In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Regels online les
h
Slide 1 - Tekstslide
Tijdens de les
Je doet actief mee met de les en de vragen.
Je maakt aantekeningen
Iedereen stuurt zelf zijn opdracht in.
Slide 2 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
Uitleg over: Eiwitten en hoe informatie van DNA wordt gebruikt om eiwit te maken?
Les maken lessonUp + opdracht les 3
Afsluiting
Slide 3 - Tekstslide
Waar hadden we het de vorige les over?
Slide 4 - Woordweb
Slide 5 - Tekstslide
Bij de mitose ontstaan nieuwe cellen die..........
A
Een ander aantal chromosomen heeft
B
Het zelfde aantal chromosomen heeft
Slide 6 - Quizvraag
Wat hoort bij reductiedeling?
A
Meiose
B
De chromosomen worden gesplitst
C
46 chromosomen wordt 23
D
Mitose
Slide 7 - Quizvraag
Wat is de juiste volgorde van groot naar klein?
A
Celkern - chromosoom - dna-helix - dna-molecuul
B
Chromosoom - gen - dna-helix - celkern - dna-molecuul
C
Celkern - gen - chromosoom - dna-helix - dna-molecuul
D
Chromosoom - celkern - gen - dna-helix - dna-molecuul
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Door wat wordt DNA gekopieerd?
A
DNA polymerase
B
DNA transcriptase
C
DNA translase
D
DNA helicase
Slide 13 - Quizvraag
Eiwitsynthese?
Slide 14 - Tekstslide
eiwitten
-enzymen (bio-katalysator)
- hormonen
- transporteiwit
- stollingseiwit
- afweerstoffen
- bloedeiwitten
-spieren
bijvoorbeeld
Slide 15 - Tekstslide
bouw van eiwit
"kralenketting" van aminozuren
20 verschillende aminozuren
waar gemaakt? in ribosomen
Slide 16 - Tekstslide
DNA genen
gen = stukje DNA dat de code is voor bepaald eiwit (enzym)
bv gen voor productie van insuline Dit gen is een stukje van het DNA en zit in de kern. Insuline is een eiwit en wordt gemaakt in ribosomen.
Slide 17 - Tekstslide
De informatie moet van DNA naar de ribosomen.
Stap 1: messenger RNA wordt gemaakt in de kern Stap 2: messenger RNA verlaat de kern en gaat naar de ribosomen. Stap 3: ribosomen gebruiken m-RNA om een eiwit te maken
Slide 18 - Tekstslide
stap 1: messenger RNA (m-RNA) maken
messenger RNA is een "boodschappenlijstje" Let op! m-RNA bestaat maar uit 1 streng m-RNA heeft geen thymine maar uracil (BINAS)
Slide 19 - Tekstslide
stap 2: m-RNA verlaat de kern en gaat naar ribosoom
Slide 20 - Tekstslide
stap 3 translatie =Eiwitsynthese in het ribosoom
3 nucleotiden in het RNA coderen voor 1 aminozuur De volgorde van de AUCCA.. bepaald welke aminozuren er om de beurt aan elkaar worden gekoppeld en welk eiwit er ontstaat.
BINAS 71 G
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Video
Herhaling
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Video
Wat klopt er niet aan wat de vrouw aan het einde zegt? Leg uit
Slide 28 - Open vraag
Genexpressie
Tot uiting komen van een gen
Verschilt per cel of een gen aan of uit staat
Slide 29 - Tekstslide
In de lever; staat het gen voor het maken van hoofdhaar aan of uit?
A
Aan
B
Uit
Slide 30 - Quizvraag
DNA-Sequentie
Volgorde ( = sequentie) van de basen in het DNA
4 Basen: A T G C
Staat een gen aan
- Informatie wordt afgelezen en verwerkt
Slide 31 - Tekstslide
Welke combinatie basenparen is juist?
A
A - G & T - C
B
A- C & T - G
C
A - T & G - C
D
Alle combinaties
Slide 32 - Quizvraag
DNA-Sequentie
DNA-Sequentie van een gen bevat de informatie voor het maken van een specifiek eiwit
Eiwitten regelen de werking van het lichaam
Recept voor eiwitten
Slide 33 - Tekstslide
Herhaling
2
Slide 34 - Tekstslide
Eiwitsynthese
Maken van een eiwit in een cel
(synthese = samenstellen)
Bestaat uit een aantal stappen
Slide 35 - Tekstslide
Eiwitsynthese
DNA-sequentie is een 'recept' voor een eiwit
Staat de gen 'aan'? Dan wordt de DNA-sequentie afgelezen en gekopieerd
Het kopietje is RNA
Transcriptie: Proces op RNA te maken
Slide 36 - Tekstslide
RNA (met recept voor eiwit)
Gaat uit de celkern
Dit wordt bij een ribosoom vertaald in een eiwit
Slide 37 - Tekstslide
Eiwitsynthese
DNA-Sequentie: recept voor eiwit
Staat het gen aan?
Transcriptie: DNA-sequentie wordt afgelezen en gekopieerd,
het kopietje heet RNA
RNA gaat uit de celkern, naar een ribosoom, het recept wordt afgelezen en het juiste eiwit gemaakt
Slide 38 - Tekstslide
Wat wordt er gevormd tijdens transcriptie?
Slide 39 - Open vraag
Hoe heet het proces van een eiwit maken in een cel?
Slide 40 - Open vraag
Aan de slag:
Deze LessonUp-les afmaken
Maken Opdracht les 3
Ik kom "virtueel" langs
Suc6
Slide 41 - Tekstslide
Afsluiting
Wat heb je geleerd?
Huiswerk: Bestudeer Les 2 nog goed en §11.6. Heb je vragen stel ze via de mail.