In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Exam 2020
Slide 1 - Tekstslide
Agenda
repeat: dictionary
look at:stappenplan
look into: signaalwoorden
read: text
No stress, relax!
Slide 2 - Tekstslide
Hoeveel tijd heeft een kaderleerling (zonder dyslexie) voor het Engels examen
A
100 minuten
B
120 minuten
C
60 minuten
D
90 minuten
Slide 3 - Quizvraag
Welk hulpmiddel mag je gebruiken bij je examen?
Slide 4 - Open vraag
Je wilt het spreekwoord 'to lose your marbles' opzoeken. Bij welk woord moet je zoeken?
Slide 5 - Open vraag
The police questioned the suspect. Welke woordsoort is questioned, een ww. of een zn.?
Slide 6 - Open vraag
Reading
Volg een stappenplan
Let goed op de signaalwoorden in de tekst! Deze geven verbanden in de tekst aan. De signaalwoorden kun je markeren.
Let ook goed op de eerste en laatste zinnen in elke alinea. Vaak bevatten deze belangrijke informatie.
Listening
Kijk de komende tijd Engelse films (zonder Nederlandse ondertiteling) en bijvoorbeeld Newsround of Behind the news. Zo raak je meer gewend aan luisteren in het Engels.
Slide 7 - Tekstslide
Welke stappen zitten er in een stappenplan voor het lezen van teksten?
Slide 8 - Woordweb
Slide 9 - Tekstslide
A.
B.
Welke foto past het best bij de titel?
Slide 10 - Tekstslide
Welke foto past het best bij de titel? Noem de letter en waarom je dat denkt.
Slide 11 - Open vraag
Signaalwoorden
Een signaalwoord of verbindingswoord is een woord of woordgroep waarmee een verband wordt aangegeven tussen twee alinea's, zinnen of deelzinnen.
Slide 12 - Tekstslide
Kan je zelf in het Nederlands een signaalwoord bedenken?
Slide 13 - Woordweb
Welk woord past het best in het zwarte blokje?
A
but
B
if
C
and
D
like
Slide 14 - Quizvraag
'like' wordt gebruikt om een voorbeeld te geven. Het betekent zoals. Wat zijn de voorbeelden die er gegeven worden voor het gebruik van social media?
Slide 15 - Tekstslide
Welke voorbeelden worden er in de tekst genoemd van het gebruik van social media?
Slide 16 - Open vraag
I like coffee, .... my friend prefers tea.
A
and
B
but
C
so
D
for
Slide 17 - Quizvraag
I like coffee, but my friend prefers tea. Dit is een..................
A
opsomming
B
voorbeeld
C
tegenstelling
D
conclusie
Slide 18 - Quizvraag
Signaalwoorden Engels
Je vindt de signaalwoorden Engels op bladzijde 71 en 72 van je Textbook!
Slide 19 - Tekstslide
reading
Read text
Answer the questions
Send your teacher a magister message that you finished the questions
You get the answers and can check your work.
Slide 20 - Tekstslide
Check:
De antwoorden staan in alfabetische volgorde dus het kan gebeuren dat je 6 keer achter elkaar A krijgt, puur toeval.
Als maar een deel van het antwoord goed is, is het fout.
2 antwoorden vallen vaak al af omdat het ‘onzinantwoorden’ zijn.
ook als je meteen weet dat antwoord A goed is moet je de andere antwoorden lezen. Je weet maar nooit ….
Het goede antwoord is meestal een stukje uit de tekst in andere woorden.