Les 3 "De Britse kolonisatie van India I"

Welkom bij Geschiedenis
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Geschiedenis

Slide 1 - Tekstslide



1. Huiswerk bespreken
Levenslijn: liberalisme vs. socialisme

2. Leerdoelen

3. India als trots van het Britse Rijk
De Britse kolonisatie van India
Verdrag van Allahabad (1765)
Controle over India
Suezkanaal (1869)
Gevolgen van de kolonisatie
Britse superioriteit 









Slide 2 - Tekstslide

Wat moest je precies doen?
  • Op de volgende bladzijde staan een aantal jaartallen en bijbehorende gebeurtenissen. Lees ze eerst allemaal door.
  • Vraag jezelf af hoe de hoofdpersonen, een liberaal en een socialist, op elke gebeurtenis gereageerd zouden hebben. Heel erg blij is +5, neutraal is 0 en niet blij is -5, maar alles er tussenin is ook mogelijk;
  • Zet een punt of een kruisje in de grafiek. Neem voor de socialist de kleur rood en voor de liberaal blauw.
  • Als je alle jaartallen hebt gehad, verbind je de punten met elkaar. Zo krijg je een rode levensgrafiek van de socialist en een blauwe levensgrafiek van de liberaal.
Huiswerk liberalisme vs. socialisme
In de negentiende eeuw kwamen socialisten lijnrecht tegenover de liberalen te staan. In deze werkvorm ga je inzichtelijk maken wanneer deze strijd ontstond, welke gebeurtenissen daarbij
hoorden en wie deze strijd uiteindelijk heeft gewonnen.

Slide 3 - Tekstslide

Geef in één zin een definitie van het liberalisme en van het socialisme.

Slide 4 - Open vraag

Leerdoelen I
  • Je begrijpt dat India voor Groot-Brittannië al tijdens de 18e eeuw belangrijk was vanwege de grondstoffen (katoen).
  • Je kan uitleggen dat India steeds belangrijker werd als katoenproducent als gevolg van de Amerikaanse onafhankelijkheid en het abolitionisme.
  • Je begrijpt hoe de Engelse East India Company vanaf 1765 grote delen van India kon controleren via ‘indirect rule’ (indirect regeren) als gevolg van het verdrag van Allahabad.
  • Je begrijpt dat de EIC en de Britse overheid vanaf 1765 gebruik maakte van het inheemse bestuur, en van inheemse soldaten (voor het Brits-Indische leger) om belastingen te innen (en daarmee veel geld te verdienen) en miljoenen Indiërs te besturen.

Deelvraag 2
B2: Waardoor werd India in de 19e eeuw de belangrijkste kolonie binnen het Britse Rijk (1765-1885)?

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen II 
  • Je begrijpt dat de Britse overheid en EIC het Brits-Indisch leger en de Royal Navy gebruikten om handel af te dwingen en hun handelsbelangen te beschermen.
  • Je begrijpt dat India voor Groot-Brittannië tijdens de 18e en 19e eeuw belangrijk bleef voor de productie van grondstoffen (katoen) en later tijdens de 19e eeuw belangrijk werd als afzetmarkt van Brits textiel.
  • Je begrijpt dat vanaf 1850 India nog belangrijker werd als grondstofproducent en afzetmarkt als gevolg van de Industriële Revolutie en de groeiende vraag naar grondstoffen op een wereldmarkt.
  • Je begrijpt dat de Britten door het Suezkanaal een betere verbinding kregen met India en de wereldmarkt, waardoor India nog belangrijker werd voor Groot-Brittannië.

Deelvraag 2
B2: Waardoor werd India in de 19e eeuw de belangrijkste kolonie binnen het Britse Rijk (1765-1885)?

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoelen III
  • Je begrijpt dat de uitvindingen van de Industriële Revolutie ervoor zorgden dat de Britten hun koloniale macht konden versterken via infrastructuur en geweld.
  • Je begrijpt hoe de aanleg van infrastructuur (spoorwegen, havens, kanalen) in India ten dienste stond van de levering van grondstoffen.
  • Je begrijpt dat de Britse aanwezigheid in India racistisch was: Engelsen waren negatief over lokale sociale en religieuze gebruiken.
  • Je begrijpt dat er in de 19e eeuw een superioriteitsgevoel ontstond in Groot-Brittannië (en andere Europese grootmachten) omdat zij technologisch voorliepen op de rest van de wereld en zij het als hun missie gingen zien om de wereld te bekeren tot het Christendom en te beschaven.
Deelvraag 2
B2: Waardoor werd India in de 19e eeuw de belangrijkste kolonie binnen het Britse Rijk (1765-1885)?

