Examenbespreking 2022 II

Examenbespreking 2022 II
Op naar het diploma!
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Examenbespreking 2022 II
Op naar het diploma!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderstaande vragen komen (bij genoeg tijd) aan bod
4, 7, 8, 10, 14, 20, 23, 27, 37
Welke vragen zouden jullie graag willen bespreken?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pak tekst 1 erbij
Je krijgt 1 minuut om de tekst oriënterend te lezen voordat we naar de vraag gaan.
timer
1:00

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekst 1 'Wie durft er nog door het bos te banjeren?'
gaat over...
A
angst voor de natuur
B
gevaren in de natuur
C
veranderingen in de natuur
D
leven met de natuur

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het doel van tekst 1 is...
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Opiniëren
D
Activeren

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Weten we weer waar de tekst over gaat?
Dan duiken we nu wat dieper in de vragen.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 4
De Nederlandse natuur is relatief ongevaarlijk
maar volgens biologen wordt deze wel gevaarlijker.
Dit komt door klimaatverandering.
Die heeft tot gevog dat er soorten naar Nederland komen die hier ongemak veroorzaken 
en dat Nederlandse diersoorten tropische ziektes gaan verspreiden.
Welke signaalwoorden in alinea 6 en 7 verwijzen naar dit juiste antwoord?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke signaalwoorden in alinea 6 en 7 verwijzen naar het juiste antwoord op vraag 4? Noteer ze met een komma ertussen.

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

vraag 7
Noem drie verschillende verklaringen uit alinea 10 tot en met 13 voor de toenemende natuurangst.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem drie verschillende verklaringen uit alinea 10 tot en met 13 voor de toenemende natuurangst.
Welk van onderstaande mogelijke antwoorden is fout?
A
Angst voor enge beesten zit bij mensen sowieso diep ingebakken.
B
Ooit leefden we op een ongerepte planeet met alleen maar dieren en planten om ons heen.
C
Dat we op onze hoede zijn voor gevaarlijke dieren, zit in onze evolutionaire bagage.
D
We zien de natuur tegenwoordig vooral als mooi, nuttig en harmonieus.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 8
a. Leg de antwoorden van het hele groepje bij elkaar en maak een top 4; 
b. Waarom is de nummer 1 het beste antwoord?
c. en wat mist er bij nummer 3 en 4?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 14 - Wat is fout aan dit antwoord?
Vraag: Welke andere boodschap komt uit zowel tekst 1 als tekstfragment 1 naar voren?

Antwoord: Dat het gezonder is om de natuur in te gaan.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is fout aan dit antwoord op vraag 14?
- Dat het gezonder is om de natuur in te gaan.

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Tekst 2
Je krijgt 1 minuut om de inleiding en het slot te lezen.
timer
1:00

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het doel van deze tekst?
A
Activeren
B
Informeren
C
Opiniëren
D
Overtuigen

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 20: Citeer de beeldspraak uit alinea 5 waarin de auteur zich negatief uitlaat over de maatregel die ze afwijst.
A
Een kunstmatig noodverband
B
We moeten het probleem van de te weinig topvrouwen niet oplossen met een kunstmatig noodverband.
C
fnuikt
D
Die wijdverbreide cultuur fnuikt natuurlijk de kansen om door te groeien naar de top.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tekst 3 gaat weer over het vrouwenquotum. Wat is het verschil met tekst 2?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 23 - Welke woorden zoek je op?
"De bokaal voor de meest stuitende reactie hierop gaat zonder twijfel naar Gerard van Vliet"(regels 11 - 13). 
Deze zin lijkt een tegenspraak te bevatten. Leg uit wat die zogenaamde tegenspraak inhoudt.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 23 - Welke woorden uit de vraag zoek je op in het woordenboek?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 23
Vergelijk de antwoorden binnen je groepje
a. Maak een top 4 - beargumenteer hierbij waarom het ene antwoord beter is dan het andere.
b. Stel nu met elkaar het 'perfecte antwoord' op.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 27
Noem drie vooroordelen die de auteur in alinea 5 tot en met 7 van tekst 3 aan de orde zijn.

Antwoord:
- Topsporten is geen topfunctie.
- Atleten combineren hun werk niet met een gezin.
- Vaders kunnen niet voor kinderen zorgen

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 27 - Welke woorden in de tekst zijn een aanwijzing dat daar in de buurt een vooroordeel staat?
Citeer de zinsdelen met een komma tussen de verschillende antwoorden.

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Tekst 4
Lees de eerste en de laatste alinea van de tekst.
timer
1:00

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar gaat tekst 4 over?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het doel van tekst 4?

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 37 - geef van onderstaande zeven uitspraken aan of de auteur ze feitelijk of waarderend inzet. 
Individueel: Neem de 7 uitspraken door en bedenk of ze feitelijk of waarderend zijn.
Met je groepje: Bespreek welke uitspraak het lastigst was. Ik wil per groep 1 nummer horen. 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 37 - welke uitspraak is het lastigst? En waarom?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Cijfer bepalen
Tel je punten op en kijk in de omzettingstabel om je cijfer te bepalen.
Spellingaftrek = max. 4 pt.


Slide 29 - Tekstslide

https://www.examenblad.nl/2022/vwo/documenten/cse-2/nederlands-vwo-omzettingstabel-normering
Tot slot
Schrijf duidelijk
 - sla tussen elke vraag een of twee regel(s) over
- kras niet, maar zet één streep door het foute antwoord
- Zet het opdrachtnummer netjes in de kantlijn

Wie heeft interesse in de puntenverdeling van HET examen?

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies