In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
De Basis van Powershell
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Doel van de les
Aan het eind van deze les zul je de basisprincipes van Powershell begrijpen en kunnen toepassen.
Slide 2 - Tekstslide
Introduceer het doel van de les en zorg ervoor dat de studenten weten wat ze kunnen verwachten te leren.
Wat weet je al over Powershell?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Wat is Powershell?
Powershell is een opdrachtregelinterface (CLI) en automatiseringsplatform van Microsoft voor Windows.
Slide 4 - Tekstslide
Leg uit wat Powershell is en waarvoor het wordt gebruikt. Laat voorbeelden zien van de interface.
Cmdlets
Cmdlets zijn kleine, op zichzelf staande scripts die specifieke taken uitvoeren. Ze zijn de bouwstenen van Powershell.
Slide 5 - Tekstslide
Leg uit wat cmdlets zijn en hoe ze worden gebruikt. Laat voorbeelden zien van enkele veelgebruikte cmdlets.
Variabelen
Variabelen worden gebruikt om waarden op te slaan die later kunnen worden gebruikt in het script.
Slide 6 - Tekstslide
Leg uit wat variabelen zijn en hoe ze worden gebruikt. Laat voorbeelden zien van het definiëren en gebruiken van variabelen.
Parameters
Parameters zijn waarden die worden doorgegeven aan cmdlets om hun gedrag te beïnvloeden.
Slide 7 - Tekstslide
Leg uit wat parameters zijn en hoe ze worden gebruikt. Laat voorbeelden zien van het gebruik van parameters met cmdlets.
Pipelines
Pipelines maken het mogelijk om de output van de ene cmdlet door te geven als input aan de volgende cmdlet.
Slide 8 - Tekstslide
Leg uit wat pipelines zijn en hoe ze worden gebruikt. Laat voorbeelden zien van het gebruik van pipelines met cmdlets.
Loops
Loops worden gebruikt om herhaalde taken uit te voeren.
Slide 9 - Tekstslide
Leg uit wat loops zijn en hoe ze worden gebruikt. Laat voorbeelden zien van het gebruik van loops in scripts.
Functies
Functies zijn blokken code die kunnen worden opgeroepen vanuit andere delen van het script.
Slide 10 - Tekstslide
Leg uit wat functies zijn en hoe ze worden gebruikt. Laat voorbeelden zien van het definiëren en gebruiken van functies.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 11 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 12 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 13 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.