1.2 en 1.3 - profiel 1 Nederlands - lezen

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Nederlands

31 maart 2025

Vandaag

- Herhaling vorige les

- Vervolgens onderwerp en hoofdgedachte & inleiding, kern, slot

- Klassikaal en zelfstandig

Lesdoelen

• Je kunt het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst vinden.

•  Je kunt op verschillende manieren de betekenis van onbekende woorden achterhalen.

• Je kunt informatieve teksten, instructies en betogende teksten begrijpen

Wat weet je nog?

Theorie: onderwerp en hoofdgedachte

Een tekst hoef je niet altijd van begin tot eind te lezen.

De manier van lezen hangt af van wat je van plan bent met de tekst.

Wil je alles helemaal begrijpen, bijvoorbeeld voor een toets? Of zoek je alleen bepaalde informatie?

Door een tekst gericht (zoekend) te lezen kun je veel tijd besparen.

Verder is het handig als je snel het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst en van een alinea kunt bepalen.

Onderwerp

Het onderwerp is waar de tekst over gaat.

Alle alinea's, de meeste zinnen en veel woorden gaan erover.

Het onderwerp staat meestal in de titel en vaak in de inleiding of het slot.

Hoofdgedachte

De hoofdgedachte vind je meestal in de titel, inleiding of slot. Artikelen in de krant hebben vaak een "intro" ( een dik gedrukte alinea aan het begin). Meestal bevat die de hoofdgedachte van het artikel.

-> Wat is het belangrijkste dat de schrijver over het onderwerp zegt? 

Deelonderwerpen

Het onderwerp is vaak verdeeld in deelonderwerpen. Een alinea heeft meestal een eigen deelonderwerp.

Kernzin

Dat is de hoofgedachte van een alinea en bevat de belangrijkste informatie van die alinea.

Maak zelfstandig opdracht 25

Zelfstandig werken

Van je docent krijg je een tekst.

Ga in de tekst op zoek naar:

-   Onderwerp

-  Deelonderwerp

-   Hoofdgedachte

  -  Kernzin

Vul de antwoorden in bij opdracht 27

Theorie: inleiding, kern, slot

Een goede tekst heeft een duidelijke opbouw, met een inleiding, een kern en een slot. Als je deze opbouw kunt herkennen, snap je de inhoud en de bedoeling van een tekst sneller en beter. 

Doelen:

• Je kunt een inleiding, kern en slot in teksten herkennen.

Maak de introductieopdracht, op blz. 15

Inleiding

- Functie= onderwerp benoemen en de aandacht trekken.

- Aandacht trekken: zodat de lezer nieuwsgierig wordt en verder wil lezen.

Kern

In de kern staat alle informatie over het onderwerp op een logische en duidelijke manier beschreven.

Breng opbouw in de kern aan door: alinea's, een onderwerp per alinea beschrijven en toelichten door duidelijke kernzinnen te gebruiken.

Slot

In het slot van een tekst wordt de inhoud van de kern op een passende manier afgerond.

Opdracht

-> Je krijgt een tekst van je docent: geef daarin duidelijk aan wat de inleiding, kern en slot is. 

-> Schrijf vervolgens zelf een artikel met een duidelijke inleiding, kern en slot. Opdracht krijg je van je docent. 

Taalblokken

Vaardigheden verkort 2F - hoofdstuk 1 lezen 2F- paragraaf 1.3. , opdracht 1 t/m 11.

Nog geen Taalblokken? Maak de openstaande opdrachten op papier