5.3 Schakelingen

Hoofdstuk 5
5.3 Schakelingen
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5
5.3 Schakelingen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  1. Herhaling + huiswerk bespreking

  2. Uitleg paragraaf 5.3   
   4. Vragen 5.3

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de eenheid van spanning?
A
Ampère
B
Volt
C
Ohm
D
Watt

Slide 3 - Quizvraag

Maakt het uit waar je de stroomsterkte meet?
A
Ja, voor het lampje is die het hoogst
B
Ja, na het lampje is die het hoogst
C
ja, maar je weet niet waar die het hoogste is
D
nee, de stroomsterkte is overal even groot

Slide 4 - Quizvraag

Voorbeelden van spanningsbronnen zijn ....
A
batterij, dynamo, spoel
B
dynamo, elektromagneet, zonnecel
C
batterij, dynamo, zonnecel
D
batterij, zonnecel, elektromagneet

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de spanning?

A
0V
B
6V
C
18V
D
36V

Slide 6 - Quizvraag

Ampère staat voor
A
spanning
B
druk
C
stroomsterkte

Slide 7 - Quizvraag

Spanning is een grootheid. Wat is het symbool voor spanning?
A
U
B
V
C
u
D
A

Slide 8 - Quizvraag

Wat geeft dit symbool aan?
A
Voltmeter
B
Amperemeter
C
Lampje
D
Schakelaar

Slide 9 - Quizvraag



A
1. kruis en 2. ongeveer
B
1. lampje en 2. ongeveer
C
1. lampje en 2. batterij
D
1. kruis en 2. batterij

Slide 10 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding het symbool met nummer 5 geeft een ...... weer
A
batterij
B
schakelaar
C
stopcontact
D
lampje

Slide 11 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding het symbool met nummer 6 geeft een ...... weer
A
batterij
B
schakelaar
C
stopcontact
D
lampje

Slide 12 - Quizvraag

Op de afbeelding zie je een....
A
Zekering
B
Schakelaar
C
Lampje
D
Weerstand

Slide 13 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding het symbool met nummer 3 geeft een ...... weer
A
batterij
B
schakelaar
C
stopcontact
D
lampje

Slide 14 - Quizvraag

Waar hoort de stroommeter om de stroom door lampje 1 te meten?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 15 - Quizvraag

Welk antwoord is juist?
A
Een batterij levert een stroom
B
Een batterij raakt nooit leeg
C
Een batterij is milieu vriendelijk
D
Een batterij heeft 2 + aansluitingen

Slide 16 - Quizvraag

Huiswerk bespreking
Afmaken paragraaf 1

Kijk het onderstaande filmpje 
https://www.hetklokhuis.nl/tv-uitzending/1452/Batterij  
Maak vraag: 
14 tot en met 17

Slide 17 - Tekstslide

Wat gaan we leren vandaag?
  • De leerling weet hoe hij de spanning moet meten in een kring. 
  • De leerling kan batterijen in 'serie' schakelen en weet wat dat betekend
  • De leerlingen weten wat een schakelschema is, kennen de symbolen en kunnen zelf een simpel schakelschema tekenen op basis van een korte instructie.
  • De leerlingen kennen de 2 soorten schakelingen die we veel gebruiken

Slide 18 - Tekstslide

Maak proef 2 met twist
Wat?                   Proef 2 maar we gaan niet de stroomsterkte                                            meten maar de spanning 
Hoe?                    alleen of met 2 of 3-tallen met 2 lampjes en een                                   voeding             
Hoe lang?         ong. 15 minuten
Vraag?                nvt
Klaar?                 Lees paragraaf 2 en maak de paragraaf af

Slide 19 - Tekstslide

Maken Paragraaf 5.2
Hoe?                       Alleen
Hoe lang?            ong. 15 minuten
Vraag?                   Vraag het fluisterend aan je buurman/vrouw.
                                 Weet die het ook niet? Steek dan je vinger op
Klaar?                    Kijk nog eens naar paragraaf 2, probeer in een                                       paar zinnen de paragraaf te samenvatten.


Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Spanning (U)
De Spanningsbron zorgt voor een verschil in lading. Het verschil meten we in volts. (V)


Slide 22 - Tekstslide

Schakelschema's

Slide 23 - Tekstslide

5.3
Als je bezig bent met verschillende schakelingen, is het goed om te weten hoe je die schakelingen kunt tekenen.
Zo’n tekening van een schakeling noemen we een schakelschema.
Elk onderdeel heeft een eigen symbool, een apart symbool voor een lampje of schakelaar.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Schakeling
Schakelschema

Slide 26 - Tekstslide

3 Teken het schakelschema

Slide 27 - Tekstslide

Maken: het volgende schakelschema
Teken een schakelschema met 2 lampjes afgewisseld met een bel. Daarnaast zit er een schakelaar in de kring. De spanning over 1 lampje wordt gemeten, net als de stroomsterkte door de kring. 

klaar? maak vraag 28 + 29

Slide 28 - Tekstslide