Begintaak:
annos - cito - pendent - narrat - olim - patriam - reginae - saepe
Aquam timet - Matrem timet - ad aquam
- Noteer de drie vormen van het werkwoord 'zijn' in het Latijn die je kent/hoort te kennen.
- Noteer de betekenis van:
iubere - iacere - ibi - timere - recusare - ponere - ideo - portare
.