XKA 2.7: Seksualiteit M3 2022

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welkom
Fijn dat jullie er allemaal zijn!

Leg vast je boeken, schrift en laptop op tafel.

Slide 2 - Tekstslide

Week 40
  • Introductie van Thema 2 Voortplanting en seksualiteit
  • Uitleg 2.1 
Thema 2: voortplanting en seksualiteit

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Terugblik vorige les
  • Filmpje
  • Uitleg basisstof 7

  • Pauze
  • Vragen basisstof 7
  • Werken aan opdrachten

Slide 4 - Tekstslide

Waar of niet waar? Met twee condooms over elkaar ben je beter beschermd dan met één condoom.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Als een meisje de pil gebruikt, vrijt ze veilig.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Betrouwbaar
Onbetrouwbaar
Noodmaatregel
Condoom
de Pil
Voor het zingen de kerk uit
Periodieke onthouding
Morning after pil
abortus

Slide 7 - Sleepvraag

Waar in het lichaam van de vrouw wordt een spiraaltje geplaatst?
A
In de eierstok
B
In de vagina
C
In de eileider
D
In de baarmoeder

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een SOA?
A
Seksueel overdraagbare aandoening
B
Seksueel onveilige aandoening
C
Seks onveilige afspraak
D
Seksueel onverdraagbaar afspraakje

Slide 9 - Quizvraag

Welk voorbehoedsmiddel beschermt het beste tegen SOA
A
Condoom
B
Condoom
C
Condoom
D
Condoom

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Video

Basisstof 7: Seksualiteit

Slide 12 - Tekstslide

Leerdoelen Thema 2
Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een man noemen en aanwijzen in een afbeelding. Ook kun je van deze delen de bouw, functie en werking beschrijven.
Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een vrouw noemen en aanwijzen in een afbeelding. Ook kun je van deze delen de bouw, functie en werking beschrijven.
Je kunt omschrijven wat primaire en secundaire geslachtskenmerken zijn en daarbij voorbeelden noemen.
Je kunt de processen tijdens de menstruatiecyclus beschrijven.
Je kunt beschrijven welke veranderingen er in het lichaam van de vrouw plaatsvinden net voor en na de bevruchting.
Je kunt de verschillen in de functie van zaadcellen en eicellen noemen.
Je kunt de embryonale ontwikkeling beschrijven.
Je kunt beschrijven hoe eeneiige en twee-eiige tweelingen ontstaan.
Je kunt beschrijven welke fasen tijdens de geboorte worden doorlopen.
Je kunt de werking van enkele voorbehoedsmiddelen beschrijven en aangeven of ze betrouwbaar zijn of niet.
Je kunt ziekteverschijnselen en genezingsmogelijkheden noemen van seksueel overdraagbare aandoeningen.
Je kunt functies van seksualiteit noemen en verschillen in opvatting, normen en waarden daarover omschrijven.
Je kunt situaties noemen waarin het verstandig is genetisch advies in te winnen
Je kunt methoden van prenataal onderzoek beschrijven.
Je kunt voorbeelden geven van geslachtelijke voortplanting bij dieren.
Je kunt noodmaatregelen tegen ongewenste zwangerschap noemen.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Begrippen bij 2.7 Seksualiteit
gender                                                                   Rol die een jongen of meisje krijgt, vaak cultuurbepaald.
intimiteit                                                               Je verbonden voelen met iemand (functie van seksualiteit).
lustbeleving                                                         Seksualiteit geeft mensen plezier, het windt mensen op.
masturbatie (zelfbevrediging)                                       Bij jezelf zorgen voor een orgasme.
orgasme (klaarkomen)                                                        Een lekker gevoel door prikkeling van de eikel (van de penis of de clitoris).
seksueel gedrag                                                  Alle gedachten, gevoelens en handelingen die met lust en opwinding te maken hebben.
seksuele oriëntatie                                             Tot welk geslacht iemand zich seksueel aangetrokken voelt.
voortplanting                                                       Samen met iemand een kind krijgen (functie van seksualiteit).

Slide 15 - Tekstslide

Seksueel gedrag
Hieronder vallen alle vormen van seksueel contact.

Vormen van seksueel contact:
  • Intimiteit -> verbonden voelen met iemand
  • Voortplanting -> twee mensen krijgen samen een kind
  • Lustbeleving -> wanneer seksualiteit mensen plezier geeft

Slide 16 - Tekstslide

Manieren om seks te hebben
  •  Masturbatie:
             - De man krijgt een zaadlozing
             - Bij de vrouw spannen de bekkenbodemspieren zich aan
  • Seks begint vaak met voorspel (zoenen, knuffelen of strelen
  • Tijdens de geslachtsgemeenschap brengt een man zijn stijve penis in de vagina van een vrouw

Slide 17 - Tekstslide

Seksuele oriëntatie
  • Heteroseksueel -> aangetrokken tot het andere geslacht
  • Homoseksueel -> aangetrokken tot hetzelfde geslacht
  • Biseksueel -> aangetrokken tot zowel mannen als vrouwen

  • Homoseksualiteit is in sommige landen helaas streng verboden.

Slide 18 - Tekstslide

Gender en geslacht
  •  Geslacht is niet hetzelfde als gender:
  •             - Geslacht -> lichamelijke kenmerken
  •             - Gender -> stereotypen in de maatschappij:
                       - het idee: Jongens spelen met auto's
                       - het idee:  Meisjes spelen met poppen

  • Bij een transgender komt de genderidentiteit niet overeen met het geslacht.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Wat wordt er bedoeld met seksuele geaardheid?
A
.De ideeën die een persoon heeft op het gebied van seks.
B
De opvatting dat homoseksualiteit aangeleerd is.
C
Of je je kunt identificeren met het geslacht waarmee je geboren bent.
D
Of je verliefd wordt op mannen, vrouwen of zowel op mannen als vrouwen.

Slide 23 - Quizvraag

Hoe heet iemand die zich seksueel aangetrokken voelt tot zowel mannen als vrouwen?
A
homoseksueel
B
biseksueel

Slide 24 - Quizvraag

Een meisje voelt zich aangetrokken tot een meisje. We noemen dit:
A
lesbienne
B
heteroseksueel
C
biseksueel
D
homoseksueel

Slide 25 - Quizvraag

een volwassene verleidt een minderjarige online om seksuele handelingen te laten zien
A
Incest
B
Grooming
C
Aanranding
D
Loverboy

Slide 26 - Quizvraag

Huiswerk
Opdracht 1 t/m 7 op blz. 129-132

Slide 27 - Tekstslide