les 8

unit 3
At the end of this lesson you can use the tag question correctly!!
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

unit 3
At the end of this lesson you can use the tag question correctly!!

Slide 1 - Tekstslide

It is beautiful, isn't it? 

Slide 2 - Tekstslide

This snake isn't venomous, is it? 

Slide 3 - Tekstslide

Question Tags
Wat zijn het?

-Korte vraag aan het eind van de zin om bevestiging te vragen
-Vergelijkbaar met "ja toch?", "toch?", "vind je niet?", "niet waar?"


-Herhaal de persoonsvorm + onderwerp uit de hoofdzin

              She is watching that new Netflix show, isn't she?







Slide 4 - Tekstslide

Take  notes!
 Tag Questions:

Als de zin bevestigend is, is de tag question ontkennend.

Als de zin ontkennend is, is de tag question bevestigend.

Slide 5 - Tekstslide

Iris can play the piano, can't she?

Slide 6 - Tekstslide

Take notes!
Staat er een vorm van 'to be' 'to have got' of een hulpwerkwoord  (can/should/will etc.) in de zin? Dan gebruik je deze in de tag question. 

She isn't happy, is she? 
Your mother has got a black car, hasn't she? 
Tom can swim, can't he? 


Slide 7 - Tekstslide

Is dit niet het geval, dan gebruik je:
Present simple:
- do / don't : They play football, don't they? 
- does / doesn't (bij onderwerpen he/she/it): Your sister  works as a nurse, doesn't she? 

Past simple: 
- did / didn't: You went to the cinema, didn't you?  

Slide 8 - Tekstslide

You learned something new, didn't you? 

Slide 9 - Tekstslide

You are going to study for the test, __________ ? 

Slide 10 - Tekstslide

You are going to study for the test, 
aren't you ? 

Slide 11 - Tekstslide

You can do it, __________ ?

Slide 12 - Tekstslide

LET OP!
  • Een negatieve question tag met "I" , krijgt een andere vorm (deze moet je uit je hoofd leren).
             - I am a good basketball player, aren't I? 

  • Positieve question tag met "I":  wél gewoon 'am I' 
             -I am not a good basketball player, am I?)

Slide 13 - Tekstslide

LET OP! LET OP!
  • Gebruik altijd een persoonlijk vnw (I, you, we, they, he, she, it) in een question tag.

  • Laura is a great hockey player, isn't Laura she?
  • Jenny and Ella aren't at school, are Jenny and Ella they?
  • The ball isn't on the field, is the ball it?

Slide 14 - Tekstslide

3 Als er geen am, are, is  en can en have got/has  got in de zin 
staat, dan gebruik je do  of does 
They  hate maths, don't   they?

Lisa   loves  pizza, doesn't  she?

You   know   himdon't   you?

You  have  a problemdon't  you?

Slide 15 - Tekstslide

open your book p. 116
Ex 5+6

Slide 16 - Tekstslide