Omaha system

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Plannen van zorg
Thema: het Omaha system

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les:
- kun je vertellen wat het Omaha system is en waarvoor het wordt gebruikt
- heb je geoefend met het Omaha system

Slide 3 - Tekstslide

Lesplanning
Herhalen
Theorie
Oefenen met spel
Reflectie 
Afsluiten

Slide 4 - Tekstslide

"Ik voel me somber."

Dit is een:
A
fysieke uitdaging
B
emotionele uitdaging
C
sociale uitdaging

Slide 5 - Quizvraag

"Ik kan door mijn zere knie niet meer naar de stad om af te spreken met vriendinnen." Dit is een:
A
fysieke uitdaging
B
emotionele uitdaging
C
sociale uitdaging

Slide 6 - Quizvraag

Ik geef als verpleegkundige instructie over wondzorg.
Dit is:
A
Beroepsmatige zorg
B
Mantelzorg
C
Zelfzorg

Slide 7 - Quizvraag

Ik doe de boodschappen voor de buurvrouw.
Dit is:
A
Professionele zorg
B
Mantelzorg
C
Zelfzorg

Slide 8 - Quizvraag

Ik douche me elke morgen.
Dit is:
A
professionele zorg
B
mantelzorg
C
zelfzorg

Slide 9 - Quizvraag

De zorgvrager verblijft langdurig in een instelling.
Hier is sprake van:
A
Intramurale zorg
B
Extramurale zorg
C
semimurale zorg
D
Transmurale zorg

Slide 10 - Quizvraag

De zorgvrager wordt door de wijkverpleegkundige elke dag gewassen. Dit is:
A
Intramurale zorg
B
Extramurale zorg
C
semimurale zorg
D
transmurale zorg

Slide 11 - Quizvraag

De zorgvrager zou eigenlijk in het ziekenhuis moeten liggen maar kan mbv de thuiszorg toch thuis zijn.
A
intramurale zorg
B
extramurale zorg
C
semimurale zorg
D
transmurale zorg

Slide 12 - Quizvraag

Dit regelt bijvoorbeeld dagbesteding op maat.
A
CIZ
B
WLZ
C
Zvw
D
WMO

Slide 13 - Quizvraag

Dit onderzoekt of de zorgvrager aanspraak kan maken op zorg.
A
CIZ
B
WLZ
C
Zvw
D
WMO

Slide 14 - Quizvraag

Meneer Jansen is blij want hij lacht
A
Subjectief
B
Objectief

Slide 15 - Quizvraag

Mevrouw Willems gaat 10 keer per dag naar het toilet
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 16 - Quizvraag

Mevrouw Jens eet niet mee met de dagbesteding
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 17 - Quizvraag

Meneer Deen zijn kunstgebit zit niet lekker, daarom heeft hij hem door de wc gespoeld.
A
Subjectief
B
Objectief

Slide 18 - Quizvraag

Methodisch werken
Plan
Doel

Slide 19 - Tekstslide

Film
Stil zetten?
Onbegrepen woorden?

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Het Omaha system
Het Omaha System is een classificatiesysteem voor zorg en welzijn. De systematiek en de terminologie zijn vastgelegd en dat zorgt ervoor dat iedereen het op dezelfde manier gebruikt en steeds dezelfde termen hanteert, eenheid van taal dus.


Slide 22 - Tekstslide

Wie?
- Steeds meer mensen langer zelfstandig thuis blijven wonen. 
Dit betekent dat zorg- en welzijnsprofessionals meer gaan samenwerken.
- Vooral thuiszorg
- Toepasbaar voor cliënten, hun gezin of een gemeenschap ongeacht leeftijden, medische diagnoses of woonlocaties

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

1. Verzamel en onderzoek gegevens

Wensen, behoeften, gebruiken, netwerk etc
Relevant voor de zorg

Slide 25 - Tekstslide

2. Aandachtsgebieden vaststellen

42 aandachtsgebieden verdeelt over:
omgevingsdomein
psychosociaal domein
fysiologisch domein
gezondheidsgerelateerd gedragsdomein

Slide 26 - Tekstslide

Voorbeeld
Fysiologisch domien
Aandachtsgebied huid
Wond? Pijn? Jeuk?
Signalen en symptomen > ECD

Slide 27 - Tekstslide

3. Meet stand van zaken per gebied

Omaha System geen doelen maar uitkomsten. 
Uitkomsten per aandachtsgebied in scores op drie terreinen:

1. Status van de signalen en symptomen = hoe ernstig zijn de signalen en symptomen?
2. Kennis = wat een cliënt weet. Het vermogen van de cliënt om informatie te onthouden, te begrijpen en te interpreteren.
3. Gedrag = wat een cliënt doet. Je verwacht dat het gedrag van de cliënt bijdraagt aan zijn gezondheid, dus dat het gedrag zo is dat de signalen en symptomen minder ernstig worden of dat de cliënt ermee om kan gaan. En dat de cliënt dat wat hij weet over zijn situatie kan omzetten in gedrag dat voor zover mogelijk bijdraagt aan zijn gezondheid

Slide 28 - Tekstslide

4. Plan en voer actie uit
Wanneer ga je wat doen?

Slide 29 - Tekstslide

5. Meet stand van zaken tussentijds/einde zorg


Kloppen alle scores nog? Streefscores behaald of bijgesteld?

Status van de signalen en symptomen
Kennis
Gedrag

Slide 30 - Tekstslide

6. Evalueer op elk gebied
Per aandachtsgebied
Wond: elke week
Stabiel: elk 1/2 jaar
Verandert er tussentijds iets?

Slide 31 - Tekstslide

Verschil met PES?
Deze methode wordt gebruikt om een verpleegkundige diagnose te stellen. De methode is hiervoor geschikt omdat het specifiek is. 
De drie volgende punten zijn van toepassing:
  
1. P - Problems
2. E – Etiology (oorzakenleer of oorzakelijkheidsleer is de leer der oorzaken )
3. S - Symptoms/signs

Voorbeeld??

Slide 32 - Tekstslide

Oefenen met spel

Slide 33 - Tekstslide

Reflectie

Slide 34 - Tekstslide

Afsluiting

Slide 35 - Tekstslide