Kapitel 5, Stunde 6

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t, havo, vwo
• Leerjaar 1

Kapitel 5: Essen und Trinken, Stunde 5

Lernziehle

• Ik kan in het Duits benoemen wat ik op verschillende momenten van de dag eet.
• Ik leer over de verschillende eetgewoonden in de DACH-Länder

Die DACH-Länder

der Kuchen

die Butter

das Obst

der Käse

die Milch

der Tee

das Gemüse

die Suppe

das Brötchen

das Frühstück

der Orangensaft

der Kaffee

der Lachs

die Marmelade

der Schinken

der Zucker 

der Kakao

das Frühstücksei

das 

Messer

der 

Löffel

die

Gabel

der 

Teelöffel

Was isst und trinkst du zum Frühstück?
Nenne mindestens drei Dinge.

Kartoffelsalat

Flammkuchen

Maultaschen

Apfelstrudel

Lebkuchen

Knödel

Kaiserschmarren

Bratwurst

Was isst und trinkst du zum Mittagessen?
Nenne mindestens zwei Dinge.

Was isst und trinkst du zum Abendbrot?
Nenne mindestens zwei Dinge.

Welke woorden heb je onthouden?

Macht eine Forschung

> Vorm een twee-of drietal

> Zoek PER land (Deutschland, Österreich, Schweiz) uit :

- Wat zijn de 3 meest bekende gerechten en/of dranken?

- Wat zijn de ingrediënten van deze gerechten?

- Zijn er regionale verschillen? Eten ze in Bayern hetzelfde als in NRW?

- Graag plaatjes + tekst. Minimaal 1 A4'tje!

- Lever je "Forschung" in op Classroom