H 8.4 Grafiek bij een woordformule

Wat gaan we deze les doen?

- Huiswerk nakijken
- Terugblik
- Doelen van deze les
- Theorie
- Huiswerk
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we deze les doen?

- Huiswerk nakijken
- Terugblik
- Doelen van deze les
- Theorie
- Huiswerk

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk nakijken

Nakijken 
H 8.3
opgave 25, 26, 27, 28 en L3

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik
  • Ik ken de begrippen vast bedrag en stijggetal.
  • Ik kan een woordformule uitleggen.
  • Ik kan een woordformule invullen om sommen te berekenen.

Slide 3 - Tekstslide

Aan het eind van de les:
  • Ik kan een tabel invullen m.b.v. een formule die bij de tabel hoort. 
  • Ik ken de begrippen begingetal, stijggetal en daalgetal en kan deze aangeven in de woordformule. 
  • Ik weet dat de grafiek bij een regelmatige toename een stijgende lijn is en bij een regelmatige afname een dalende lijn. 
  • Ik kan bij een ingevulde tabel (ingevuld m.b.v. een woordformule) de grafiek tekenen. 

Slide 4 - Tekstslide

Demi heeft een bijbaantje. Ze krijgt daarvoor een reiskostenvergoeding en een bedrag per uur. Hierbij hoort de formule: inkomsten (€) = 7,50 + 5 x tijd in uren
De reiskostenvergoeding is:

Slide 5 - Open vraag

Demi heeft een bijbaantje. Ze krijgt daarvoor een reiskostenvergoeding en een bedrag per uur. Hierbij hoort de formule: inkomsten (€) = 7,50 + 5 x tijd in uren
Per uur verdient Demi €:

Slide 6 - Open vraag

blz. 159

Slide 7 - Tekstslide

 Blz. 159 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Blz. 160

Slide 10 - Tekstslide

Opgave 33 (blz. 162 )











aantal
240









aantal







Slide 11 - Tekstslide

Zelf maken: testopgave blz. 161
timer
3:00

Slide 12 - Tekstslide

Huiswerk


H 8.4


opgave 33, 34, 35, 36, 37, 39 en L4 op blz. 165


Slide 13 - Tekstslide

Aan het eind van de les:
  • Ik kan een tabel invullen m.b.v. een formule die bij de tabel hoort. 
  • Ik ken de begrippen begingetal, stijggetal en daalgetal en kan deze aangeven in de woordformule. 
  • Ik weet dat de grafiek bij een regelmatige toename een stijgende lijn is en bij een regelmatige afname een dalende lijn. 
  • Ik kan bij een ingevulde tabel (ingevuld m.b.v. een woordformule) de grafiek tekenen. 

Slide 14 - Tekstslide