
A
Overlevende
B
Stichter
C
Fontein
D
Ondersteuner
Slide 16 - Quizvraag
16. Text 9: "Aanbieden"
A
Solve
B
Offer
C
Refuse
D
Accept
Slide 17 - Quizvraag
17. Text 9: "Figuur"
A
Caracter
B
Carachter
C
Character
D
Charachter
Slide 18 - Quizvraag
18. Text 9: "Onder / Te midden van"
A
Among
B
Amang
C
Amung
D
Aming
Slide 19 - Quizvraag
19. Text 9: "Lijden aan"
A
Admit to
B
Suffer from
C
Push off
D
Pass off
Slide 20 - Quizvraag
20. Text 9: "Bedachtzaamheid"
A
Toughtfulness
B
Thoughtfulness
C
Thoughtfullness
D
Toughtfullness
Slide 21 - Quizvraag
21. Text 10: "Graceful"
A
Elegant
B
Soepel
C
Gratis
D
Gruwelijk
Slide 22 - Quizvraag
22. Text 10: "To counter"
A
Weerzien
B
Weerleggen
C
Weerstaan
D
Weergeven
Slide 23 - Quizvraag
23. Text 10: "Liberating"
A
Vernederend
B
Verstrikkend
C
Opstijgend
D
Bevrijdend
Slide 24 - Quizvraag
24. Text 10: "Pitch"
A
Winkelcentrum
B
Kantine
C
Voetbalveld
D
Parkeerplaats
Slide 25 - Quizvraag
25. Text 10: "To rearrange"
A
Herdrukken
B
Herschikken
C
Herdenken
D
Herenigen
Slide 26 - Quizvraag
26. Text 10: "Prestatie / Succes"
A
Production
B
Achievement
C
Presentation
D
Development
Slide 27 - Quizvraag
27. Text 10: "Voortzetting"
A
Continuation
B
Contintuation
C
Contation
D
Continaution
Slide 28 - Quizvraag
28. Text 10: "Vrouwelijk"
A
Femine
B
Feminine
C
Feminene
D
Femenine
Slide 29 - Quizvraag
29. Text 10: "Eis / Vordering"
A
Demand
B
Distinct
C
Devestation
D
Division
Slide 30 - Quizvraag
30. Text 10: "Beleefd"
A
Polite
B
Mental
C
Cute
D
Dominating
Slide 31 - Quizvraag
31. Exam Wordlist: "To predict"
A
Voorschieten
B
Voorspellen
C
Voortrekken
D
Voorkomen
Slide 32 - Quizvraag
32. Exam Wordlist: "To imply"
A
Suggereren
B
Toegeven
C
Afwijzen
D
Tegenspreken
Slide 33 - Quizvraag
33. Exam Wordlist: "Incidentally"
A
Daarentegen
B
Vanwege
C
Trouwens
D
Ondanks
Slide 34 - Quizvraag
34. Exam Wordlist: "To require"
A
Verantwoorden
B
Vereisen
C
Vergeven
D
Verrassen
Slide 35 - Quizvraag
35. Exam Wordlist: "Provided that"
A
Met aandacht voor
B
Op voorwaarde
C
Desalniettemin
D
Hoewel
Slide 36 - Quizvraag
36. Exam Wordlist: "Erkennen"
A
To acknowledge
B
To acknownledge
C
To acknowlege
D
To acknownlege
Slide 37 - Quizvraag
37. Exam Wordlist: "Bevooroordeeld"
A
Memorable
B
Controversial
C
Debatable
D
Biased
Slide 38 - Quizvraag
38. Exam Wordlist: "Onderscheiden"
A
To abandon
B
To neglect
C
To distinguish
D
To challenge
Slide 39 - Quizvraag
39. Exam Wordlist: "Rechtvaardigen"
A
To imply
B
To justify
C
To celebrate
D
To account for
Slide 40 - Quizvraag
40. Exam Wordlist: "Wederzijds"
A
Likely
B
Mutual
C
Nevertheless
D
Whereas
