§2.5 Erosie en sedimentatie

Aardrijkskunde
2.5 Erosie en Sedimentatie



Planning:
- Start opdracht
- Uitleg
- Aan de slag
- Terugkijken en afsluiten


1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Aardrijkskunde
2.5 Erosie en Sedimentatie



Planning:
- Start opdracht
- Uitleg
- Aan de slag
- Terugkijken en afsluiten


Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Als je deze paragraaf hebt bestudeerd, kun je: 
- Verschillende vormen van massabewegingen noemen.
- Uitleggen hoe transport van het gesteente na verwering plaatsvindt.
- Een relatie leggen tussen de locatie in het stroomgebied, de stroomsnelheid van een rivier en de processen die daarbij optreden.
- Voorbeelden noemen van landschapsvormen die ontstaan als gevolg van sedimentatie.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Welke twee soorten verwering kennen we?

Slide 4 - Open vraag

Welke soort verwering herken je op deze foto?
A
Mechanische verwering
B
Chemische verwering
C
Vorstwering
D
Warmteverwering

Slide 5 - Quizvraag

Door welke soort verwering ontstaan grotten?
A
Fysische (mechanische) verwering
B
Chemische verwering
C
Vorstverwering
D
Warmteverwering

Slide 6 - Quizvraag

Wat voor soort verwering zie je op de afbeelding hiernaast?
A
Mechanische verwering
B
Chemische verwering
C
Biologische verwering
D
Vorstverwering

Slide 7 - Quizvraag

In welk klimaat verloopt het verweringsproces het snelst?
A
Warm en droog klimaat
B
Koud en droog klimaat
C
Warm en vochtig klimaat
D
Koud en vochtig klimaat

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Mechanische verwering
Mechanische verwering kan op 3 verschillende manieren:
  1. Door het bevriezen van (regen)water in scheuren van gesteente
  2. Door invloed van de temperatuur (krimpen en uitzetten) kan een steen in stukken breken
  3. Plantenwortels kunnen zorgen dat er grotere spleten ontstaan in gesteente waardoor het uiteindelijk breekt

Slide 10 - Tekstslide

Aardverschuiving
Los verweringsmateriaal op hellingen dat in beweging komt (ook wel landslides).

Algemene regels:
  • hoe steiler de helling, hoe sneller/massaler de verschuiving.
  • hoe kleiner het verweringsmateriaal, hoe groter de kans op verschuiving.
  • hoe natter het verweringsmateriaal, hoe groter de kans op verschuivingen.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Aardverschuiving
Los verweringsmateriaal op hellingen dat in beweging komt (ook wel landslides).

Algemene regels:
  • hoe steiler de helling, hoe sneller/massaler de verschuiving.
  • hoe kleiner het verweringsmateriaal, hoe groter de kans op verschuiving.
  • hoe natter het verweringsmateriaal, hoe groter de kans op verschuivingen.

Slide 13 - Tekstslide

Aardverschuiving
Los verweringsmateriaal op hellingen dat in beweging komt (ook wel landslides).

Algemene regels:
  • hoe steiler de helling, hoe sneller/massaler de verschuiving.
  • hoe kleiner het verweringsmateriaal, hoe groter de kans op verschuiving.
  • hoe natter het verweringsmateriaal, hoe groter de kans op verschuivingen.

Slide 14 - Tekstslide

Aardverschuiving
Los verweringsmateriaal op hellingen dat in beweging komt (ook wel landslides).

Algemene regels:
  • hoe steiler de helling, hoe sneller/massaler de verschuiving.
  • hoe kleiner het verweringsmateriaal, hoe groter de kans op verschuiving.
  • hoe natter het verweringsmateriaal, hoe groter de kans op verschuivingen.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Puinwaaier

Slide 19 - Tekstslide

Transport en erosie in de bovenloop
Na verwering en aardverschuivingen zorgen wind, water, en/of ijs voor het transport van het verweringsmateriaal.

Slide 20 - Tekstslide

V-dal
U-dal

Slide 21 - Sleepvraag

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Vulkanische plug: door erosie en verwering verdwijnt het gesteente eromheen en blijft alleen de lavapijp over.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Bovenloop: De oorsprong van een rivier. Bergriviertjes komen samen.
- Snelstromende rivier
- Veel Erosie
- Veel hoogteverschil

Slide 26 - Tekstslide

Rivier is breder en stroom nog redelijk snel.

Vooral Erosie, klein beetje sedimentatie
Klein hoogteverschil

Slide 27 - Tekstslide

- Breed kronkelend(meanderend)

- Langzaam stromend
- Veel sedimentatie
- Nauwelijks hoogteverschil

Slide 28 - Tekstslide

Sedimentatie in de middenloop en benedenloop







Algemene regels:
  • Hoe verder van de bedding, hoe lager de stroomsnelheid.
  • Hoe lager de snelheid, hoe lager het transporterend vermogen.
Stroomsnelheid
Soorten sediment
Middenloop
Benedenloop

Slide 29 - Tekstslide

Amazone
Nijl

Slide 30 - Tekstslide

De Amazone en de Nijl vervoeren allebei tonnen aan sediment. Toch heeft de Amazone geen Delta. Leg uit hoe dit kan.

Slide 31 - Open vraag

Aan de slag


Maak de opdrachten 1, 3, 4, 5 en 6 van 2.5.

Slide 32 - Tekstslide