le 22 janvier 2025 V6 ( ook 20 januari erachteraan)

Bonjour!
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bonjour!

Slide 1 - Tekstslide

Objectif:

Ik (her) ken de Franse signaalwoorden  en weet dat zij altijd een verband aangeven.

Slide 2 - Tekstslide


Wat is GEEN functie
van signaalwoorden in een tekst?
A
Signaalwoorden helpen de lezer.
B
Signaalwoorden geven de kern van de tekst weer.
C
Signaalwoorden zorgen voor samenhang.
D
Signaalwoorden geven structuur aan een tekst.

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

Welk signaalwoord geeft een tegenstelling aan:
A
bref
B
alors
C
pourtant
D
également

Slide 5 - Quizvraag

Vertaal het signaalwoord:
Avant d'aller faire du shopping, on a pris un bon petit-déjeuner à l'hôtel.
A
Tijdens
B
Nadat
C
In plaats van
D
Voordat

Slide 6 - Quizvraag

"C'était un beau voyage, et en plus cela m'a permis d'apprendre sur d'autres cultures."

Wat geeft "en plus" aan:
A
een toevoeging
B
een voorbeeld
C
een opsomming
D
een gevolg

Slide 7 - Quizvraag

"Finalement, ça s'est très bien passé."
Wat geeft "finalement" aan?
A
een opsomming
B
een conclusie
C
een gevolg
D
een reden

Slide 8 - Quizvraag

Vul het juiste signaalwoord in:
Le premier jour, on est allé à la plage. ............... on a bu un cocktail dans un bar au bord de la mer.
A
Par exemple
B
Donc
C
Ensuite
D
Car

Slide 9 - Quizvraag

Sleep de signaalwoorden naar het verband dat zij aangeven. 
Opsomming
Reden
Tegenstelling
Conclusie
car
mais
par contre
donc
en plus
au contraire
comme
ensuite
alors
d'abord
puis
parce que
bref
cependant

Slide 10 - Sleepvraag

Examenbundel p.209-211
Lees de oriëntatie vooraf !  Op de toets moet je dit zelf doen: titel/plaatje/soort tekst  (Paar wrd op bord mle)
Opdr: Onderstreep alle signaalwoorden en geef aan wat hun functie is.
Ga vervolgens de vragen bij de tekst maken (NB  26 en 31 signaalwrd invullen!)  Check je antwoorden op blz. 224-225)

Hulpbron bij signaalwrd: Zie Examenbundel p. 103-106  / SSL lijst 
Voorbereiding toets: 
P. 102 zou je ook kunnen leren/ SSL lijst, maak teksten uit onderdeel G/H examenbundel

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Bonjour!

Slide 13 - Tekstslide

Objectifs d'apprentissage

  • ik kan een tekst met verschillende vraagsoorten maken

  • ik herken signaalwoorden
  • ik kan een open vraag bij een tekst beantwoorden (20/1)

Slide 14 - Tekstslide

Examenbundel



p.100-101 open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Les galets ne sont pas des jouets
Intro samen
Onderstreep de signaalwoorden
Ga in tweetallen aan de slag
Vergelijk met een ander tweetal als je beiden klaar bent
Zorg dat je het eens wordt
Vraag dan mle

Slide 16 - Tekstslide

Open vragen 20/1

Slide 17 - Tekstslide

verder oefenen met gatenteksten
later in de lessen
----------------------------------------------------------------------------------------------------------
- Au champ d'honneur (2017, II): vraag 2
- Victimes du stress maternel (2014, I): vraag 2
- Avec vue sur l'espace (2014, I): vraag 44
- Dur, dur, d'être écolo (2013, I): vraag 5 + 7
- Le pessimisme ne sert à rien (2018, II): vraag 15 + 18 + 19

