Week 15: Possessive Adjectives

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1Leerroute 2Leerroute 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Its
De kat wast zijn staart.

De cat washes its tail.
The tree lost its leaves

Eigendom van een dier of ding.
(dus niet it's. dat betekent 
'het is'

Slide 2 - Tekstslide

Explain the usage of its and provide examples.
              
                      That's their cat
That's they're dog
              of
That's there cat

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

______ parents are coming to visit this weekend.
A
He
B
Our
C
They
D
You

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

______ jacket is on the couch.
A
He
B
us
C
His
D
Mine

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

______ shoes are under the bed.
A
It
B
Her
C
You
D
He

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

______ class is after lunch.
A
I
B
You
C
He
D
Their

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

______ dog loves to play fetch.
A
He
B
You
C
My
D
She

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

The verb ´be´ time!

Slide 9 - Tekstslide

  • Working sheet template!

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij bezit: de eigenaar als adjective.
De fiets van mijn broer = my brother's bike
De schoenen ..........          = my brother's shoes

Bezitter = enkelvoud (1 broer)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij bezit: de eigenaar als adjective.
De fiets van mijn broer = my brother's bike
De schoenen ..........          = my brother's shoes

de fiets van mijn ouders  =  my parents' bike
De schoenen .....................    =   my parents' shoes

ZOEK HET VERSCHIL

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Those are my .......... sunglasses
A
dad
B
dads'
C
dad's
D
my

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

This is my ........
food bowl
A
cat's
B
cats
C
cats'

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I'm looking for my ...........
office
A
boss
B
boss's
C
boss'

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

This is my .......... car
(van mijn broer = brother)

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

I'm brushing the .............tail
(van het paard = horse)

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

I hear the ....... name
(van het meisje = girl)

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

That bike is my .........
(van mijn oom = uncle)

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Are you looking for my ........ office?
(van mijn bazen = bosses)

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

I see my ........ car
(van mijn ouders = parents)

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

I see my ........ car
(van mijn ouders = parents)

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies