Les 2 ED2.1 en 2.2

Burgerschap

Economische Dimensie
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Burgerschap

Economische Dimensie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
Herhaling: Theorie: het nut van werken  (5 min.)
Actualiteit: Prinsjesdag (10 min.)
Opdracht: Hoe verdelen we het geld? (15 min.)
Zelfstandig aan de slag (10 min.)
Nakijken gemaakt werk (15 min.)
Theorie: afspraken (contract, cao, Arbowet) (10 min.)
Stellingen (10 min)
Afsluiting (5 min.)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen

Economische dimensie - 2.1 Werk en inkomen
In deze les denk je  na over het nut van werken: wat zijn de voordelen ervan voor jezelf en de maatschappij? Je verdiept je in de verhouding werknemer / werkgever, arbeidsvoorwaarden en de rol van de vakbonden

Je kent de volgende begrippen: 
piramide van Maslow, werknemer, werkgever, arbeidscontract, arbeidsvoorwaarden, vakbond, cao

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom werken we?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Om over na te denken ...

Niet alleen jij hebt er belang bij om te werken; ook het bedrijf of de organisatie heeft er belang bij.
En: werk is belangrijk voor de samenleving als geheel!

Vraag: waarom?


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voor je samengevat
Je kunt met werk je basisbehoeften vervullen.
Iedereen die werkt, betaald belasting. Daarmee zorgt de overheid voor dingen waar we allemaal belang bij hebben.
Ook betaalt iedereen die werkt premie. Met dat geld worden o.a. uitkeringen verzorgd aan mensen die niet kunnen werken.
Nederland is een verzorgingsstaat: een land waar de overheid burgers helpt als dat nodig is.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De vraag is altijd...
... waaraan geven we het belastinggeld uit?
- verschillende politieke visies

... en waar komt dat geld vandaan?
- bezuinigen of overheidsinkomsten verhogen?


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prinsjesdag...
Samengevat
In de Ridderzaal leest de Koning de troonrede voor. Met de troonrede gaat de Koning in op de plannen van de regering voor het komende jaar.
Prinsjesdag is altijd op de derde dinsdag in september. De vakantie is voorbij en het nieuwe werkjaar van de regering start.
Na de troonrede gaat de Minister van Financiën naar de Tweede Kamer met een koffertje. In dat koffertje zitten de Rijksbegroting en de Miljoenennota.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Wat staat er in de Rijksbegroting?
Uitleg
De Rijksbegroting bestaat uit de begrotingsvoorstellen van alle ministeries. In de Rijksbegroting staat hoeveel geld elk ministerie krijgt en welke uitgaven zij het komende jaar verwachten. 
De Rijksbegroting geeft antwoorden op de volgende vragen:
  • Wat willen we bereiken?
  • Wat gaan we daarvoor doen?
  • Wat gaat dat kosten?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Miljoenennota geeft uitleg over de Rijksbegroting en beantwoordt vragen als:
  • Wat zijn de belangrijkste plannen van het kabinet voor het volgende jaar?
  • Wat gaan die plannen kosten?
  • Welk effect hebben de plannen op burgers en bedrijven?
  • Hoe gaat het de bankrekening van het land? Komt er wel genoeg geld binnen? Geven we niet te veel geld uit?
  • Is er een tekort en zo ja, hoe groot is het tekort?
  • Houden we ons aan Europese afspraken en doelen? 
  • Hoe gaat het met de Nederlandse economie?
Wat staat er in de Miljoenennota?
Uitleg

Slide 13 - Tekstslide

Gebruik deze slide eventueel als startpunt om leerlingen nader onderzoek te laten doen naar de inhoud van de Miljoenennota.
Laat iedere vraag door een groepje onderzoeken. De bevindingen kunnen klassikaal gedeeld worden of ge-upload op de laatste pagina van deze les.
Kijk maar eens mee met de plannen voor 2024
Uitleg

Slide 14 - Tekstslide

Leg uit hoe de grafiek gelezen moet worden, wanneer leerlingen moeite hebben met het interpreteren van de cijfers.

Laat de leerlingen eventueel uitrekenen hoeveel miljarden er naar de verschillende uitgavenposten gaan. Zo krijgen zij een beter beeld bij de verschillen tussen deze uitgavenposten.
Wat als jij het geld van Nederland mocht verdelen?
Opdracht
Had jij de verdeling anders gemaakt? Leg eens uit waarom?
Aan welke uitgavenpost zou jij het meeste geld geven?
Welke uitgavenpost krijgt van jou het minste geld?