Slide 18 - Tekstslide

4. Open vragen
Open vragen worden in het Cito-examen altijd in het Nederlands gesteld. Je beantwoordt deze vragen ook in het Nederlands, tenzij er om een citaat gevraagd wordt uit de tekst.
Er zijn drie soorten open vragen die je kunt tegenkomen in het examen:
- open vraag waarbij je in het Nederlands een antwoord moet formuleren
- open vraag waarbij je antwoordt met een citaat uit de tekst
- open vraag waarbij je één gegeven (bijvoorbeeld de naam van een persoon) moet geven

Slide 19 - Tekstslide

Open vragen: aanpak
1. Lees de open vraag nauwkeurig. Vertaal eventuele citaten. 
2. Ga na welke informatie wordt gevraagd in de opdracht en benoem dit voor jezelf. Bedenk vervolgens naar wat voor soort informatie je moet zoeken in de tekst. Structuurwoorden (oorzaak, voorbeeld)? Woorden met een positieve of negatieve strekking? Een bepaald thema?
3. Ga vervolgens op zoek naar die informatie in de tekst en onderstreep het tekstgedeelte waar je denkt dat het antwoord zich bevindt.
4. Formuleer je antwoord.
- Als je in het Nederlands een antwoord moet formuleren, vertaal je eerst letterlijk het tekstgedeelte. Zet daarna de letterlijk vertaalde zin om naar een lopende zin in correct Ned.
- Als er om een citaat wordt gevraagd, schrijf je de eerste (twee) woorden van het citaat op.
- Als er om één gegeven wordt gevraagd, schrijf je alléén dat ene gegeven op.

Slide 20 - Tekstslide

Zijn de “boîtes « anniversaire »” van het spel Monopoly volgens de tekst te onderscheiden van de andere dozen?
Antwoord ‘ja’ of ‘nee’ en motiveer je antwoord. 

Slide 21 - Tekstslide

Oefenen met open vragen 2021 tv3 

----------------------------------------------------------------------------------------------------------
tekst : 3 : vraag 8
tekst 5  vraag 18
tekst 8 : vraag 25
tekst 9 : vraag 27
tekst 10 : vraag 34    Moeurs et coutumes du touriste chinois  (4 vragen, laatste is open)
tekst 11 : vraag 39
tekst 13 :vraag 43

Slide 22 - Tekstslide

verder oefenen met open vragen

----------------------------------------------------------------------------------------------------------
Examenbundel :
p. 159-160 G 1 vraag 2
p. 160-161   G2 vraag 1

Slide 23 - Tekstslide

verder oefenen met open vragen
- Bise, bisou, baiser (2014, II): vraag 38 + 40
- Le cimetière du Père-Lachaise (2014, I): vraag 3
- Bruxelles, capitale de l'Art nouveau (2014, I): vraag 27 + 31
- Un orchestre pas comme les autres (2017, II): vraag 1
- Mauvaise note pour les profs (2013, II): vraag 25 + 27
----------------------------------------------------------------------------------------------------------
- Duralex, un verre bien trempé (2014, II): vraag 1 + 2 + 3
- Burlington en français (2014, II): vraag 23
- Découverte d'une copie de la Joconde (2014, II): vraag 46
- La cuisine française au patrimoine de l'Unesco (2013, II): vraag 3 + 5
- Attention, les amateurs de football! (2013, II): vraag 40 + 41


5H
6V

Slide 24 - Tekstslide

Ik weet hoe ik een meerkeuze invulvraag moet aanpakken
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

oefenen met gatenteksten

----------------------------------------------------------------------------------------------------------
Tekst Adieu dimanches, adieu Paris
Examenbundel :
p. 166-167 G 6
p. 168-169 -170 G7

Volg het stappenplan, bedenk welk verband de signaalwoorden aangeven en wat logisch is op die plek in de tekst

Slide 26 - Tekstslide

Oefenen met gatenteksten : 2021 tv 3

----------------------------------------------------------------------------------------------------------
tekst 1 : 1                 Adieu dimanches, adieu Paris
tekst 4 : 11
tekst 6 : 20
tekst 9: 28/30      Et s’il n’y avait pas de différence biologique ?  27 ook OPEN VRAAG
tekst 12 en 13 : 42/44

