Grammaire H

Startklaar
Ik ben klaar voor de les:
  • ik zit op mijn plek
  • mijn jas is uit en in mijn kluisje
  • mijn tas is op de grond/ aan mijn stoel
  • mijn mobiel is in mijn tas of zak
  • mijn boek en pen zijn op mijn tafel
  • ik maak geen geluid
timer
1:00
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Startklaar
Ik ben klaar voor de les:
  • ik zit op mijn plek
  • mijn jas is uit en in mijn kluisje
  • mijn tas is op de grond/ aan mijn stoel
  • mijn mobiel is in mijn tas of zak
  • mijn boek en pen zijn op mijn tafel
  • ik maak geen geluid
timer
1:00

Slide 1 - Tekstslide

PROGRAMME
  • Wat? Jullie maken bron H - Grammaire
  • Hoe? klassikaal en individueel 
  • Tijd? 45 minuten
  • klaar? leren voca A + B 
  • Lesdoel?
Aan het eind van de les:
- Ken je de werkwoorden vouloir en pouvoir 
- Kun je de werkwoorden toepassen


Slide 2 - Tekstslide

Qu'est-ce qu'on a fait le dernier cours?
Wat hebben we de vorige les gedaan?

Slide 3 - Tekstslide

Grammaire H 
vouloir (willen) en pouvoir (kunnen, mogen) (p 124).

Slide 4 - Tekstslide

Grammaire H 
De werkwoorden vouloir (willen) en pouvoir (kunnen, mogen)
zijn onregelmatige werkwoorden.
Je moet de rijtjes dus uit het hoofd leren.

Slide 5 - Tekstslide

vouloir - willen
je veux                          ik wil
tu veux                         jij wilt
il/elle veut                  hij/zij wil
on veut                        wij willen
nous voulons           wij willen
vous voulez               jullie willen / u wilt
ils/elles veulent       zij willen

Slide 6 - Tekstslide

pouvoir - kunnen, mogen
je peux                          ik kan, mag
tu peux                         jij kunt, mag
il/elle peut                  hij/zij kan, mag
on peut                        wij kunnen, mogen
nous pouvons           wij kunnen, mogen
vous pouvez               jullie kunnen, mogen / u kunt, mag
ils/elles peuvent       zij kunnen, mogen

Slide 7 - Tekstslide

Wat moet je nog meer weten?
- Na de werkwoorden vouloir en pouvoir komt meestal nog een tweede werkwoord. In het Nederlands is dit ook zo.
- Je veux acheter une rose    --> Ik wil een roos kopen.
   On peut aller au restaurant --> Wij kunnen naar het resaurant                                                                        gaan.

Slide 8 - Tekstslide

Nous (mogen) ... aller au restaurant.
A
peux
B
pouvons
C
peut
D
pouvez

Slide 9 - Quizvraag

Vous (willen ) ... manger une pizza.
A
veux
B
voulons
C
veut
D
voulez

Slide 10 - Quizvraag

Il (willen) ... acheter du chocolat.
A
veut
B
veulent
C
veux
D
voulons

Slide 11 - Quizvraag

Zij (v, mv) willen een cadeau geven.
Elles ... donner un cadeau.

Slide 12 - Open vraag

Wat weet je nu?
- Je weet nu dat vouloir en pouvoir onregelmatige werkwoorden zijn, en dat je deze uit het hoofd moet leren.
- Je weet nu dat er achter vouloir en pouvoir meestal een tweede werkwoord komt.

Slide 13 - Tekstslide

Les exercices - p.124 t/m 127
Vous faites les exercices 31, 32 (32c) , 33 +34


Klaar? leren voca A + B blz 128

Slide 14 - Tekstslide