Vul het werkblad in. Ben je klaar? Bekijk dan het werk van je studiegenoot en ontdek de overeenkomsten en verschillen.

timer
10:00

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Maak de kennisvragen van paragraaf 1 en 2!
Maak van paragraaf 1: opdracht #01 Hoe reageer jij?
Als je 100% gemaakt hebt, krijg je in Learnbeat de mogelijkheid om jezelf na te kijken. Zorg ervoor dat je uiteindelijk een score hebt van minimaal 80% goed; verbeter jezelf indien nodig.

WE GAAN DE VRAGEN NABESPREKEN

timer
10:00

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Arbeidsovereenkomst
Het hebben van een baan is eigenlijk een simpele afspraak: jij levert arbeid aan je werkgever en je werkgever betaalt je daarvoor.
 Als je het na een sollicitatiegesprek met je werkgever eens wordt, sluiten jullie een arbeidsovereenkomst. Daarin worden deze dingen altijd vastgelegd: je functie, je salaris
hoeveel uur je werkt, de plaats waar je je werk doet.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rechten en plichten
Jij en je werkplek: arbeidscontract
Functie, locatie, hoeveel uur, salaris, etc.
Jij en je branche: collectieve arbeidsovereenkomst (CAO)
Collectief voor je branche: salaris, vakantie, auto, laptop
Jij en het land waarin je woont: o.a. Arbowet, algemene wetten
Pauzetijden, gezondheid, welzijn



Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nog even over de cao...
= Afspraken over werk voor alle werknemers binnen een bedrijfstak / sector.
Over een cao wordt onderhandeld door organisaties van werkgevers en vakbonden, de organisaties van werknemers.
Zij hebben verschillende belangen. 
Een vakbond onderhandelt namens honderden of duizenden werknemers. Samen sta je sterk!

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veel in het nieuws!
Aantal stakingen neemt toe

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Verschillende vakbonden voeren de laatste tijd de druk op om snel tot een nieuwe vroegpensioenregeling te komen voor mensen met een zwaar beroep. Het Landelijk Actiecentrum Politieacties kondigde vrijdag aan niet aanwezig te zijn bij Ajax - FC Utrecht, omdat ‘de druk op deze wedstrijd en het aantal daarbij ingezette politieagenten het grootst is’.

Net als de stakingen in het ov.
EENS OF ONEENS?
- er verschijnt een stelling op het bord
- jij bepaalt je standpunt: eens of oneens
- uitwisseling van argumenten

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

STELLING 1/3

Agenten mogen nooit staken.



Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

STELLING 2/3
Vrouwen moeten minder belasting over hun inkomen betalen dan mannen.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

STELLING 3/3
Als ik 1 miljoen euro win in de loterij, 
stop ik meteen met werken!

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tot volgende week!

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klassikaal
Wat staat er op jouw kaartje?
Wie zijn de pechvogels?
Wat overkomt de pechvogels?
Hoe lossen jullie dit probleem met de klas op?
Wat zijn de gevolgen?
Waar gaat dit over?

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Met elkaar verbonden
Solidariteit: het idee dat je als mens verbonden bent met andere mensen en verantwoordelijk bent voor elkaar.
Vandaag ben ik ziek en heb ik jouw hulp nodig, morgen is het misschien andersom.

Verzorgingsstaat: een land waar de overheid primair verantwoordelijk is voor het welzijn van de burgers (onderwijs, zorg, huisvesting, sociale zekerheid).
De overheid heeft solidariteit wettelijk vastgelegd en de uitvoering ervan georganiseerd. Daarvoor betaal je dus premies en belasting.

Volgende les meer over de verzorgingsstaat, solidariteit en sociale zekerheid!


Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!

1. Maak alle kennisvragen van paragraaf 2 De Overheid en het sociale vangnet. 
2. Maak daarna opdracht #04 en #06.
Je mag samenwerken of overleggen.
We bespreken het gemaakte werk klassikaal.
timer
10:00

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem een onderwerp uit deze les dat over drie jaar nog steeds belangrijk is om te weten. Leg kort uit.

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vond je de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll

Deze slide heeft geen instructies