2.1 je omgeving waarnemen Klas 3 VWO

Thema 2 basisstof 1
Waarneming 
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Thema 2 basisstof 1
Waarneming 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen:
1 Je kunt de werking van zintuigen beschrijven.
2 Je kunt de zintuigen noemen met hun ligging en hun prikkel.
3 Je kunt uitleggen wanneer zintuigen prikkels omzetten in zenuwimpulsen.

Slide 2 - Tekstslide

Zintuigen en prikkels
Zintuigen vangen prikkels op.

Uitwendige prikkels komen van buiten het lichaam, denk bijv. aan licht/geur/smaak/geluid/warmte

Inwendige prikkels komen van binnen in het lichaam, denk bijv. aan honger/dorst/pijn


Slide 3 - Tekstslide

Prikkels

Slide 4 - Tekstslide

Adequate prikkels
Niet alle zintuigen reageren op alle prikkels. De prikkel waarop een zintuig wel reageert noemen we de adequate prikkel.


Slide 5 - Tekstslide

Van prikkel naar impuls
Prikkels worden door het zintuig
omgezet in kleine elektrische 
stroompjes, dit noemen we impulsen.


Route van een impuls:
Zintuigcel -->Zenuwen --> ruggenmerg --> hersenen            bewustwording 
Hersenen --> ruggenmerg --> zenuwen            reactie

Slide 6 - Tekstslide

Prikkels en impulsen

Slide 7 - Tekstslide

Filteren van prikkels
Een prikkel wordt pas een impuls als deze hoger is dan de drempelwaarde.

gewenning: drempelwaarde gaat
 omhoog als de prikkel lang aanhoudt. 

Slide 8 - Tekstslide

Impulsfrequentie
De impulsfrequentie wordt groter als de prikkel sterker is.

Slide 9 - Tekstslide

Voelen

Slide 10 - Tekstslide

Ruiken 

Slide 11 - Tekstslide

Proeven

Slide 12 - Tekstslide

Horen 

Slide 13 - Tekstslide

Zien (2.2)

Slide 14 - Tekstslide

Bekijk het filmpje op de volgende dia.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Bekijk de presentatie via het linkje op de volgende dia.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

Het oog noemen we ook wel
A
kijkzintuig
B
gezichtszintuig
C
oogzintuig
D
lenszintuig

Slide 19 - Quizvraag

Een zintuig met een hoge drempelwaarde zal eerder reageren op een prikkel dan een zintuig met een lage drempelwaarde
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Zintuigen zetten prikkels om in impuls
Zenuwen sturen impuls naar hersenen
Bewust van de prikkel, hersenen nemen beslissing
Hersenen sturen impuls naar zenuwen
Lichaam reageert op prikkel

Slide 21 - Sleepvraag

Na verloop van tijd hoort iemand de klok niet meer tikken.
Wat is er met de drempelwaarde gebeurt?
Wat is de biologische term voor dit verschijnsel?
A
De drempelwaarde is lager komen te liggen. Dit heet een adequate prikkel.
B
De drempelwaarde is hoger komen te liggen. Dit heet een adequate prikkel.
C
De drempelwaarde is lager komen te liggen. Dit heet gewenning.
D
De drempelwaarde is hoger komen te liggen. Dit heet gewenning.

Slide 22 - Quizvraag

Welk zintuig in de huid reageert op lichte aanraking?
A
warmtezintuig
B
pijnpunt
C
drukzintuig
D
tastzintuig

Slide 23 - Quizvraag

Welk woorden horen bij welk zintuig?
Het zicht
De tastzin
De reuk
voelen
zien
ogen
neus
ruiken
handen

Slide 24 - Sleepvraag

Impulsen verplaatsen zich via de
Prikkels worden omgezet in impulsen door de
Bewustwording van de waarneming vindt plaats in je
Het deel van je zenwustelsel dat door je wervelkolom loopt is je
ruggenmerg
zintuigen
hersenen
zenuwen

Slide 25 - Sleepvraag

De kleinste prikkelsterkte die nog een impuls veroorzaakt in een zintuig noemt men
A
prikkeldrempel
B
impulsdrempel
C
drempelwaarde
D
adequate prikkel

Slide 26 - Quizvraag

Maken
- Opdrachten van basisstof 1  

Slide 27 - Tekstslide