Les 1 Zakelijke brieven - Brief/e-mail

Schrijven
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Schrijven

Slide 1 - Tekstslide

Zakelijk schrijven

  • brieven of mails aan organisaties of belangrijke mensen
  • taalgebruik is netjes - formeel
  • opmaak van de brief volgens de afspraken - briefconventies
  • duidelijke indeling: inleiding - kern - slot

Slide 2 - Tekstslide

Hoe is een e-mail opgebouwd?
In de inleiding schrijf je kort waarom je schrijft.

In de kern leg je het probleem uit en geef je alle 
benodigde / relevante informatie.

In het slot typ je wat je verwacht van de lezer. 

Slide 3 - Tekstslide

Tips
Begin je brief niet met IK.
  • Leg in je middenstuk uit waarom je schrijft. Dit doe je uitgebreid, maar met alleen relevante informatie
  • Maak in je slot duidelijk wat je verwacht of wilt.
  • Stel geen eisen, blijf beleefd.
  • Begin een zin NIET met de woorden
    MAAR, OOK, EN, DUS, WANT

Slide 4 - Tekstslide

Oefening 1 - Inleiding
Je hebt een advertentie gelezen waarin iemand wordt gezocht om elke week folders rond te brengen.
Je wilt dit heel graag gaan doen.

Schrijf de eerste zin van je inleiding van de brief aan het bedrijf.


Slide 5 - Tekstslide

Schrijf de eerste zin van je inleiding van de brief aan het bedrijf.

Slide 6 - Open vraag

Oefening 2 - Inleiding
 Je hebt een nieuwe telefoon gekocht van je eigen geld. Na 2 weken is de camera stuk. Je wilt een klacht indienen bij het bedrijf waar de telefoon vandaan komt.

Schrijf de eerste zin van je inleiding van de brief aan het bedrijf.


Slide 7 - Tekstslide

Schrijf de eerste zin van je inleiding van de brief aan het bedrijf.

Slide 8 - Open vraag

Oefening 3 - Middenstuk
Je hebt een advertentie gelezen waarin iemand wordt gezocht om elke week folders rond te brengen.
Je wilt dit heel graag gaan doen.

Welke informatie geef je in het middenstuk? 
Geef minimaal 2 voorbeelden


Slide 9 - Tekstslide

Welke informatie geef je in het middenstuk?

Geef minimaal 2 voorbeelden

Slide 10 - Open vraag

Oefening 4 - Middenstuk
 Je hebt een nieuwe telefoon gekocht van je eigen geld. Na 2 weken is de camera stuk. Je wilt een klacht indienen bij het bedrijf waar de telefoon vandaan komt.

Welke informatie komt aan de orde in je middenstuk?
Noem minimaal 2 dingen.


Slide 11 - Tekstslide

Welke informatie komt aan de orde in je middenstuk?
Noem minimaal 2 dingen.

Slide 12 - Open vraag

Oefening 5 - Slot
Je hebt een advertentie gelezen waarin iemand wordt gezocht om elke week folders rond te brengen.
Je wilt dit heel graag gaan doen.

Schrijf in een zin het slot van je brief.


Slide 13 - Tekstslide

Schrijf in één zin het slot van je brief.

Slide 14 - Open vraag

Oefening 6 - Slot
 Je hebt een nieuwe telefoon gekocht van je eigen geld. Na 2 weken is de camera stuk. Je wilt een klacht indienen bij het bedrijf waar de telefoon vandaan komt.

Schrijf in een zin een slot voor je klachtenbrief.

Slide 15 - Tekstslide

Schrijf in een zin een slot
voor je klachtenbrief.

Slide 16 - Open vraag

Opdracht
Stel je voor:

Je hebt vorige maand een onvoldoende gehaald voor Nederlands. Het was een toets over een onderwerp dat je moeilijk vindt. Je had er goed voor geleerd, maar het is helaas niet gelukt om hoger te scoren dan een 3,5. Deze toets was niet herkansbaar. Nu hoorde je deze week van iemand uit een andere klas dat hij ook een onvoldoende had en dat hij de toets over mocht doen. Dit was niet bij jouw docent, maar bij een andere docent Nederlands. Dit vind jij niet eerlijk. Je spreekt er met een van je ouders over en je besluit een mail te sturen naar je docent.
Ga naar G-mail en schrijf een mail aan je docent om dit (fictieve) probleem op te lossen. Stuur de mail vervolgens daadwerkelijk naar je docent.

Slide 17 - Tekstslide