T26 Zakelijk lezen herhaling basis

Welkom 3Ga

Trede 26


Introductie + tekstsoorten, leesstrategieën, moeilijke woorden en beeld en opmaak.
Nederlands
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom 3Ga

Trede 26


Introductie + tekstsoorten, leesstrategieën, moeilijke woorden en beeld en opmaak.
Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Lesprogramma
  1. Introductie trede 26
  2. Herhaling van de basis
  3. Zelfstandig werken aan opdrachten boekje

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les...

  • weet je wat je moet doen om trede 26 af te ronden. 

  • ken en herken je de verschillende tekstsoorten. 

  • kun je de lees- en woordraadstrategieën bewust inzetten.

  • kun je op basis van het beeld en de opmaak van een tekst een eerste oordeel geven.

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen, in deze trede leer je:
  • welke tekstsoorten er zijn en hoe je ze herkent. 
  • Weet je welke lees- en woordraadstrategieën er zijn en hoe je ze inzet.
  • kun je uitleggen en herkennen wat het beeld en de opmaak over een tekst iets de tekst zeggen.
  • kun je herkennen en uitleggen welk doel een schrijver met een tekst heeft.
  • kun je feiten en meningen onderscheiden.
  • kun je herkennen en uitleggen hoe een tekst is opgebouwd
  • kun je het onderwerp, de deelonderwerpen en de hoofdgedachte in een tekst vinden.
  • weet je welke tekstverbanden er zijn en hoe je ze kunt herkennen in een tekst. 
  • kun je hoofdzaken in een tekst onderscheiden.

Slide 4 - Tekstslide

Noteer in je planner

Slide 5 - Tekstslide

Tekstsoorten
Informatieve teksten
Kranten artikelen, nieuws, schema's, internet artikelen.
Geven informatie over een onderwerp.
Instructieve teksten
Recepten, korte aanwijzingen, uitleg oefening.
Je krijgt uitleg over hoe iets moet.
Betogende teksten
Artikelen, folders advertenties reclameteksten
De mening van de schrijver wordt gegeven (met argumenten)/je wordt aangezet tot actie.

Slide 6 - Tekstslide

Leesstrategieën
  1. oriënterend lezen (verkennend)
  2. globaal lezen (verkennend)
  3. intensief lezen (grondig)
  4. zoekend lezen
  5. Kritisch lezen
  6. Studerend lezen

Slide 7 - Tekstslide


Video 
-
Leesstrategieën

Slide 8 - Tekstslide

0

Slide 9 - Video

Lees onderstaande leessituaties. Welke leesstrategie pas je toe?
Situatie 1: 
Om 07.00 uur valt de krant door de brievenbus. Voordat je naar school gaat, wil je snel weten wat het belangrijkste nieuws is. 
Situatie 2: 
Voor biologie moet je een werkstuk maken over klimaatverandering. Je hebt op een internet een tekst gevonden over het klimaat. Je wilt weten of je de tekst kunt gebruiken.
Situatie 3: 
Je hebt morgen een toets over voor geschiedenis. Je leest de tekst in je geschiedenisboek.
Situatie 4:
Je wilt een pretpark bezoeken en bent benieuwd naar de prijzen. Je bezoekt de website van het pretpark.
Orienterend lezen
Globaal lezen
Intensief lezen
Zoekend lezen
Kritisch lezen
Studerend lezen

Slide 10 - Sleepvraag

Woordraadstrategie

Een woordraadstrategie is een handige manier om achter de betekenis van een woord te komen. Je kunt uit de tekst informatie halen over lastige woorden door te zoeken naar:

  • synoniem
  • omschrijving
  • voorbeeld
  • tegenstelling
  • bekend woorddeel

Slide 11 - Tekstslide

Woordraadstrategie synoniem
Zoek naar een synoniem: een ander woord met dezelfde betekenis.
  • Exact - Precies
  • vreemde snuiter - rare snijboon - zonderling

Vaak vind je als je even verder leest in de tekst een synoniem voor een moeilijk woord dat je niet weet.

Slide 12 - Tekstslide

Wat is een synoniem voor beduidend?
A
Onbeduidend
B
Belangrijk
C
Aanduiden
D
Onbelangrijk

Slide 13 - Quizvraag

Woordraadstrategie omschrijving:
De schrijver geeft al een omschrijving (definitie) van het woord.

  • Mijn oma is geholpen aan staar, een aandoening waarbij de lens is vertroebeld.
  • Misofonie, mensen die zich ergeren aan bepaalde, op zich onschuldige, geluiden, zoals luid ademen en harde muziek uit oordopjes.

Slide 14 - Tekstslide

Wat het verschil tussen een synoniem en een omschrijving?

Slide 15 - Open vraag

Woordraadstrategie: een voorbeeld zoeken:
Soms staan er in een tekst voorbeelden om onbekende woorden uit te leggen. Je weet dan meteen wat de schrijver bedoelt.
  • Bij een voorbeeld vind je vaak de volgende woorden: bijvoorbeeld, zo is er..., zoals, denk maar aan..., neem
  • Ook een dubbele punt kan aangeven dat er voorbeelden volgen: 'zij houden van balsporten: voetbal, volleybal, korfbal.'


Slide 16 - Tekstslide

Woordraadstrategie tegenstelling vinden:
  • Tegenstellingen zijn woorden die elkaars tegenovergestelde zijn.

  • Als je een onbekend woord tegenkomt, kun je soms de betekenis begrijpen doordat er in de tekst een tegenstelling staat.

  • Zoek je een tegenstelling? Let dan op de volgende woorden: maar, echter, toch, daarentegen.
Bijvoorbeeld:
Goedkoop - duur
begrijpelijk - onbegrijpelijk

Slide 17 - Tekstslide

Woordraadstrategie bekend woorddeel:

Soms kun je de betekenis van een onbekend woord begrijpen doordat je al een deel van het woord kent. Zulke woorden noemen je samenstellingen. 

Bijvoorbeeld:

  • Lolbroek
  • Kletskous
  • Internetverslaafde

Slide 18 - Tekstslide

Voorbeeld
'parkeergarage'
 
Het woord is een samenstelling van 'parkeer' en 'garage'

parkeergarage is dus een garage om in te parkeren...




Slide 19 - Tekstslide

Woordraadstrategie
het woordenboek

  • Vergeet bij de toets je woordenboek niet. Die mag je altijd gebruiken en moeilijk woorden kan je opzoeken.

  • Oefen met het zoeken, dat kost tijd en die tijd is kostbaar!

Slide 20 - Tekstslide

Beeld en opmaak
  • Titel
  • Tussenkopjes
  • Illustraties
  • Lettertypes
  • Tekst- en alinea-indeling

Slide 21 - Tekstslide

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 22 - Open vraag

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 23 - Open vraag