EHBO - herhaling toets

EHBO 
Herhaling
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

EHBO 
Herhaling

Slide 1 - Tekstslide

Thema's 
- Kleine letsels
- Bloedsomloop en circulatiestoornissen
- Ademhalingsstelsel en stoornissen
- Gevaren
- Gewrichten
- Botbreuken , kneuzing en verzwikking
- Verbanden
- Vitale functies
- Shock

Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn voorbeelden van
kleine letsels?

Slide 3 - Woordweb

Brandwonden
1e graads: Rode huid --> Koelen onder lauw stromend water. (10min)
2e graads: Blaren --> Koelen, afdekken met
niet verklevend gaasje, huisarts
3e graads: Verschroeid, zwart/grijs, 
koelen, afdekken, huisarts.

Slide 4 - Tekstslide

Dit is een voorbeeld van
A
eerste graads brandwond
B
tweede graads brandwond
C
derde graads brandwond

Slide 5 - Quizvraag

Voorwerp in neus/oor:​

1) Nooit zelf proberen eruit te halen​
2) Laat het slachtoffer zijn neus snuiten​
3) Komt het voorwerp er niet uit? Ga naar de huisarts.​
Bij voorwerp in het oor direct naar huisarts​
Bloedneus:​

1) Laat snuiten​
2) Druk de neus onder het neus bot dicht​
3) Laat het slachtoffer voorover gebogen zitten​
4) Controleer na 10 min. Niet gestopt? Ga naar de huisarts.​

Slide 6 - Tekstslide

Bij welk letsel druk je de neus onder het bot dicht ?
A
Voorwerp in de neus
B
Hyperventilatie
C
Bloedneus

Slide 7 - Quizvraag

Insect in oor​

1) Hoofd zijwaarts waar het insect in zit omhoog.​
2) Druppel lauw water in het oor.​
3) Insect eruit laten lopen.​
4) Komt het insect niet Naar de huisarts

Slide 8 - Tekstslide

Oogletsel
Bijtende stof in oog​: Minimaal 30 minuten spoelen​
Splinter in oog​: Oog afdekken en naar de eerste hulp.
Vloeistof in oog​: Spoelen met oogdouche, oogspoelfles of door bakje water in het oog te laten gieten.​
Verbranding van het oog​: Minimaal 10 minuten spoelen met lauw water
Vuiltje/stof vliegje in het oog​​: Slachtoffer zo min mogelijk laten knipperen.​ Kijk of je het vuil in het oog ziet.​Houd de oogleden open en laat slachtoffer afwisselende alle kanten op kijken.​
Zie je het vuiltje?​
    - Op oogwit: Met gaasje/zakdoek voorzichtig proberen te verwijderen.​
    - Op gekleurde deel: Laten knipperen tot het op het witte deel zit en wegvegen

Slide 9 - Tekstslide

Mag je met een zakdoekje een vuiltje van het gekleurde deel van het oog weghalen?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quizvraag

Hoelang moet je spoelen wanneer je bijtende vloeistof in het oog krijgt?
A
10 min
B
20 min
C
30 min

Slide 11 - Quizvraag

Steken en beten
Kwallensteek: Bedek de geïrriteerde huid met droog zand, zout of suiker.​ Spoel de plek af met zout water.​ Zalf voor de pijn en jeuk aanbrengen.

Teek: Gebruik een tekentang. Probeer teek helemaal te verwijderen.​  Noteer waar en wanneer de tekenbeet zat.​ Bij rode ring of zwangere vrouw: Contact met huisarts.

Slide 12 - Tekstslide

Vitale functies
Wat heb je écht nodig om te blijven leven?

A = Ademhaling
B = Bewustzijn
C= Circulatie 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Onderdelen bloedsomloop
 longen, hart, organen, slagader, zuurstofrijkbloed, zuurstofarm bloed,kleine bloedsomloop, grote bloedsomloop, aorta.
Hiervan moet je weten waar deze zich bevinden




Slide 15 - Tekstslide

Stoornissen in de bloedsomloop
Slagaderlijke/aderlijke bloeding: Hevig en veel bloedverlies. 
Leg snel een wonddrukverband aan. 

- Snelverband
- Hydrofiel zwachtel  

Gevolg kan zijn: Shock



Slide 16 - Tekstslide

Shock
Shock is een levensbedreigend door tekort aan rondpompend bloed. Het lichaam probeert de vitale organen zoveel mogelijk van bloed te voorzien door minder belangrijke organen minder van bloed te voorzien.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Anafylactische shock:
 Ernstig allergische reactie op bijv. wespensteek. 

Epipen kan soms helpend zijn.

Slide 19 - Tekstslide

Leg in eigen woorden uit wat een 'shock' inhoud.

Slide 20 - Open vraag

A =                                          A =   ademhalingsstelsel
                                                             Adem zuurstof in, gaat naar de 
                                                               longblaasjes. Geeft zuurstof af, 
                                                               krijgt afvalstoffen (CO2) terug. Dit 
                                                               blaas je uit met uitademen.

Slide 21 - Tekstslide

Ademhalingsstoornis
1. Paniekaanval : Hyperventilatie. Door angst, stress of schrik. Wat te doen? Rust creeeren, slachtoffer hyperfree aanbieden.
2. Astma :  Chronische ontsteken van de luchtwegen. Symptomen: Benauwd,piepende ademhaling. Laat zitten, controleer vitale functies en laat hem medicatie nemen.
3 COPD: Beschadiging van de longen. Zelfde handelen als Astma.

Slide 22 - Tekstslide

Letsels aan borstkas
Ernstig ongeval of gevolg van schot- of steekverwondingen. ​
​Klaplong: ​Zie video
Doordringende borstwond:​ benauwd, pijn bij ademhaling, zuigende borstwond​

Wat te doen?​
1. 1-1-2 bellen​
2. Slachtoffer een comfortabele houding aannemen​
3. Bedek een borstwond met een steriel compres ​





Slide 23 - Tekstslide

Verslikking
Milde luchtwegbelemmering: hoorbaar hoesten, gierende ademhaling, slachtoffer grijpt naar zijn keel, paniek, blauw-paarse verkleuring​

Actie: Laat slachtoffer hoesten 


Ernstige luchtwegbelemmering: hoesten zonder geluid, geen hoorbare ademhaling, geen luchtstroom voelbaar, paniek en in een later stadium bewusteloosheid. 
Actie: 112 laten bellen, 5 rugslagen, 5x heimlich. Mond controleren

Slide 24 - Tekstslide

NL ALERT
Bij een noodsituatie in jouw omgeving wil je weten wat je moet doen. ​
Als bij jou in de buurt een ramp gebeurt, dan ontvang je een tekstbericht op je mobiel. ​
NL-Alert wordt ingezet bij levens- en gezondheidsbedreigende situaties, zoals een grote brand, terroristische aanslag of onverwacht noodweer.






Slide 25 - Tekstslide

Wat is een voorbeeld van een fysiek onveilige situatie?
A
Pesten via social media
B
Het lopen over een stoep
C
Een vechtpartij in de aula
D
Een ruzie met een vriend

Slide 26 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een sociaal - emotionele onveilige situatie
A
Pesten via social media
B
Het lopen over een stoep
C
Een vechtpartij in de aula
D
Een ruzie met een vriend

Slide 27 - Quizvraag

Gewrichten

Slide 28 - Tekstslide

Draaigewricht ; Nekwervel
Scharniergewricht: Elleboog of knie
Zadelgewricht: Duim
Kogelgewricht: Heup

Slide 29 - Tekstslide

Botbreuken
Dicht: Gesloten botbreuk die aan de buitenkant niet door de huid heen komt. 
Open: Bot steekt door de huid heen.

Wat te doen?
1. houd het getroffen lichaamsdeel onbeweeglijk en ondersteun het lichaamsdeel (opgerolde deken of jas)​
2. Laat het slachtoffer het lichaamsdeel zelf ondersteunen​
3. Verwijder eventuele sieraden van het getroffen lichaamsdeel​
4. Dek bij een open botbreuk de wond voorzichtig steriel af.​
5. Ga naar de huisarts of ziekenhuis.




Slide 30 - Tekstslide

Kneuzingen en verstuikingen
Kneuzing = zijn beschadigingen aan het weefsel tussen de huid en de botten. De blauwe plekken. 
Verstuiking (verzwikken): komt alleen voor bij gewrichten. Weefsels en banden worden opgerekt en beschadigd. Het bot raakt niet beschadigd.

Slide 31 - Tekstslide

Kan een bovenbeen verstuikt/verzwikt zijn?
A
Ja
B
Nee

Slide 32 - Quizvraag

Wat te doen bij kneuzing/verstuiking?

 

Koelen met lauw stromend water of een coldpack (10-20 minuten)​
Verwijder eventuele sieraden van het getroffen lichaamsdeel​
Geef rust en steun door niet te bewegen en een steunverband aan te leggen​
Naar de huisarts als bij een verstuiking het slachtoffer niet meer dan 4 stappen kan zetten



Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Bij welk letsel gebruik je een ideaal windsel?
A
Botbreuk
B
Kneuzing
C
Brandwond
D
Grote schaafwond

Slide 35 - Quizvraag

Leren: boomberoepsonderwijs
Film het hart/de bloedsomloop
Tekstbron 5.4 , 7.1 , 7.2 , 7.3, 7.4, 7.5 , 7.6 

Website gewrichten, kneuzing en verstuiking, een shock herkennen

Slide 36 - Tekstslide