Slide 27 - Tekstslide

Leesstrategie W W W W W H
Over Wie/Waarover gaat het?
Wat gebeurt er?
Waar gebeurt het?
Wanneer gebeurt het?
Waarom gebeurt het?
Hoe gebeurt het?
> Antwoord op deze vragen = de GROTE LIJN

Slide 28 - Tekstslide

3. Invulvragen bij gatenteksten
1. Lees de tekst tot het gat globaal om te begrijpen waar het over gaat. Zorg ervoor dat de grote lijn van de tekst duidelijk is.
2. Lees de zin waarin de open plek voorkomt nauwkeurig door. Lees ook het tekstgedeelte vóór en ná de open plek.
3. Kijk nog niet naar de antwoordopties, maar bepaal eerst welk verband er is tussen het deel vóór en ná de open plek.
4. Bepaal welk soort woord je in moet vullen (signaalwoord, werkwoord, zelfstandig naamwoord) en verzin zelf een woord dat je passend lijkt op deze open plek.
5. Vertaal de antwoordopties in het Nederlands en kies het woord dat het meeste lijkt op het woord dat je zelf had bedacht.
6. Controleer je antwoord door het gekozen wrd in de zin in te vullen en te kijken of deze past.

Slide 29 - Tekstslide

Op zoek naar verbanden? Tips...
- Staat de open plek aan het einde van de alinea? Dan zou een signaalwoord dat een opsommend verband aangeeft niet logisch zijn. Een signaalwoord dat een concluderend verband aangeeft (bref, pour conclure, donc) zou in dit geval logischer zijn.
- Staat de open plek na een zin waarin een bewering wordt gedaan? Dan zou het kunnen dat deze bewering door middel van een voorbeeld geïllustreerd wordt (par exemple, ainsi, comme) of dat er een uitleg wordt gegeven voor deze bewering (car, parce que, c'est pourquoi)

Slide 30 - Tekstslide

On choisit
A Tekst zonder woordenlijst  (gebruik sowieso wrdboek)
B Tekst met woordenlijst
C Tekst samen met mle
Markeer altijd signaalwrd, 
Lees 1e en laatste zin per alinea, 
Markeer waar je je antwoord op baseert, 
Zoek wrd op en gok niet
Klaar, antwoorden van mle daarna als alle antw goed zijn: ssl lijst leren
Op tijd dan tussen de 20 en 25 minuten!

Slide 31 - Tekstslide

SSL lijst (in classroom)
Nieuwe planning
wk 47 p.1,2
wk 48 p. 3,4
wk 49 p.5,6
wk 50 p.7,8
wk 2 p.9,10
wk 3 p.11,12 
toets woensdag 15 janvier

Slide 32 - Tekstslide

LUISTEREN
TIP: 
https://www.brut.media/fr
Zie Classroom

onbewerkt

Slide 33 - Tekstslide

rétrospective à deux 
  1. mettez les mois en français dans votre cahier de notes 
  2. regardez la vidéo et notez les sujets abordés par mois ;  utilisez les  mots clés
voici les mots clés : 
 Gisèle Pellicot/ les jeux olympiques / victoire pour la démocratie /Civiles tués à Gaza / Poetin intensifie les bombardements sur Ukraine/ dissolution de l'assemblée nationale /  mort Navalny / la pire crise humanitaire au monde / manifestations agricoles /  réouverture de la Notre-Dame / Poutine élu  pour un mandat de 6 ans / liberté de recourir à l'avortement/ accident d'un hélicoptère / l'armée ukrainienne s'empare de KURSK/ / Donald Trump élu
3. Lequel/lesquels de ces sujets sont nouveaux pour vous? 
4. informez-vous sur les sujets inconnus en recherchant sur google



  1.  

Slide 34 - Tekstslide