GEBRUIK:
Pluscuamperfecto wordt gebruikt voor het aangeven van handelingen in het verleden die aan andere handelingen zijn voorafgegaan. Wij zouden dat kunnen vertalen in het NL naar 'hadden'. Vb: 'had (al) gemaakt'.
VOORBEELD:
Ayer cuando volví a casa, Manolo ya había hecho la comida.
Toen ik gisteren thuiskwam, had Manolo het eten al gemaakt.
→ Het eten was al gemaakt vóór Manolo thuiskwam. Deze handeling in het verleden vond plaats vóór een andere handeling in het verleden.