Pluscuamperfecto

Pluscuamperfecto
Hecho por Brenda
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Pluscuamperfecto
Hecho por Brenda

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de 'pluscuamperfecto'?

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de 'pluscuamperfecto'?

Slide 3 - Tekstslide

We kijken eerst naar de 
perfecto
Hecho por Brenda

Slide 4 - Tekstslide

perfecto
Pregunta: Wat is ook alweer de perfecto? Hoe maak je deze?

Slide 5 - Tekstslide

perfecto
Pregunta: Wat is ook alweer de perfecto? Hoe maak je deze?


(yo)        
(tú)     
(él/ella/usted)                               +
(nosotros/-as)   
(vosotros/-as)   
(ellos/ellas/ustedes)  
  

Slide 6 - Tekstslide

perfecto
Pregunta: Wat is ook alweer de perfecto? Hoe maak je deze?


(yo)        
(tú)     
(él/ella/usted)                               +
(nosotros/-as)   
(vosotros/-as)   
(ellos/ellas/ustedes)  
  
he
has
ha
hemos
habéis
han
  +    cantado/bebido/salido    

Slide 7 - Tekstslide

perfecto
Pregunta: Wat is ook alweer de perfecto? Hoe maak je deze?


(yo)        
(tú)     
(él/ella/usted)                               +
(nosotros/-as)   
(vosotros/-as)   
(ellos/ellas/ustedes)  
  
he
has
ha
hemos
habéis
han
  +    cantado/bebido/salido    
= participio

Slide 8 - Tekstslide

perfecto
Pregunta: Wat is ook alweer de perfecto? Hoe maak je deze?


(yo)        
(tú)     
(él/ella/usted)                               +
(nosotros/-as)   
(vosotros/-as)   
(ellos/ellas/ustedes)  
  
he
has
ha
hemos
habéis
han
  +    cantado/bebido/salido    
= participio
Uitzonderingen:


Slide 9 - Tekstslide

perfecto
Pregunta: Wat is ook alweer de perfecto? Hoe maak je deze?


(yo)        
(tú)     
(él/ella/usted)                               +
(nosotros/-as)   
(vosotros/-as)   
(ellos/ellas/ustedes)  
  
he
has
ha
hemos
habéis
han
  +    cantado/bebido/salido    
= participio
Uitzonderingen:
- escrito (escribir)       - vuelto (volver)
- visto (ver)                   - abierto (abrir)
- puesto (poner)          - dicho (decir)
- hecho (hacer)            - roto (romper)

Slide 10 - Tekstslide

Wanneer gebruikte ik de 'perfecto'?

Slide 11 - Tekstslide

gebruik perfecto
Je zit er nog in

Slide 12 - Tekstslide

Je zit er nog in
Hoy
Esta mañana / tarde
Este día / mes / año
Este fin de semana
Nunca

Alguna vez / muchas veces
Todavía
Ya


Vandaag
Deze ochtend / middag
Deze dag / maand / jaar
Dit weekend
Nooit

Een enkele keer / vaak
Nog steeds
Al


gebruik perfecto

Slide 13 - Tekstslide

gebruik perfecto

Esta mañana he hablado con Ana - Deze ochtend heb ik met Ana gepraat



Slide 14 - Tekstslide

Wat is de 'pluscuamperfecto'?

Slide 15 - Tekstslide

pluscuamperfecto
Pluscuamperfecto = imperfecto van HABER + voltooid deelwoord (participio)


Slide 16 - Tekstslide

pluscuamperfecto
Pluscuamperfecto = imperfecto van HABER + voltooid deelwoord (participio)





(yo)        
(tú)     
(él/ella/usted)                               +
(nosotros/-as)   
(vosotros/-as)   
(ellos/ellas/ustedes)  
  

Slide 17 - Tekstslide

pluscuamperfecto
Pluscuamperfecto = imperfecto van HABER + voltooid deelwoord (participio)





(yo)        
(tú)     
(él/ella/usted)                               +
(nosotros/-as)   
(vosotros/-as)   
(ellos/ellas/ustedes)  
  
había
habías
había
habíamos
habíais
habían

Slide 18 - Tekstslide

pluscuamperfecto
Pluscuamperfecto = imperfecto van HABER + voltooid deelwoord (participio)





(yo)        
(tú)     
(él/ella/usted)                               +
(nosotros/-as)   
(vosotros/-as)   
(ellos/ellas/ustedes)  
  
había
habías
había
habíamos
habíais
habían
  +    cantado/bebido/salido    
= participio
Uitzonderingen:
- escrito (escribir)       - vuelto (volver)
- visto (ver)                   - abierto (abrir)
- puesto (poner)          - dicho (decir)
- hecho (hacer)            - roto (romper)

Slide 19 - Tekstslide

Wanneer gebruik ik de 'pluscuamperfecto'?

Slide 20 - Tekstslide


GEBRUIK:
Pluscuamperfecto wordt gebruikt voor het aangeven van handelingen in het verleden die aan andere handelingen zijn voorafgegaan. Wij zouden dat kunnen vertalen in het NL naar 'hadden'. Vb: 'had (al) gemaakt'. 






pluscuamperfecto

Slide 21 - Tekstslide


GEBRUIK:
Pluscuamperfecto wordt gebruikt voor het aangeven van handelingen in het verleden die aan andere handelingen zijn voorafgegaan. Wij zouden dat kunnen vertalen in het NL naar 'hadden'. Vb: 'had (al) gemaakt'. 


VOORBEELD:
Ayer cuando volví a casa, Manolo ya había hecho la comida. 
Toen ik gisteren thuiskwam, had Manolo het eten al gemaakt

→ Het eten was al gemaakt vóór Manolo thuiskwam. Deze handeling in het verleden vond plaats vóór een andere handeling in het verleden. 



pluscuamperfecto

Slide 22 - Tekstslide