ISK-1

ISK-2





Woensdag 5 februari
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeISK

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

ISK-2





Woensdag 5 februari

Slide 1 - Tekstslide

Programma


- herhalen: tellen
- herhalen: wiskundewoorden
- nieuwe wiskundewoorden
- werken in je boek (digitaal)

Slide 2 - Tekstslide

Herhalen: tellen
0 = nul
1 = een
2 = twee
3 = drie
4 = vier
5 = vijf
6 = zes
7 = zeven
8 = acht
9 = negen
10 = tien
11 = elf
12 = twaalf
13 = dertien
14 = veertien
15 = vijftien
16 = zestien
17 = zeventien
18 = achttien
19 = negentien
20 = twintig
21 = eenentwintig
22 = tweeëntwintig
23 = drieëntwintig
24 = vierentwintig
25 = vijfentwintig
26 = zesentwintig
27 = zeventwintig
28 = achtentwintig
29 = negenentwintig
30 = dertig
40 = veertig
50 = vijftig
60 = zestig
70 = zeventig
80 = tachtig
90 = negentig
100 = honderd

Slide 3 - Tekstslide

Herhalen: tellen
0 = nul
10 = tien
20 = twintig
30 = dertig
40 = veertig
50 = vijftig
60 = zestig
70 = zeventig
80 = tachtig
90 = negentig
100 = honderd
30 = dertig
31 = eenendertig
32 = tweeëndertig
33 = drieëndertig
34 = vierendertig
35 = vijfendertig
36 = zesendertig
37 = zevenendertig
38 = achtendertig
39 = negenendertig

40 = veertig
41 = eenenveertig
42 = tweeënveertig
43 = drieënveertig
44 = vierenveertig
45 = vijfenveertig
46 = zesenveertig
47 = zevenenveertig
48 = achtenveertig
49 = negenveertig

Slide 4 - Tekstslide

Herhalen: wiskundewoorden
plus
min
keer/maal
gedeeld door

Slide 5 - Tekstslide

Het verschil tussen 9 en 3 is
A
6
B
12
C
27
D
3

Slide 6 - Quizvraag

Het totaal van 20 en 4 is
A
80
B
24
C
16
D
5

Slide 7 - Quizvraag

Het product van 10 en 2 is
A
12
B
8
C
20
D
5

Slide 8 - Quizvraag

Het quotiënt van 18 en 3 is
A
21
B
54
C
15
D
6

Slide 9 - Quizvraag

Herhalen: wiskundewoorden
Vlakke figuren
de cirkel                                     
het vierkant                            
de rechthoek
de driehoek
de parallellogram
de ruit
de vlieger
het trapezium

Slide 10 - Tekstslide

Hoe heet deze figuur:
A
piramide
B
driehoek
C
vlieger
D
ruit

Slide 11 - Quizvraag

Hoe heet deze figuur:
A
vierkant
B
rechthoek
C
balk
D
kubus

Slide 12 - Quizvraag

Hoe heet deze figuur:
A
cilinder
B
cirkel
C
bol
D
ellips

Slide 13 - Quizvraag

Hoe heet deze figuur:
A
vlieger
B
vierkant
C
ruit
D
rechthoek

Slide 14 - Quizvraag

Herhalen: wiskundewoorden
tegenover
overstaande zijden
diagonaal
loodrecht
evenwijdig
parallel


parallel

 
overstaande zijden
diagonaal
loodrecht
evenwijdig
parallel

Slide 15 - Tekstslide

Hoe noem je zijde EF en HG
A
overstaande zijden
B
aanliggende zijden
C
diagonalen
D
ribben

Slide 16 - Quizvraag

De mensen op het plaatje zitten....
A
tegenover elkaar
B
naast elkaar
C
achter elkaar
D
voor elkaar

Slide 17 - Quizvraag

De mensen op het plaatje zitten...
A
tegenover elkaar
B
naast elkaar
C
achter elkaar
D
voor elkaar

Slide 18 - Quizvraag

De mensen op het plaatje staan...
A
tegenover elkaar
B
naast elkaar
C
achter elkaar
D
voor elkaar

Slide 19 - Quizvraag

Herhalen: wiskundewoorden
diagonaal/diagonalen
zijde/zijden
recht
gebogen

Slide 20 - Tekstslide

Lijn AC is de
A
diameter
B
diagonaal
C
zijde
D
hoekpunt

Slide 21 - Quizvraag

Deze lijn is....
A
gebogen
B
recht

Slide 22 - Quizvraag

Zijde AB en zijde CD zijn...
A
diagonalen
B
overstaande zijden
C
evenwijdig

Slide 23 - Quizvraag

Herhalen: wiskundewoorden

Slide 24 - Tekstslide

Deze ruimtefiguur is een...
A
balk
B
kubus
C
cilinder
D
prisma

Slide 25 - Quizvraag

Deze ruimtefiguur is een....
A
balk
B
kubus
C
cilinder
D
prisma

Slide 26 - Quizvraag

Deze ruimtefiguur is een....
A
balk
B
kubus
C
cilinder
D
prisma

Slide 27 - Quizvraag

Deze ruimtefiguur is een...
A
cilinder
B
bol
C
kegel
D
piramide

Slide 28 - Quizvraag

Deze ruimtefiguur is een...
A
cilinder
B
bol
C
kegel
D
piramide

Slide 29 - Quizvraag

Herhalen: wiskundewoorden
rechte hoek
scherpe hoek
stompe hoek
gestrekte hoek
volle hoek

Slide 30 - Tekstslide

Wat voor hoek is dit?
A
rechte hoek
B
scherpe hoek
C
stompe hoek
D
gestrekte hoek

Slide 31 - Quizvraag

Wat voor hoek is dit?
A
rechte hoek
B
scherpe hoek
C
stompe hoek
D
gestrekte hoek

Slide 32 - Quizvraag

De beide lijnen zijn:
A
evenwijdig
B
parallel
C
loodrecht

Slide 33 - Quizvraag

De lijnen staan
A
parallel
B
evenwijdig
C
loodrecht

Slide 34 - Quizvraag

Nieuw: wiskundewoorden
temperatuur
positief
negatief 
neutraal
hoger
lager
stijgen
dalen

Slide 35 - Tekstslide

Het is vandaag 6 graden.
Morgen wordt het 8 graden.
De temperatuur:
A
stijgt
B
daalt
C
blijft gelijk

Slide 36 - Quizvraag

De Domtoren in Utrecht is 112 meter hoog. De Martinitoren in Groningen is 97 meter hoog. De Domtoren is
A
hoger
B
lager

Slide 37 - Quizvraag

De grafiek
A
stijgt
B
daalt
C
blijft gelijk

Slide 38 - Quizvraag

Anna heeft een 9 op de toets. Johan heeft een 8. Het cijfer van Johan is
A
hoger
B
lager
C
gelijk

Slide 39 - Quizvraag