Hoe vaak klopt het hart gemiddeld per minuut in rust?
A
60-70 keer
B
80-90 keer
C
40-50 keer
D
20-30 keer
Slide 13 - Quizvraag
Waar ontstaan de elektrische prikkels in het hart?
A
De kamers
B
De bundel van His
C
De AV-knoop
D
De sinusknoop
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt:
de ligging, bouw en functie van het hart en de grote en kleine circulatie beschrijven.
de soorten bloedvaten, hun volgorde in de circulatie en hun functie benoemen.
beredeneren welke weg een trombus/embolus uit beenaders aflegt.
beschrijven wat de systole en diastole inhouden en hoe ze tot stand komen.
de functie en werking van de hartkleppen uitleggen.
het begrip cardiac output omschrijven en een situatie noemen waarin de cardiac output zich aanpast.
de elektrische prikkelvorming en -geleiding in het hart beschrijven en in verband brengen met de werking van het hart (systole en diastole van de ventrikels).
de vorm met lettercode van een ecg beschrijven en uitleggen wat elk onderdeel betekent.
Slide 16 - Tekstslide
Lagen van de hartwand
Endocard: dekweefsel, zorgt voor gladde binnenkant
Myocard: Spierweefsel, zorgt voor pompkracht
Pericard (hartzakje): Dubbele laag om spierlaag heen, zorgt voor bescherming en locatie
Slide 17 - Tekstslide
Wat is de functie van het myocard?
A
Dit is dekweefsel en zorgt voor een gladde binnenkant van het hart
B
Dit is een laag om het hart heen en zorgt voor bescherming
C
Dit is spierweefsel en zorgt voor de pompkracht van het hart