LES 3 Loopbaan en burgerschap Cultuur, identiteit, racisme en discriminatie

Loopbaan en Burgerschap | Les 3
 Cultuur, identiteit, discriminatie en racisme 
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Loopbaan en Burgerschap | Les 3
 Cultuur, identiteit, discriminatie en racisme 

Slide 1 - Tekstslide

Doe normaal!

Dit hoor je best vaak. Maar ‘normaal’ gedrag is niet overal hetzelfde.

Binnen elke groep en op elke plek zijn er ongeschreven gedragsafspraken. Sommige dingen kunnen wel, andere doe je niet.

Voorbeeld: Niemand gaat in bikini naar de supermarkt. En bij je oma zit je niet op tafel een tosti te eten, hoewel je dat in de voetbalkantine misschien wél doet.

Normen zijn de regels en afspraken die je aanvoelt en overneemt van de rest van een groep. Dit gebeurt in elke groep en in elke situatie.



Programma
Terugblik op de dimensies
Culturen
Identiteit
Discriminatie en racisme

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Na de les weet je...
 - wat een pluriforme samenleving is
- wat een subcultuur is
- wat er bedoeld wordt met segregatie, integratie en assimilatie
- welke bijdrage jij kan leveren aan een wereld zonder discriminatie en racisme

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Pluriforme Samenleving

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


4.1 Veel culturen in één land

In Nederland noemen we onze samenleving pluriform. Dat betekent dat we leven met veel verschillende culturen.

Pluriform betekent veelkleurig. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Soorten cultuur

De dominante cultuur: wordt door veel Nederlanders gedeeld. Zoals Koningsdag, het toestaan van het homohuwelijk en het Nederlands spreken. 

En nog één: subculturen.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten cultuur
De subculturen: kleinere groepjes culturen binnen de dominante cultuur. 

Zoals jongerenculturen of een groep 
mensen die dezelfde godsdienst aanhangt.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoor jij bij een subcultuur?
Welke dan?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden subculturen:
Etnische subculturen: culturen van mensen die oorspronkelijk uit een ander land komen. 

Godsdiensten en verschillende religieuze subculturen. 

Jongerenculturen
zoals hiphoppers, skaters.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kan je bij een subcultuur horen en een dominante cultuur?

Ja! De subculturen hebben dingen 
gemeen met de dominante cultuur. 

Een skater spreekt bijvoorbeeld gewoon Nederlands.
Iemand die tot een bepaalde religie behoort kan nog steeds koningsdag vieren.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

1. Sekse/gender (mannelijk/ vrouwelijk/ transgender);
2. Religie/levensbeschouwing;
3. Etniciteit (afkomst);
4. Seksuele oriëntatie (hetero- / homo- / biseksueel);
5. Levensfase/generatie (wanneer geboren en welke fase/generatie zit je);
6. Talent/handicap (waar ben je goed in/wat zijn je beperkingen);
7. Klasse (arbeidersklasse/middelklasse etc.);
8. Professionele socialisatie (opleiding/werk/carrière).

Opdracht:
Teken nu jouw eigen diversiteitcirkel

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
10:00

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen om te bespreken:
  • Wie/wat bepaalt wie jij bent? 
  • Welke onderdelen van de cirkel hebben het meeste invloed op jouw identiteit/je leven?
  • In welke hokjes word jij door anderen gestopt/ Hoe zien anderen jou?
  • Beïnvloeden de onderdelen van de cirkel elkaar volgens jou?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zijn wij een diverse klas?
En waaraan zie je dat vooral?
timer
2:00

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Niemand wordt geboren met haat voor een persoon met een andere huidskleur, achtergrond of geloof. Een mens leert haten, en als we kunnen leren om te haten dan kunnen we ook leren om lief te
hebben
.’