Slide 7 - Tekstslide

Tijdvak 8: Burgers en stoommachines
1800 n. Chr. - 1900 n. Chr.
(Moderne tijd)


Slide 8 - Tekstslide

Europese landen veroveren gebieden in Afrika en Azië
  • Engeland, België, Nederland, Frankrijk regeren indirect (lokale leiders blijven de baas)
  • Intentie van de overheersing is economisch (kolonies leveren grond-stoffen voor Europese fabrieken én Europese fabrieken verkopen hun producten in de kolonies)
Modern imperialisme

Slide 9 - Woordweb

Kenmerkende aspecten
De industriële revolutie legde in de westerse wereld de basis voor een industriële samenleving.
De moderne vorm van imperialisme hield verband met de industrialisatie.
= modern imperialisme helpt de industrie!

Slide 10 - Tekstslide

De Britse kolonisatie van India
Eind 18e eeuw: 
Verschuiving economisch zwaartepunt van het Britse Rijk van Amerika naar India!



Waarom India?
  • Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog (1775-1783)
  • Abolitionisme (afschaffing van de slavernij)
In India lagen echter nog economische, politieke en militaire kansen!
East India Company (EIC)
  • Opgericht in 1600 
  • Handelen met India en Zuidoost-Azië
  • Monopolie (alleenrecht) op Britse handel
  • Steeds meer macht in India (onderdeel van het Mogolrijk)
  • Handel met Mogol-vorsten vanuit factorijen (economische neerzettingen op Indiaas grondgebied)
  • Katoen en zijde (brachten veel geld op in Groot-Brittannië)
EIC steeds machtiger in India
  • Mogolrijk verzwakte (dood van de keizer en onderling ruzie van Indiase vorsten)
  • EIC machtiger door oorlogen en sluiten van deals (kiezen van de juiste kant)!
EIC factorijen in India
EIC factorij in Surat
Britse wereldhandelsroutes

Slide 11 - Tekstslide

Verdrag van Allahabad (1765)
Begin van de Britse overheersing in India

Afspraken tussen de Mogolkeizer en de EIC na een door de Engelsen gewonnen veldslag (slag bij Buxar):

  • Britten krijgen recht om belasting te innen in naam van de keizer in de regio Bengalen, dus inkomst rechtstreeks naar EIC.
  • In ruil daarvoor: Engelsen houden Mogolkeizer op de troon en geven militaire steun bij dreiging (tegen betaling).





Positief of negatief voor de Mogolkeizer?
En daarna?
  • Macht van de EIC nam sel toe (ook in andere delen van India)
  • Innen van belastingen als belangrijke inkomstenbron voor de EIC
  • Verdragen met plaatselijke vorsten
  • Controle over meerdere gebieden, terwijl vorsten hun titel en luxe levensstijl mochten houden
  • Het volk zag de plaatselijke vorsten nog steeds als leiders, maar eigenlijk waren de Britten de baas (18e en 19e eeuw)!

Slide 12 - Tekstslide

Controle over India
India was qua afstand ver weg van Groot-Brittannië, heel groot met weinig Britse kolonisten (in verhouding tot de inheemse bevolking).

Kleine groep Britten hadden macht over miljoenen Indiërs!
Suezkanaal (1869)
Britse schepen konden vanaf 1869 via een veel kortere route India bereiken dankzij het Suezkanaal.
  • Gebruik van stoomschepen
  • Gemakkelijker naar India reizen (Britse beleid doorvoeren en handhaven)
  • Goederen en informatie vervoeren
  • Grip op de kolonie nam enorm toe!
De Royal Navy
  • Britse vloot
  • Beschermden handel op zee en de route tussen India en Groot-Brittannië
  • Beschermden politieke en economische belangen van het Britse Rijk
Het Brits-Indische leger
  • Indiase soldaten onder leiding van Britse officieren
  • Indiase land: geaccepteerd door veel Indiërs (bang, gedwongen, veilige optie)
Infrastructuur
  • Politiek-militaire reden
  • Economische reden
  • Controle over de grote kolonie
  • Vasteland: wegen, kanalen en spoorwegen
  • Suezkanaal

Slide 13 - Tekstslide

Gevolgen van de kolonisatie
Voordelen voor het Britse Rijk
  • Het Britse Rijk verdiende hier veel geld mee (belasting)
  • Goedkope plantageproducten inkopen 
  • Gigantische afzetmark voor Britse producten (Miljoenen inwoners, massale productie door Industriële Revolutie)
  • Wereldwijd politiek en militair aanzien 
Nadelen voor India
  • Indiase producten duurder dan Britse producten (door hoge Britse belasting)
  • Onvrede over de hoge Britse belastingen 
  • Veel Indiërs raakten hun macht, werk of status kwijt (hoge functies uitsluitend voor mensen van Britse afkomst)
  • Indiase grootgrondbezitters werden rijker, terwijl veel Indiërs armer werden.
Britse superioriteit
  • Britten als beschaafd volk, Indiërs als onderdanig
  • Maatregelen: Engelse rechtssysteem, onderwijssysteem en de Engelse taal
  • Afschaffen van religieuze en sociale gebruiken van de Indiërs
  • Ontstaan van een groep Indiërs met westerse denkbeelden
  • Christendom in India verspreiden (Britse missionarissen)
Wereldtentoonstelling 1851

Slide 14 - Tekstslide

Werken met bronnen
Beeldanalyse

Gebruik 7. Beeldanalyse en de bijbehorende kijkwijzer!

  • Benoem de personen en voorwerpen volgens de kijkwijzer!
  • Wat zie je?
  • Wat betekent het (herkennen van symbolen)?

Slide 15 - Tekstslide

Terug naar 
de leerdoelen I
  • Je begrijpt dat India voor Groot-Brittannië al tijdens de 18e eeuw belangrijk was vanwege de grondstoffen (katoen).
  • Je kan uitleggen dat India steeds belangrijker werd als katoenproducent als gevolg van de Amerikaanse onafhankelijkheid en het abolitionisme.
  • Je begrijpt hoe de Engelse East India Company vanaf 1765 grote delen van India kon controleren via ‘indirect rule’ (indirect regeren) als gevolg van het verdrag van Allahabad.
  • Je begrijpt dat de EIC en de Britse overheid vanaf 1765 gebruik maakte van het inheemse bestuur, en van inheemse soldaten (voor het Brits-Indische leger) om belastingen te innen (en daarmee veel geld te verdienen) en miljoenen Indiërs te besturen.

Deelvraag 2
B2: Waardoor werd India in de 19e eeuw de belangrijkste kolonie binnen het Britse Rijk (1765-1885)?

Slide 16 - Tekstslide

Terug naar 
de leerdoelen II
  • Je begrijpt dat de Britse overheid en EIC het Brits-Indisch leger en de Royal Navy gebruikten om handel af te dwingen en hun handelsbelangen te beschermen.
  • Je begrijpt dat India voor Groot-Brittannië tijdens de 18e en 19e eeuw belangrijk bleef voor de productie van grondstoffen (katoen) en later tijdens de 19e eeuw belangrijk werd als afzetmarkt van Brits textiel.
  • Je begrijpt dat vanaf 1850 India nog belangrijker werd als grondstofproducent en afzetmarkt als gevolg van de Industriële Revolutie en de groeiende vraag naar grondstoffen op een wereldmarkt.
  • Je begrijpt dat de Britten door het Suezkanaal een betere verbinding kregen met India en de wereldmarkt, waardoor India nog belangrijker werd voor Groot-Brittannië.

Deelvraag 2
B2: Waardoor werd India in de 19e eeuw de belangrijkste kolonie binnen het Britse Rijk (1765-1885)?

Slide 17 - Tekstslide

Terug naar 
de leerdoelen III
  • Je begrijpt dat de uitvindingen van de Industriële Revolutie ervoor zorgden dat de Britten hun koloniale macht konden versterken via infrastructuur en geweld.
  • Je begrijpt hoe de aanleg van infrastructuur (spoorwegen, havens, kanalen) in India ten dienste stond van de levering van grondstoffen.
  • Je begrijpt dat de Britse aanwezigheid in India racistisch was: Engelsen waren negatief over lokale sociale en religieuze gebruiken.
  • Je begrijpt dat er in de 19e eeuw een superioriteitsgevoel ontstond in Groot-Brittannië (en andere Europese grootmachten) omdat zij technologisch voorliepen op de rest van de wereld en zij het als hun missie gingen zien om de wereld te bekeren tot het Christendom en te beschaven.
Deelvraag 2
B2: Waardoor werd India in de 19e eeuw de belangrijkste kolonie binnen het Britse Rijk (1765-1885)?

Slide 18 - Tekstslide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 19 - Woordweb

Wat gaan we volgende keer doen?
De Britse kolonisatie van India 
 Opstand
Gelijkheid

Slide 20 - Tekstslide