Nelson Mandela




Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom verhuizen mensen naar Nederland?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Verhuizen naar een nieuw land
Naar een nieuw land gaan betekent dat je met nieuwe dingen te maken krijgt zoals:
- Andere normen en waarden.
- Andere regels en wetten.
voorbeelden:
Het homohuwelijk.
Je mag een joint opsteken.
Gelijkheid tussen mannen en vrouwen.

waarden
de ideeen die je waardevol of belangrijk vindt. Zoals gezondheid, gelijkheid.
normen
de gedragsregels die bij een waarde horen

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Integratie
Bij de meeste nieuwkomers is er sprake van integratie:

nieuwkomers passen zich aan de Nederlandse gewoonten aan, maar houden ook deels de eigen cultuur.
Integratie gaat niet altijd vanzelf en kan soms tot problemen leiden.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarden en normen
Er zijn verschillende redenen waarom er soms spanningen ontstaan wanneer nieuwkomers naar Nederland komen. Bijvoorbeeld verschillende normen en waarden. Denk hierbij aan:
- seks voor het huwelijk;
- ander soort band met familie (in veel culturen is deze sterker dan in Nederland);
- zorg voor kinderen.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Integratie
Assimilatie
Segregatie
Inburgeringscursus
Zwarte en witte scholen
Andere taal overnemen
Aanpassen aan nieuwe cultuur
Opgaan in nieuwe cultuur
Eigen cultuur behouden

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een vooroordeel?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vooroordelen en stereotypen zijn gedachten in ons hoofd,
ideeën over anderen. Zolang je ze niet uit, kun je niemand
kwaad doen

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke vooroordelen ken je?

Slide 25 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is discriminatie?

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vooroordeel en discriminatie
Een vooroordeel is een gedachte. Discriminatie is op anderen gericht gedrag. Het is een handeling. Alleen als je iets openlijk en daadwerkelijk
doet, zegt of schrijft, kun je discrimineren

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Discriminatie uitgelegd
Discriminatie is het ongelijk behandelen op basis van kenmerken die er voor de situatie niet toe doen.  Bv. afkomst, godsdienst, leeftijd, handicap, seksuele geaardheid of sekse, uiterlijk etc etc.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heb jij een ervaring met discriminatie?

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Artikel 1 van de Grondwet

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Anti discriminatie
Mensen die van mening zijn dat zij gediscrimineerd zijn, kunnen de kwestie voorleggen aan de Commissie Gelijke Behandeling of aangifte doen bij de politie. Ook zijn er in Nederland zogeheten Anti Discriminatie Voorzieningen (ADV’s), meldpunten waar je een advies kunt krijgen hoe te handelen bij, of een klacht kunt indienen over discriminatie.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is racisme?

Slide 32 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Racisme
Racisme is het idee dat het ene menselijke ‘ras’ beter is dan het andere. Het gaat dus uit van menselijke rassen die niet gelijkwaardig zijn.

Racisme wordt echt gevaarlijk als een politieke beweging of r een overheid dit promoot.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Social media zijn niet sociaal

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke bijdrage kan jij leveren aan een wereld zonder discriminatie en racisme?
A
meer weten over anderen
B
me niet laten meeslepen met fouten meningen
C
gesprek voeren met anderen
D
in mijn omgeving andere wijzen op hun gedrag

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In tweetallen
  • Kies één van de volgende stellingen/vragen uit en wissel daarover met elkaar van gedachten.
  • Deel jullie gedachten vervolgens per tweetal met de groep.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stellingen/ vragen
  1. "Denk je dat racisme vroeger een groot probleem was, maar nu niet meer?"
  2. "Vind je dat mensen beoordeeld worden op hun uiterlijk geen grote invloed heeft op hun leven?"
  3. "Is het goed als mensen dingen van andere culturen overnemen, of is dat een probleem?"
  4. "Moeten we net doen alsof we geen verschil zien in huidskleur om gelijkheid te bereiken?"
  5. "Denk je dat het eerlijk is als sommige mensen extra kansen krijgen om oude ongelijkheden recht te zetten?"
  6. "Vind je dat mensen alles moeten kunnen zeggen, zelfs als het anderen beledigt op basis van hun afkomst?"
  7. "Is er een probleem met hoe we dingen op school leren, vooral over verschillende culturen?






Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kijk je terug op de les?

Slide 38 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Volgende week
Prinsjesdag

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies